Op de brug bij… Willem Messemaker (KW-45)
Bij de vloot van ruim vijftig kotters die in augustus 2016 de Nieuwe Waterweg opstoomden, ontbrak de KW-45 ‘Anna Hendrika’. “Helaas, het lukte niet, we zaten te ver weg van Rotterdam. Maar je stem laten horen is belangrijk, zéker voor vissers in deze tijden. Want voor mij is er wel een toekomst in de visserij, maar ik hoop dat mijn kinderen ook nog kunnen vissen,” zegt schipper Willem Messemaker (35), vader van twee zoons van wie de jongste net zijn eerste reis aan boord heeft meevaren.
Om en om staan Willem Messemaker en zijn broer Henk aan het roer van de KW-45, een 44 meter lange kotter uit 1990. Met een bemanning van zes en soms zeven vissen ze hoofdzakelijk met de boomkor op schol. Een deel van het jaar vissen ze met een pulskor op tong. De kotter is veel te vinden op de Doggersbank, het Skagerak en in de Noorse zone. De verse vis landen ze aan in het Deense Thyboron of IJmuiden, net wat het beste uitkomt.
Gezin en werk
Willem is getrouwd met Janneke en het gezin bestaat verder uit twee zoons van 8 en 11. Zijn gezin en alles wat daarbij komt kijken is zijn grootste hobby. Het vissen is geen liefhebberij, dat zit nu eenmaal in de genen. “Zoals met veel vissers is het visserman-zijn ook in mijn geval overgedragen van vader op zoon. Vanaf mijn zesde ging ik al mee met mijn vader – zelf ook schipper – naar zee. Ik ben gaan varen, niet omdat ik moest, maar omdat ik het graag wilde. Mijn vader heeft mij helemaal vrijgelaten om te kiezen wat ik wilde worden. Ik wist al vroeg dat ik visser wilde worden, was nog 15 toen ik naar de visserijschool ging waar je eigenlijk 16 voor moest zijn.”
Rouleren
“In onze bedrijfsvoering hebben we bewust ervoor gekozen om weekreizen te maken. Daar is wel wat discussie over in de visserij. Voor ons is die keuze gebaseerd op onze visie voor ons bedrijf. Wij hebben geïnvesteerd in quota en willen optimaal gebruik maken van ons bedrijfsmiddel. Ons schip dus. Door te rouleren krijgen we in ruil voor langere weken veel kwaliteit-tijd terug. Ik ben om de week een week thuis.”
Op zee zijn we allemaal jagers, dan is er altijd wel eigengereidheid, maar we respecteren en helpen we elkaar
“Wat het vak voor mij zo fascinerend maakt? Geen dag is hetzelfde, het is altijd anders. En verder is er een zee aan vrijheid. Ik zou niet weten wat ik moest doen als in aan de wal moest werken. Een andere charme van het vissen is de saamhorigheid op zee met andere Nederlandse schepen. Op zee zijn we allemaal jagers, dan is er altijd wel wat onenigheid of eigengereidheid, maar anderzijds weten we elkaar te respecteren en helpen we elkaar om er uiteindelijk het beste van te maken.”
Soms te streng
Wat maakt het lastig om visserman te zijn? Willem: “Eigenlijk niets. Want ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen, als ik zou stoppen met vissen. Kijk, de regelgeving is soms een belemmering, maar ook gewoon een feit. Dus moet je scherp zijn, de dingen goed doen. Zoals het bijhouden van het logboek. Zeker als je in Noorse wateren vist, want de Noren zijn heel strikt en streng. Aan de andere kant kun je als visser het ook zó zien: van veel regels is het juist goed dat ze er zijn. Het is alleen de controle, die is soms wat te streng.”
Wanneer gaan we naar binnen?
“Ik heb veel geleerd van mijn vader. Zonder twijfel is hij mijn grootste inspiratiebron. Helaas is hij overleden. Wat hij heeft bereikt, heeft hij gedaan op doorzettingsvermogen. Want met een ‘negen tot vijf’-mentaliteit kom je er niet in de visserij. Als iemand aan boord gaat vragen wanneer we naar binnen gaan, dan weet je genoeg. In ons geval is dat redelijk voorspelbaar. Er komt een punt dat we gaan rekenen – we leveren een vers product, dus de reis kan niet te lang duren. Dan kijken we wat we aan boord hebben, hoeveel vrachtwagens daarvoor nodig zijn en wat dat kost. En dan besluiten we of het Thyboron wordt of IJmuiden.”
Online filmpje
Welk mooi moment in het afgelopen jaar is je bijgebleven? “Dat mijn zoons allebei mee gingen voor een reis. Je vraagt je vooraf toch af hoe het gaat, het is geen dagtochtje. Maar ze hadden het goed naar de zin. We hebben aan boord een goede internetverbinding, dus er was ook wat online vertier voor ze. Filmpjes kijken op YouTube, dat werk…”
Diversiteit is de kracht van de vloot
“Welke kansen ik zie voor de visserij? Dat is sowieso voor de toekomst de puls. Nu de olieprijs redelijk is, kunnen we prima vissen met de boomkor. Maar de olieprijs is het grootste risico voor de vloot. Als de puls er niet doorkomt in Europa moeten we allemaal terug naar de boomkor. Komt er dan weer zo’n periode met een aanhoudend hoge olieprijs, dan is het einde verhaal voor veel vissers. Aan de andere kant zijn er nog meer technieken, denk aan de flyshoot. Ik denk dat de kansen liggen in de diversiteit van vistechnieken die we nu gebruiken, dat is de kracht van onze visserijvloot. De focus ligt bovendien nu sterk op pulsvisserij als innovatie, maar ik ben juist benieuwd naar welke innovaties er nog gaan komen.”
Smoel krijgen
“Ik zie de Nederlandse Vissersbond vooral als onze PO. Ze helpen ons goed, zo nu en dan verhuren we wat quotum. Ook bij het afwikkelen van formaliteit bij instanties hebben we ze wel eens ingeschakeld. Meer smoel krijgen, misschien via Facebook? Ik zou zeggen: doe goed waar je goed in bent, daar gaat het om. Dan krijg je als organisatie vanzelf het gezicht dat bij je past.”
Kijk ook op de facebookpagina van Willem Messemaker
Impactreductie door innovatieve pulstechniek | BENTHIS eindrapport
Wageningen Marine Research (WMR) heeft het eindrapport gepubliceerd van het BENTHIS-onderzoek. Eén van de constateringen is dat in de platvisvisserij de overgang van boomkor naar pulstuig de impact op de zeebodem met zo’n 50 procent vermindert.
Technologische innovaties kunnen de impact van de visserij op de zeebodem verminderen. “Met de BENTHIS-methode hebben we laten zien dat in de platvisserij met de overgang van de boomkor met wekkers naar de pulskor met elektroden de verstoring van de zeebodem met zo’n 50 procent vermindert”, zegt onderzoeksleider professor Adriaan Rijnsdorp op de website van Wageningen Marine Research. “Dit komt door de lagere vissnelheid, waardoor er minder zeebodemoppervlak wordt bevist en door de verminderde penetratie.”
Ecologische, sociale, politieke, technologische en economische drijfveren spelen mee bij de verdere ontwikkeling van een duurzamere visserijtechnieken. Benthis heeft vastgesteld wat hierbij de kritische succesfactoren zijn. Voorop staat de samenwerking tussen vissers, vistuigleveranciers, beleidsmakers, wetenschappers en de maatschappij.
Eindrapport BENTHIS beschikbaar
Een groep Europese onderzoekers heeft onder leiding van Wageningen Marine Research een methode ontwikkeld om de impact van verschillende vistuigen op de zeebodem te bepalen. Samen met de visserijsector is onderzocht met welke technische innovaties de impact op de zeebodem kan verminderen.
De projectgroep heeft informatieve animatiefilmpjes ontwikkeld die de resultaten van het onderzoek uitleggen.
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het vijfjarige Europese onderzoekproject BENTHIS, waaraan 33 partners uit twaalf Europese landen hebben deelgenomen. De beoordelingsmethodiek die de onderzoekers hebben ontwikkeld wordt inmiddels door ICES gebruikt om de impact van de sleepnetvisserij te monitoren en de EU en lidstaten te adviseren.
Meer dan één derde deel van Europese wateren niet bevist
De onderzoekers hebben in kaart gebracht hoeveel procent van de Europese zeebodem wordt bevist. In de Europese wateren blijkt de visserijactiviteit behoorlijk geconcentreerd te zijn: 90 procent van alle visserij vindt op 45 procent van de Noordzeebodem plaats en 37 procent van de zeebodem wordt helemaal niet bevist. In de dynamische gebieden langs de Nederlandse kust en in de zuidelijke Noordzee – waar de zeebodem veel wordt omgewoeld door sterke stroming en stormen – heeft de sleepnetvisserij geen aantoonbaar negatief effect op de variëteit aan bodemdieren. Op stabielere gronden met hard substraat en meer gevoelige bodemsoorten is wel impact op de soortenrijkdom vastgesteld. De BENTHIS methodiek maakt het mogelijk om deze impact per type bodemtuig te kwantificeren.
Innovatie
Ecologische, sociale, politieke, technologische en economische drijfveren spelen mee bij de verdere ontwikkeling van een duurzamere visserijtechnieken. Benthis heeft vastgesteld wat hierbij de kritische succesfactoren zijn. Voorop staat de samenwerking tussen vissers, vistuigleveranciers, beleidsmakers, wetenschappers en de maatschappij.
Meer informatie
Download het eindrapport (Engels, pdf 1,8 Mb)
Lees meer over het Benthis-project.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl
Ledenvergadering afdeling Harlingen (attendering)
Op de agenda staat onder meer: MSC garnalen, aanlandplicht garnalenvisserij, bemanningszaken, windenergie op zee en verkiezing ledenraadsleden.
Datum: Vrijdag 15 december
Tijd: 19:00 – 21:00 uur
Locatie: Visveiling Urk locatie Harlingen, Nieuwe Vissershaven 25 te Harlingen
Uw aanmelding wordt op prijs gesteld en kunt u doen via het secretariaat, T 0527 – 69 81 51 of secretariaat@vissersbond.nl
Ledenvergadering Zoutkamp – Lauwersoog (attendering)
Op de agenda staat onder meer: MSC garnalen, aanlandplicht garnalenvisserij, bemanningszaken, windenergie op zee en verkiezing ledenraadsleden.
Datum: Vrijdag 15 december
Tijd: 15:00 – 17:00 uur
Locatie: Restaurette Schierzicht, Haven 8 te Lauwersoog
Uw aanmelding wordt op prijs gesteld en kunt u doen via het secretariaat, T 0527 – 69 81 51 of secretariaat@vissersbond.nl
Nederlandse Vissersbond deels tevreden met vangstquota 2018
De lidstaten van de Europese Unie en de Europese Commissie hebben op woensdagmorgen 13 december in Brussel een akkoord bereikt over de vangstquota voor de visserij in 2018. “Met deze vangstmogelijkheden kan de Nederlandse kottervisserij vooruit”, concludeert Johan Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vissersbond.
Grote stijging tarbot/griet
De vissoorten tarbot en griet zijn met 44% gestegen. “Al jaren wordt tarbot en griet, die tot de luxere vissoorten behoren, goed gevangen. Doordat er weinig bestandsonderzoek plaatsvindt, was het quotum de afgelopen jaren relatief laag. Met meer gegevens en nieuw rekenwerk is een forse toename van het quotum te verantwoorden”, legt Nooitgedagt uit.
Verlaging voor schol en tong
Voor de Nederlandse kottervisserij zijn de quota voor de verschillende platvisbestanden erg belangrijk. Veel ophef was er over het wetenschappelijke advies van ICES voor het scholquotum voor 2018. Nooitgedagt: “Uiteindelijk hebben de ministers en de Europese Commissie besloten het scholquotum te verlagen met 12% voor de Noordzee en 11% voor Skagerrak. Als je daar met een realistische blik naar kijkt, kan onze visserij goed vooruit in 2018.” Het tongquotum daalde, zoals geadviseerd door ICES, met 2,5%. “De daling van het quotum voor schol en tong heeft te maken met de ambitie om deze bestanden op MSY-niveau te beheren. Schol en tong in de Noordzee zijn robuuste bestanden en dat moet zo blijven”, vertelt Nooitgedagt.
Rog, kabeljauw, wijting en langoustine (Noorse kreeftjes)
Voor rog is besloten het quotum met 20% te verhogen. “We zien in de praktijk dat de TAC voor rog flink omhoog kan. Onderzoeksresultaten zullen dit aankomend jaar ook moeten uitwijzen”, vertelt Nooitgedagt. Voor kabeljauw en wijting is er voor het Noordzeequotum 2018 een verruiming van 10% en 40%. Het quotum van de langoustine is ook verhoogd met 22%.
Geen algeheel verbod palingvisserij zout water
De Europese Commissie gaf in november aan een vangstverbod voor paling in zout water te willen. Alle lidstaten van de Europese Unie hebben zich verzet tegen dit voorstel. Uiteindelijk heeft de visserijraad besloten om drie maanden sluiting van de palingvisserij (Nederlands model) in zout water op te leggen. “In het IJsselmeer en Markermeer, beide zoete wateren, zien wij de palingstand weer toenemen”, zegt Nooitgedagt. In Nederland geldt een vangstverbod op paling in de maanden september, oktober en november.
Harde maatregelingen zeebaars
Voor 2017 waren al rigoureuze maatregelen genomen om de zeebaars te beschermen en voor 2018 zijn deze maatregelingen nog verder aangescherpt. De Nederlandse Vissersbond heeft zich in 2017 hard gemaakt voor een gelijke behandeling in het vangstmogelijkheden voor zeebaarsvissers. Dit is voor een klein deel gelukt.
Bijlage: Tabel quota 2018
Garnalensector krijgt MSC-keurmerk voor duurzame visserij
Op dinsdag 12 december kreeg de Duitse, Deense en Nederlandse garnalensector het MSC-keurmerk uitgereikt. Dit gebeurde tijdens de Landbouw- en Visserijraad in Brussel in aanwezigheid van de Marine Stewardship Council en de visserijministers van de desbetreffende landen. Namens Nederland ontving Kees van Beveren, voorzitter van de Coöperatieve Visserij Organisatie, het MSC-keurmerk. “Wij zijn ontzettend trots dat de visserij op de Noordzeegarnaal nu ook wordt bestempeld met het duurzame MSC-keurmerk”, vertelde Van Beveren namens de Nederlandse garnalenvissers tijdens de bijeenkomst.
Beheerplan
De garnalensector uit Duitsland, Denemarken en Nederland heeft er alles aan gedaan om het MSC-keurmerk te behalen. Dat is een uitzonderlijke prestatie voor één van de laatste, grote Europese visserijen waarvoor geen door overheden ingesteld vangstquotum geldt. Om het blauwe MSC-keurmerk te bemachtigen zijn vissers zelf beperkende maatregelen overeengekomen. Zo schakelden ze de Universiteit van Hamburg en de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) in voor de ontwikkeling van het beheerplan en werd een Productie- en Afzetplan (PAP) gerealiseerd, waarin de garnalenvangsten nauwkeurig worden geregistreerd. “De garnalenvissers uit de drie Waddenzeelanden hebben de afgelopen decennia hard gewerkt om aan de hoge eisen van het MSC-keurmerk te voldoen. De uitreiking van het MSC-keurmerk is een kroon op hun werk en laat ook aan de consument zien dat de garnalen duurzaam zijn gevangen”, licht Van Beveren toe.
95% van de garnalenvangst
De garnalenvloot uit Duitsland, Denemarken en Nederland die onder het keurmerk van MSC mag vissen omvat 440 kotters. Deze garnalenkotters uit drie landen vangen jaarlijks ongeveer 30.000 ton garnalen, ruim 95% van de totale garnalenvangst in de Noordzee. “Het is een kunststukje om met zoveel garnalenvissers één gezamenlijk managementplan op te stellen. Maar het is gelukt, ondanks alle tegenstellingen in de sector. Daarmee laten we zien hoe garnalenvissers middenin de samenleving staan”, zegt Simon Koornstra, garnalenvisser van de HA4 uit Harlingen.
MSC-keurmerk
De Marine Stewardship Council (MSC) is een onafhankelijke organisatie die een internationaal erkend milieukenmerk en certificeringsprogramma heeft ontwikkeld voor duurzame wildvangstvisserijen. Om het MSC-keurmerk te krijgen doorliep de garnalenvisserij een open en transparante beoordelingsprocedure die werd uitgevoerd door de onafhankelijke partij Acoura Marine Ltd. Ook een coalitie van acht natuurorganisaties, waaronder het Wereld Natuur Fonds, Stichting De Noordzee, de Waddenvereniging en Natuurmonumenten, was intensief betrokken bij het MSC-certificeringsproces. Zij hebben kennis aangedragen en input geleverd op de beoordeling van Acoura Marine Ltd. “Visserij en natuurbeschermers hebben deze belangrijke MSC-certificering samen bereikt. Het traject was soms moeilijk, maar altijd constructief. En de bijdrage van de Nederlandse visserij is cruciaal geweest voor dit mooie resultaat. Nu moeten de garnalenvissers laten zien dat zij hun bijvangst verminderen en kwetsbare gebieden minder belasten. Wij hebben er alle vertrouwen in dat natuur en visserij hiervan gaan profiteren”, Zegt Aafke Brader, Noordzee-expert van het Wereld Natuur Fonds Nederland.
Toekomst
MSC-certificering is de erkenning voor een duurzame garnalenvisserij. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst moeten de garnalenvissers aan de huidige en aanvullende voorwaarden voldoen. Het inlossen daarvan wordt jaarlijks gecontroleerd. Zo is er een intensieve, grensoverschrijdende samenwerking opgezet tussen de garnalenvissers uit Duitsland, Denemarken en Nederland voor het meten van de effecten op het overige zeeleven. “De certificering van de garnalenvisserij laat zien dat het MSC-programma werkt: de vissers hebben hun krachten gebundeld en alles in gang gezet om de natuurimpact van de garnalenvisserij wetenschappelijk te begrijpen en te minimaliseren, om zo het MSC-keurmerk te verkrijgen”, vertelt Hans Nieuwenhuis, programmadirecteur van MSC Benelux. “Het gaat om ingrijpende maatregelen, die nu al in de praktijk worden gebracht. Ik neem mijn pet af voor allen die zich voor dit doel hebben verenigd. Dat geldt overigens ook voor de constructieve betrokkenheid van de natuurorganisaties”, aldus Nieuwenhuis.
Belangrijke documenten:
CVO:
Managementplan
Bijbehorende bijlage bij het Managementplan: Sanctie annex
Bijbehorende bijlage bij het Managementplan: NGO-akkoord
Managementplan samenvatting
Deelnemende schepen
Uitreiking MSC-certificaat voor garnalen
Dankzij een intensieve samenwerking tussen de garnalenvissers uit Duitsland, Denemarken en Nederland, wordt op dinsdag 12 december eind van de middag het MSC-certificaat uitgereikt aan de Duitse, Deense en Nederlandse garnalensector. Namens Nederland neemt Kees van Beveren, voorzitter van de Coöperatieve Visserijorganisatie (CVO), het certificaat in ontvangst.
Visserijministers
De visserijministers uit Denemarken, Duitsland en Nederland: Karen Ellemann, Christian Schmidt en Carola Schouten, zullen bij deze officiële erkenning van hun duurzame en verantwoorde vissersvloot aanwezig zijn.
Overhandiging
Camiel Derichs, Europees Directeur MSC, zal de certificaten overhandigen aan de vertegenwoordigers van German Brown Shrimp Steering Group GbR, Danish Fishermen Producer Organisation en Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO).
MSC-standaard
Met de certificering zijn de garnalenvissers door Acoura Marine Ltd. onafhankelijk getoetst aan de MSC-standaard om te voldoen aan drie eisen: een gezond garnalenbestand, een garnalenbestand dat goed wordt beheerd en een minimale invloed op het overige zeeleven. Een coalitie van acht natuurorganisaties, waaronder het Wereld Natuur Fonds, Stichting de Noordzee, de Waddenvereniging en Natuurmonumenten, was intensief betrokken bij het certificeringsproces.
Brussels akkoord over meerjarenplan Noordzeevisserij
Het Europees Parlement, de Raad Europese Visserijministers en de Europese Commissie hebben een akkoord bereikt over het meerjarenplan Noordzee, de nieuwe decentrale structuur voor het Europese Visserijbeleid. De invulling en uitvoering van het Noordzeevisserijbeheer komt waarschijnlijk al vanaf 2018 in handen van de Noordzeekuststaten. Bij het bekendmaken van dit nieuws balde het Europees Parlement (EP) de vuisten richting Groot Brittannië.
EP-rapporteur Ulrike Rodust verklaart in het persbericht: “De Noordzee is één van onze belangrijkste visgebieden. Het is van cruciaal belang dat we de visbestanden op een duurzame manier beheren, ook na de Brexit. In de laatste versie waarover nu akkoord is bereikt is daarom een extra passage opgenomen, waarin staat dat het delen van visbestanden ook het delen van verantwoordelijkheden betekent.” Daarmee neemt Europa en passant telling tegen geluiden uit Schotland, waar vissers na de Brexit ook quota en aanlandplicht overboord willen zetten.
Duurzaam en rendabel
Het akkoord voor het meerjaren beheerplan voor de Noordzee komt net voor het vaststellen van visserijquota voor 2018. Bij dat laatste wordt al voorgesorteerd op de uitgangspunten van het Noordzeeplan voor de komende jaren, waarin de begrippen ‘duurzaam en rendabel’ centraal staan.
Bijvangst niet gequoteerd
Tot het laatste moment was spannend hoe het beleid rond choke species (verstikkingssoort als gevolg van de aanlandplicht) vorm zou krijgen. Volgens Europarlementariër Peter van Dalen zijn daarover goede afspraken gemaakt, onder meer over het vaststellen van quota binnen bepaalde bandbreedtes en de focus op het actief beheren van doelsoorten en het monitoren van bijvangstsoorten. Het quoteren van bijvangstsoorten zou alleen maar meer ‘chokes’ opleveren.
Gezamenlijk duurzaam beheer
“De aanlandplicht is hiermee zeker (nog) niet van de baan, laat staan werkbaar en controleerbaar voor de visserijsector. Belangrijk element van de afspraak is de regionalisering en dat is eigenlijk de verantwoording neerleggen waar deze hoort: zo dicht mogelijk bij de regio waar de vissers wonen, werken en hun quota hebben. De uitvoering daarvan is overigens helemaal niet zo simpel wanneer je de meeste tijd doorbrengt in de wateren van een andere regio dan die van jezelf. Een belangrijk element is dan dus dat je de Noordzee als één regio ziet en gezamenlijk als Noordzeelidstaten het duurzaam beheer voert,” aldus voorzitter Johan Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt of Derk Jan Berends, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl
Verzet tegen windpark Hollandse Kust (zuid) sneuvelt bij Raad van State
De bouw van 126 windmolens voor de Noordzeekust mag definitief doorgaan. De Raad van State heeft de laatste bezwaren van tafel geveegd.
Het voornaamste bezwaar vanuit de visserij (ingebracht door VisNed) is het verlies aan visgronden. Dit vond de RvS echter te marginaal. Als Nederlandse Vissersbond betreuren we dit. Dit is een negatieve uitkomst voor de hele kottervisserij. In een eerder stadium heeft de Nederlandse Vissersbond ook getracht de bouw van het park te verhinderen met een zienswijze, maar na een eerdere uitspraak is afgezien van verdere stappen.
Windpark wint vanwege algemeen belang
Volgens de hoogste bestuursrechter heeft het ministerie van Economisch Zaken en Klimaat voldoende aannemelijk kunnen maken dat de bouw van de windmolens tussen grofweg Scheveningen en IJmuiden de beste optie is. De uitspraak bevestigt het beeld dat het belang van kustbewoners en de visserijsector (voedselvoorziening) het onderspit delft tegen het ‘algemeen belang’ van de energievoorziening.
Meer informatie?
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl