Afgelopen maand bevestigde Wageningen Economic Research dat 2016 een historisch goed jaar was voor de Nederlandse kottervisserij. De goede resultaten zijn mede te danken aan de hogere visprijzen.
Een neveneffect van deze hogere prijzen lijkt een toename van het aantal viswinkels. Maar ook: Nederlanders zijn in 2016 minder vis gaan eten. Hoewel de Europese marktwaarnemer Eufoma constateert dat de consumptie van verse vis in Nederland in 2016 is afgenomen met drie procent ten opzichte van 2015, is het aantal viswinkels juist toegenomen met vijf procent (bron: CBS). Tussen 2007 en 2016 is het aantal verkooppunten van verse vis zelfs met meer dan dertig procent gestegen.
Vis verstandig en gezond
In een artikel op de website van de NOS wordt de oorzaak toegeschreven aan de toegenomen bewustwording bij consumenten dat vis gezond is en dat men voor echt verse vis in de viswinkel moet zijn.
Vissersbondsecretaris Derk Jan Berends denkt dat de schijnbare tegenstelling van meer verkooppunten tegenover minder visconsumptie het gevolg is van kieskeurigheid: “Uit dat onderzoek van Eufoma blijkt dat de marktwaarde met gemiddeld acht procent is toegenomen. Dus we eten qua gewicht wat minder en betalen wat meer voor kwaliteit. Dat verklaart ook de toename van het aantal viswinkels. Vroeger kocht men misschien diepvriesvis in de supermarkt of kweekvis als pangasius, die eerst de halve wereld over om op je bord te belanden. Consumenten kiezen nu meer voor kwaliteit en betrouwbaarheid, voor verse en duurzaam wild-gevangen Noordzeevis.”