De visserij op schelpdieren vormt sinds eeuwen een belangrijke tak van visserij in onze kustwateren. Oorspronkelijk werd alleen op wilde schelpdierbanken gevist. In de tweede helft van de 19e eeuw ontdekte men dat men kleine mosselen en oesters ook kon kweken. Inmiddels heeft Nederland een bloeiende schelpdiersector vooral in de provincie Zeeland. Naast de traditionele visserij op oesters, mossels en kokkels, wordt ook op andere soorten, zoals spisula en ensis gevist.
Mosselvisserij en -kweek
Voor de mosselvisserij is een vergunning nodig. Per vergunning mag een vaartuig worden ingezet. De mosselvisserij wordt vaak vergeleken met akkerbouw. Zoals de boer grond nodig heeft om er zijn gewassen te zaaien en te laten groeien, zo heeft de mosselkweker percelen nodig waar hij het mosselzaad verspreidt en de daaruit groeiende mosselen kweekt.
Mosselzaad
Mosselzaad zijn mosseltjes van ongeveer 1 centimeter groot. Het mosselzaad wordt twee keer per jaar met korren uit de Waddenzee en de Zeeuwse wateren opgevist. Daarvoor gelden vastgestelde periodes en maximale hoeveelheden. De percelen huurt de mosselkweker vervolgens van de Nederlandse Staat en deze zijn te vinden in de Waddenzee en de Oosterschelde. Zodra de mosselen een grootte hebben van 4 à 5 cm worden ze opgevist en uitgezet op andere percelen.
Zeeuwse mosselen
Wanneer de mosselen groot genoeg zijn voor consumptie worden ze op de mosselveiling van Yerseke verkocht aan mosselhandelaren. Op hun beurt zetten de mosselhandelaren de mosselen nog een keer uit op zogenaamde verwaterplaatsen in de Oosterschelde. De mossel krijgt dan het predicaat Zeeuwse Mossel. De mosselen komen zo tot rust en ontdoen zich van zand en slib.
Mossel populair in België
De mossel is een weekdier en leeft vooral in kustgebieden als de Waddenzee en Oosterschelde. Bij de voortplanting in het voorjaar en de zomer komen er miljoenen larven vrij die rondzwemmen in de kustgebieden en zeearmen. Na ongeveer een maand begint de schelp zich te ontwikkelen en zinkt het mosselzaad onder het gewicht van de schelp naar de bodem. Met behulp van byssusdraden (ook wel de baard genoemd) hecht het mosselzaad zich vast aan de zeebodem, aan voorwerpen of aan elkaar. Het voedsel van de mossel bestaat uit planktonalgen die zij bemachtigen door het langsstromende zeewater te filteren. Wanneer de mosselen circa 4 tot 5 cm lengte hebben, worden ze 'halfwasmosselen' genoemd.
Na ongeveer twee jaar zijn de mosselen 6 tot 7 cm groot en geschikt voor de verkoop als consumptiemossel. Vooral België is een grote afnemer, maar ook in eigen land wordt de mossel steeds populairder bij de consument.
Kokkelvisserij
Als sinds de Middeleeuwen wordt in Nederland op kokkels gevist. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw kennen we zowel de handmatige kokkelvisserij als de kokkelvisserij met schepen.
Traditie van eigen bodem
Kokkels komen vooral voor in de getijdenzones van de Westerschelde, Oosterschelde, Zeeuwse Voordelta en de Waddenzee. Kokkelschepen zijn uitgerust met speciale kokkelkorren waarmee de grotere kokkels van de bodem worden gehaald. Het grootste deel van de kokkelvangst gaat naar Spanje, Portugal en Italië. De kokkel wordt verwerkt in gerechten als paella, bij pasta's of puur natuur als borrelhapje.
Oesterkwekerij
Oesters worden in Zeeland gekweekt, zowel de platte oester als de Zeeuwse Oester, ook wel Japanse Oester of creuse. Zoals de naam al doet vermoeden is de platte oester afgeplat. De Zeeuwse oester is veel grilliger van vorm. Eén van de kleppen is hol en de andere plat.
De Oosterschelde en de Grevelingen zijn goede locaties voor de kweek van oesters. Oesters lenen zich namelijk uitstekend voor commerciële kweek, omdat ze zich niet ingraven in de bodem. De Zeeuwse oester groeit sneller dan de platte oester en kan een lengte bereiken van 20 centimeter. De oesters die in de handel terechtkomen, hebben een lengte die uiteenloopt van 7,5 tot 15 cm.
Meer informatie
Meer informatie over platvis kunt u vinden op de VIS! App.