HARLINGEN/URK – Met veel moeite is het de eerste hectische week van 2021 gelukt (import)vis van Britse vlagkotters op de Urker visafslag te krijgen. De papierwinkel is enorm.
De eerste Britse vislossing was vorige week woensdagnacht van de FD 283 in de haven van Harlingen. Alvorens de vangst van 330 kisten op transport ging moest alle vis in Harlingen worden gewogen. Dus moest het ijs er af, en elke kist vis daar overgestort worden. Het wegen van de complete vangst was volgens de overheid conform EU-regels en IUU-normen voor (import)vis uit derde landen.
Na de Brexit is het Verenigd Koninkrijk een derde land. Britse vis mag alleen gelost worden in aangewezen havens en na toestemming van de NVWA/Douane. Eigenlijk voorziet de regelgeving er niet in dat een visafslag zoals Urk niet aan zee ligt en afhankelijk is van vervoer over de weg. Een extra complicatie voor Urk is de aangewezen Eemshaven, waar dus wel gelost mag worden, maar waar geen faciliteit is om visvangsten te wegen.
Afslagdirecteur Teun Visser was vorige week woensdag in Hanstholm, waar hij Britse kotters zeegewogen vis zag lossen. Die vis werd alleen steekproefsgewijs gewogen conform het bestaande Deense controleplan bij de EU. Visser nam dat voorbeeld mee naar het zoveelste overleg met het ministerie van LNV/NVWA. Via de hoofdinspecteur van de NVWA werd ontheffing gekregen, met de aantekening dat na het sorteren en wegen op Urk een nieuw vangstcertificaat in het VK moet worden opgevraagd alvorens over te kunnen gaan tot de verkoop.
Extra rondjes
Om alles in goede banen te leiden reed Visser vrijdag naar Harlingen, waar de RN 1 binnen liep om te lossen. De dienstdoende inspecteurs bleken daar nog geïnformeerd te moeten worden over de ontheffing van het wegen op de Harlinger visafslag.
Heel anders verging het de PZ 657 ‘Our Anna’. Alle (vier) benodigde documenten waren na internetontvangst rond middernacht ingestuurd. Maar toen bleek dat er een vergissing was gemaakt in de omrekening van levend/dood gewicht en moest ’s nachts opnieuw toestemming worden gevraagd om te lossen. Om een proces-verbaal te voorkomen voer de PZ 657 enkele extra rondjes over de Waddenzee alvorens ’s morgens om zeven uur met drie uur vertraging binnen te komen.
Afgelopen maandagmorgen vond er op de Urker visafslag vervolgoverleg plaats tussen de NVWA, het ministerie van LNV en de sector. ,,In goed overleg hebben we werkafspraken gemaakt om de vis uit derde landen soepel binnen de regelgeving aan te landen’’, zegt Teun Visser.
Een woordvoerder van LNV-minister Schouten zegt na het overleg dat er in overleg met Brussel naar oplossingen wordt gezocht voor de vlagkotters. Het streven is om de import-lossingen zo soepel mogelijk te laten verlopen, met daarbij als kanttekening: éénduidige regels zonder verschillen tussen EU-lidstaten.
De NVWA heeft vorige week vier Britse kotters een waarschuwing gegeven voor het binnenlopen zonder toestemming vooraf. En er is één proces-verbaal aangezegd voor het verhandelen van vis die nog niet was vrijgegeven.
Vebatrans
Woensdagnacht losten de eerste Britse flyshooters hun vangst in Le Havre. Langer kon niet gewacht worden. Vebabrans reed met drie auto’s naar Frankrijk. ,,Natuurlijk was er de nodige spanning, maar het is ons uiteindelijk niet tegengevallen’’, zegt directeur Dubbele Bakker. Niet voorkomen kon worden dat de vis met vertraging op Urk kwam en niet eerder dan vrijdag geveild kon worden. In Boulogne bleek donderdagavond dat de vis eerst een veterinaire keuring moest ondergaan alvorens op transport naar Urk te mogen. Die keuring kon niet eerder dan vrijdagmorgen plaats vinden, en de verkoop derhalve pas op maandag. ,,Het is dus geen gelopen race. Er kunnen nog altijd onredelijke vertragingen ontstaan, met enorme prijsval tot geval.’’
Het was een hectische week met veel bel- en regelwerk om de eerste vis na de handelsdeal in te kunnen voeren, ervoer Bakker. En met hem de vissers op de vlagvloot. ,,Vooral in Nederland. De houding van de controle-instanties was met enkele uitzonderingen daargelaten arrogant en zeker niet behulpzaam of dienstbaar. Kleine invoerfoutjes in de zeer omslachtige administratieve procedures, alsmede strubbelingen met het verzenden en de benodigde terugkoppeling(en) leiden meteen tot waarschuwingen en boetes. Schepen mochten zonder goedkeuring de haven niet invaren, wat in sommige gevallen resulteerde in onveilige situaties en het uren voor de kust blijven steken.’’
Bakker moet wat van het hart. ,,In onze maakbare samenleving is het goed om te beseffen dat visserij eerst en vooral op ‘hoop van zegen” en in sterke afhankelijkheid plaats vindt. Verder zijn er velerlei factoren en (weers)invloeden die de aanlanding van vis en binnenkomst bepalen. Het gaat om hoogwaardige (dag)vers gevangen voedsel wat met redelijkheid en enige zekerheid de andere morgen vroeg op de veiling moet kunnen zijn. Anders heeft dat kwaliteitsverlies en enorme prijsval tot gevolg, zeker bij flyshootvis. We zullen dus allemaal moeten dealen met deze omstandigheden en beperkte mogelijkheden, en bij invoer/aangifte vooral de ‘voorlopigheid’ met betrekking tot gewicht en opbrengst. Ambtenaren van de rijksoverheid zijn als het goed is dienstbaar aan de maatschappij. Als wij als (logistiek) dienstverlener gaan bepalen of en wanneer schepen binnen mogen komen zijn we héél gauw klaar. We willen een trotse sector zijn die de samenleving gezonder maakt en van (h)eerlijk voedsel voorziet. De hele manier van werken en acteren van ambtelijke instanties is confronterend en doet daarbij onwerkelijk aan. Zeker als IUU-normen (illegaal, ongemeld, ongereglementeerd) en infractieprocedures het uitganspunt zijn.”
Bron: Visserijnieuws