Het gaat niet goed met de Waddenzee. Het water wordt steeds zouter en de Noordzee wint terrein. Mogelijk komen vanaf 2030 enkele wadplaten al niet meer droog te staan. Katja Philippart, directeur Waddenacademie, wordt er soms moedeloos van.
Klimaatveranderingen
De zomers worden steeds warmer en dat is te merken. Door lange droge periodes neemt het zoetwatertoevoer uit de rivieren af. Er is minder neerslag en de ondiepe Waddenzee is langzaam aan het verzilten. Ook de lokale watertemperaturen stijgen in de hitte van de zon. Dat is slecht nieuws voor de kokkels. Dat bleek in 2018, 2019 en 2022, toen een grote hoeveelheid aan kokkels dood gegaan zijn door de hitte. Maar niet alleen tijdelijk stijgen de temperaturen lokaal gezien. De Waddenzee is gemiddeld al 1,5 graden warmer geworden sinds de jaren 80. En nog steeds is er een stijgende trend.
Gevolgen
De gevolgen van deze trend zijn immens. De zeespiegel stijgt. Tussen 1901 en 2010 is wereldwijd het waterniveau gestegen met zo’n 17 tot 21 centimeter. Door de stijging wordt de Nederlandse kust bedreigt. De Waddenzee loopt langzaam onder. Als de wadplaten niet meer droog komen te liggen, verliezen vissen en vogels hun voedselbronnen. De Noordzee komt dichter aan de kust, wat betekent dat het meer moeite gaat kosten om ons land van de zee te beschermen. Door de verzilting kunnen vissen verdwalen. Vissen zijn gevoelig voor de saliniteit van het water en navigeren op basis van het verloop van zout naar zoetwater naar de binnenwateren en vice versa. Maar nu kan het gebeuren dat het water aan de noordkant van de afsluitdijk zouter is dan het water in de Noordzee. Hoe moet de vis zijn weg dan vinden?
Vis vertrekt
Ook merken we nu al dat visbestanden wegtrekken naar koudere gebieden. Zo trekken bijvoorbeeld Kabeljauw en Schol langzaam weg. Dat kan een groot probleem worden. Als een vis vertrekt uit een ecosysteem, kan er veel veranderen, zowel voor de vis als voor het ecosysteem. In het noorden is het in de winter minder lang licht en in zomer juist langer. Ook voedselketens kunnen scheef gaan lopen. De vissen planten zich door de warmere temperaturen vaak al eerder voort. Maar het fytoplankton dat de jonge vissen moeten voeden, zijn voornamelijk van licht afhankelijk. Hierdoor kan er voedselarmoede ontstaan en gaat er veel aanwas verloren. Ook kan het problemen opleveren voor de soorten die niet weg kunnen trekken, zoals schelpdieren.
Is het tij te keren?
Zoals het nu gaat, houdt de zee het niet lang vol. De natuur zoals die nu is, verdwijnt langzaam. Er moet dus iets gebeuren. Allereerst moet de uitstoot van broeikasgassen zo ver mogelijk teruggebracht worden. Vervolgens kan er gekeken worden naar hoeveel ruimte wij de zee willen geven. Als wij land teruggeven aan de zee, kan de zee groeien. Het wad dat aan de ene kant onderwater loopt en verdwijnt, kan er aan de andere kant bijgewonnen worden. Maar dat vraagt het opofferen van het land dat wij zo kostbaar hebben gewonnen. Daarnaast wordt er gekeken naar de mogelijkheid van het opvangen van zoetwater, om tijdens droge periodes te gebruiken om de verzilting tegen te gaan. Er moet snel actie ondernomen, daarom is het belangrijk om hier aandacht voor te vragen.
Wat merken vissers?
Vissers zouden toch wel de eersten moeten zijn die deze gevolgen van klimaatverandering zouden moeten merken. Maar de praktijk lijkt nog niet te rijmen met de wetenschap. Nederlandse Vissersbond voorzitter Johan K. Nooitgedagt verwoordde het zo:
“Ik ben zeer benieuwd wat de vissers van deze stevige uitlatingen over de toestand van de Waddenzee van Katja haar hand vinden. De vissers zitten er dagelijks op het water om te weten hoe het met de Waddenzee is gesteld. Ik las onlangs in mijn krant dat er weer meer bruinvissen in de Waddenzee zijn en die zullen daar blijkbaar voldoende voedsel kunnen vinden. Voorts las ik van garnalenvisser Henk Buitjes een verhaal dat zijn idee is dat het juist steeds beter gaat met de natuur. Ik zou zo graag meer signalen van de praktijk willen zien en horen en dat moet dan boven het niveau van welles en nietes uitstijgen. Vissers hebben immers baat bij een Rijke Natuur want ze leven er van”.
Voor meer informatie
Het artikel van Katja Philippart kunt u hier lezen.
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt.