De European Bottom Fishing Alliance (EBFA) verwelkomt de evenwichtige aanpak van Europees Commissaris voor Visserij en Oceanen, Kadis, als het gaat om bodemberoerende visserij binnen Marine Protected Areas (MPA’s). In zijn recente toespraak benadrukte Kadis het belang van een wetenschappelijk onderbouwde strategie die biodiversiteitsbehoud in balans brengt met duurzame vispraktijken.
Op maat
De EBFA is met name bemoedigd door Kadis’ focus op maatgemaakte beoordelingen en evaluaties per geval, zodat beslissingen worden genomen op basis van bewijs, in plaats van brede aannames. Deze rationele aanpak, die de EBFA al lange tijd bepleit, kan onevenredige sluitingen van visgebieden onder de huidige en nieuwe milieuwetgeving, zoals de Natuurherstelwet, voorkomen.
Scheiding bindend en niet-bindend
Als onderdeel van de bredere EU-verplichtingen in het kader van het Oceans Pact, en in lijn met de doelstellingen van de VN-Oceaanconferentie (UNOC), benadrukte Commissaris Kadis enkele kernprioriteiten die aansluiten bij de waarden van de EBFA: solide wetenschap, effectieve monitoring, handhaving en essentiële ondersteuning aan lidstaten. De toekomstige plannen van de Europese Commissie om lidstaten te helpen bij het ontwerpen en implementeren van effectieve beschermde gebieden, zijn een cruciale stap om biodiversiteit te beschermen en tegelijkertijd duurzame visserij mogelijk te maken.
In zijn verklaring maakte Commissaris Kadis een belangrijk onderscheid tussen de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030, die niet juridisch bindend is, en de Natuurherstelwet, die wel bindende verplichtingen bevat. Dit onderscheid is van belang, omdat het ruimte biedt om af te stappen van eerdere onrealistische, niet-bindende doelstellingen, zoals de geleidelijke uitfasering van bodemberoerende visserij tegen 2030, of de volledige sluiting van 10% van de EU-wateren voor visserij. Volgens de EBFA hadden deze doelstellingen geen internationale steun en waren ze niet in overeenstemming met relevante VN-verdragen.
Effectanalyse per specifiek gebied
De Commissaris verduidelijkte verder dat bodemberoerende visserij in MPA’s beoordeeld moet worden op basis van een effectanalyse per specifiek gebied. Hij verklaarde: “Als bioloog hangt het af van waar de bodemberoerende visserij plaatsvindt en of deze een negatieve impact heeft op de doelsoorten, ecosystemen en habitats in een bepaald gebied. Wanneer er bewijs is van een negatieve impact, moet bodemberoerende visserij niet worden toegestaan. Echter, wanneer een effectanalyse aantoont dat er geen significante schade is—bijvoorbeeld in Natura 2000-gebieden, waar compatibele activiteiten zijn toegestaan—dan moet bodemberoerende visserij kunnen doorgaan.”
Iván López, voorzitter van de EBFA, waardeert de genuanceerde benadering: “Wij prijzen Commissaris Kadis voor zijn genuanceerde benadering, die de behoeften van biodiversiteitsbescherming, duurzame visserij, kustontwikkeling en voedselautonomie in evenwicht brengt. Wanneer goed beheerd en gereguleerd, zoals in Europa het geval is, kan bodemberoerende visserij samengaan met biodiversiteitsdoelstellingen. Niet alle beschermde gebieden zijn strikt ‘no-take’ of volledig beschermde zones. In veel gevallen is gereguleerde bodemberoerende visserij toegestaan binnen specifieke zones van MPA’s, waar deze niet conflicteert met de beschermingsdoelstellingen. En deze toelatingen zijn gebaseerd op uitgebreide wetenschappelijke beoordelingen. Sommige MPA’s zijn bijvoorbeeld ontworpen om vogels te beschermen, die niet worden beïnvloed door bodemberoerende vistuigen.”
Rationeel
De EBFA roept op om deze rationele benadering te handhaven in het aankomende Oceans Pact en de UNOC, in plaats van emotionele campagnes en algemene verboden, die slechts de achteruitgang van de Europese vissersvloot zouden versnellen en de afhankelijkheid van import uit niet-duurzame bronnen, zoals Rusland of China, zouden vergroten.
Johan K. Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vissersbond, onderstreept het belang van een wetenschappelijke en realistische benadering: “De Nederlandse visserijsector staat voor grote uitdagingen, en een evenwichtige beleidsaanpak is essentieel. Het is goed om te zien dat Commissaris Kadis oog heeft voor de praktijk en erkent dat bodemberoerende visserij op verantwoorde wijze kan samengaan met natuurbescherming. Het is van belang dat besluiten gebaseerd zijn op feiten, en niet op emotie, zodat de toekomst van onze sector en de voedselvoorziening in Europa gewaarborgd blijft.”
De EBFA staat klaar om samen te werken met de Europese Commissie en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling en implementatie van beleid, dat wetenschappelijk bewijs, duurzaamheid en de bescherming van ons gezamenlijke maritieme erfgoed centraal stelt.
De EBFA
De European Bottom Fishing Alliance (EBFA) is een coalitie van 20.000 vissers en visserijmedewerkers, die 7.000 schepen vertegenwoordigt uit 14 Europese kustlanden. De EBFA pleit voor beleid, dat duurzame visserijpraktijken bevordert en de lange termijn gezondheid van mariene ecosystemen beschermt. De EBFA werkt samen met belanghebbenden uit de industrie, overheden en milieugroepen om ervoor te zorgen dat bodemberoerende visserijactiviteiten worden uitgevoerd met respect voor milieubehoud en de ondersteuning van kustgemeenschappen.
De Nederlandse Vissersbond is vanaf het eerste uur lid van de EBFA en draagt actief bij aan het beleid en de belangenbehartiging van de alliantie.

Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt.