De bescherming en het herstel van trekvissen is van groot belang voor het Nederlandse watersysteem zo valt te lezen in een brief van Staatssecretaris Rummenie aan de Tweede Kamer. Verder valt te lezen dat vismigratievoorzieningen bij kunstwerken zoals stuwen, sluizen en gemalen helpen vissen als zalm, paling en fint ongestoord te migreren. Tegelijkertijd zijn deze plekken belangrijke visgebieden voor beroeps- en sportvissers. Mede daarom zou het cruciaal zijn dat het beleid rondom visserijvrije zones (VVZ’s) een goede balans vindt tussen natuurherstel en de belangen van vissers.

Staatssecretaris Jean Rummenie heeft duidelijk gemaakt dat bij het instellen van VVZ’s nadrukkelijk maatwerk wordt toegepast. Dit maatwerk houdt rekening met de kenmerken van de wateren én de visserijpraktijken, om zo onnodige beperkingen te voorkomen. De belangrijkste regels op een rij:

1. Grote zones bij Haringvliet en Afsluitdijk worden beperkt
   Aan de zeezijde van het Haringvliet geldt een VVZ van 1500 meter, en bij de Afsluitdijk 1000 meter. Omdat deze grote zones een disproportionele impact hebben op vissers met aantoonbaar lage bijvangst van trekvissen, worden binnen deze grote zones alleen de vistuigen verboden die een zeer hoge bijvangst veroorzaken: hokfuiken en staand want. In de eerste 250 meter vanaf de kunstwerken geldt echter wel een totaalverbod op alle vormen van visserij, omdat hier de meeste vissen zich ophopen en alle vistuigen impact hebben.
2. Kleinere zone bij Den Oever
   De VVZ bij Den Oever wordt teruggebracht van 1000 meter naar 500 meter. Dit komt doordat de fysieke kenmerken die de ophoping van vis versterken (zoals spuikom of trechtervorming) bij Den Oever ontbreken, waardoor een kleinere zone voldoende is voor effectieve bescherming.
3. Uitzondering in de wintermaanden
   In december en januari, wanneer relatief weinig vismigratie plaatsvindt, gelden de VVZ’s niet en mag er gewoon gevist worden. Dit is ook belangrijk voor de wolhandkrabvisserij, een visserij op een invasieve exoot, die met weinig bijvangst rond vismigratiepunten kan plaatsvinden.
4. Vervangende locaties voor vaste fuiken
   Voor vaste fuikenplaatsen die binnen nieuwe VVZ’s vallen, wordt waar mogelijk gezocht naar alternatieve vislocaties buiten deze zones, zodat de visserijactiviteiten zoveel mogelijk kunnen worden voortgezet.

In de brief is te lezen dat de maatregelen naar verwachting in de tweede helft van 2026 in werking zullen treden.

Reeds bestaande wetgeving garnalenvisserij

De in de brief aangekondigde maatregelen betekent een pakket waarmee meer recht is gedaan aan de positie van de vissers dan in het voorgaande voorstel. Er dient wel opgemerkt te worden dat in bepaalde gevallen er al maatregelen zijn genomen ter bevordering van vismigratie en de mogelijke negatieve effecten van de beroepsvisserij daarop. Zo is voor de garnalenvisserij reeds een verbod om te vissen in de spuikommen van Den Oever en Kornwerderzand. Dat is nu geregeld in de geldende gedoogbeschikking voor de garnalenvisserij en zal niet anders zijn in de aanstaande Wnb-vergunning per 1 juli 2025. Exacte begrenzing van de genoemde beperkingen zijn verkrijgbaar via ons secretariaat.