Rijkswaterstaat wil antwoord op de vraag hoe de scheepsbemanning zich gedraagt op het moment als zij door een windpark moeten navigeren. Er is ruim een miljoen euro voor uitgetrokken om onderzoek te doen door middel van simulaties.
Een zee vol windparken
Er worden steeds meer windparken gebouwd in de Noordzee. “Dit vraagt om nieuwe inzichten in de veiligheid van scheepsvaartverkeer” vindt Rijkswaterstaat. Als de schepen zich tussen de windmolens gaan begeven, moet dit wel veilig gebeuren. Daarom moet er gekeken worden naar hoe de windmolenparken de bemanningsleden in hun keuzes en gedrag beïnvloeden. Om hier onderzoek naar te doen, worden er simulaties ontworpen die verschillende situaties moeten nabootsen.
Realistische simulaties
Rijkswaterstaat wil realistische scenario’s simuleren. Zo moet er onderzocht worden hoe bemanning besluiten maakt als ze vermoeid zijn of als er onverwachts een nieuw windpark is geplaatst. Zo zijn er acht scenario’s uitgedacht die zeer specifieke situaties nabootsen. Welk onderzoeksbureau het onderzoek gaat uitvoeren, is nog niet bekend. Het onderzoek is niet bedoeld om conclusies te trekken over wat het meest veilige scenario is, maar het moet duidelijkheid geven over welke keuzes bemanningsleden maken onder verschillende omstandigheden. Het onderzoek moet eind dit jaar beginnen.
Bescherming infrastructuur Noordzee
Er zijn al enige tijd zorgen omtrent de veiligheid van belangrijke infrastructuur in de Noordzee. Er zijn landen die onderdelen als pijpleidingen en kabels zouden willen saboteren. Daarom heeft het kabinet vorig jaar het interdepartementale Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) opgezet. Er worden sensors geplaatst en samen met radar en satelliet moet er beter toezicht gehouden kunnen worden op de veiligheid van de infrastructuur. Deze systemen zullen ook worden gebruikt om de sector te voorzien van meer en specifieke data. Een nauwe samenwerking met de sector is in het belang van de veiligheid en bescherming van kabels, leidingen etc. Het kabinet heeft voor de komende twee jaar 41 miljoen uitgetrokken om te investeren in het PBNI.
“Elke zeeman vraagt zich niet af of er ooit iets ernstigs gaat gebeuren met al deze infrastructurele werken op zee, maar juist wanneer het gaat gebeuren is hun realistische gedachte. Enerzijds zijn dat de gevaren met betrekking tot aanvaringen en slecht weer en anderzijds de mogelijkheden omtrent sabotage. Schepen zijn enorm afhankelijk van de techniek in combinatie met weersomstandigheden. Er zijn veel ‘bijna aanvaringen’ tussen schepen op zee. Het gaat steeds drukker worden omdat er minder ruimte is op de Noordzee. De simulaties zijn zinvol en de budgetten daarvoor zijn niet kinderachtig. Daar is juist de visserijsector wel jaloers op. Met betrekking op sabotage vanuit vijandelijke mogendheden is het zo goed om veel vissers op zee te hebben. Zij zijn de ogen en oren om opvallende veranderingen waar te nemen. Bij uitstek de gelegenheid om schepen vol te hangen met waarnemingsapparatuur om de vijand te detecteren”; aldus voorzitter Johan K. Nooitgedagt.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het Team Nederlandse Vissersbond via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt.