Het is vrijdagmorgen 05:45 uur als ik de aalvissers van de IJsselmeerkotter HK-17 begroet op de Oostvaardersdijk in Lelystad. We schudden handen en de laatste voorbereidingen worden getroffen om binnen enkele minuten het Markermeer op te gaan.
Het is voor mij niet de eerste keer op zee, maar de aalvisserij heb ik in de afgelopen vijftien jaar dat ik werkzaam ben in de visserij niet eerder meegemaakt.
Stevige bries
Er staat een stevige bries met buien als de kotter – met aan boord de Elburgers Jan Henk Westerink, Jan van Triest en zijn zonen Altwin en Aart-Jan en ik – het ruime sop kiest. Buiten de haven wordt direct koers gezet naar de vaste fuikenplaatsen langs de Markerwaarddijk, beter bekend als de Houtribdijk. De kotter ziet er ondanks haar respectabele leeftijd (1959) nog altijd spik en span uit. Met de ervaren schipper Jan aan het roer worden de eerste fuiken binnen een half uur varen bereikt. Het anker gaat uit en de oliepakken worden aangetrokken. Ik mag die van de schipper aan.
De brede stalen bijboot, een vlet met buitenboordmotor, wordt langszij gebracht. Altwin (18) en Aart-Jan (20) springen er behendig in gevolgd door Jan Henk (52). Als onhandige landrot spring ik er ook in. Aart-Jan start de motor en zetten we koers naar de fuiken. Tijdens het varen was me al opgevallen hoe hoog de golven kunnen zijn op het Markermeer. De wind heeft een kracht van 5-6 Bf uit zuidwest en de golven met schuimkoppen klimmen tegen de dijk op waarlangs de fuiken staan. Het is even wennen om je evenwicht te bewaren als de boot stilligt op de golven, voor de zekerheid blijf ik eerst maar op de rand zitten. De andere mannen gaan meteen aan de slag en trotseren staande in de boot gemakkelijk de golfbewegingen.
Legen van de fuiken
De eerste fuik wordt gelicht en dat is nog best wel een werk, zeker met deze golfslag, regen en wind. De fuiken staan twee aan twee tegenover elkaar met schutwant ertussen met touw en haken aan de palen vastgemaakt. Zodra een van de fuiken is losgemaakt van de palen begint het ophalen van de hoepels, de ronde buizen waarover het want gespannen zit. Hoepel voor hoepel wordt op handkracht uit het water getrokken tot dat alle vis in het achterste deel van de fuik zit. De ondermaatse, veelal levende vis wordt er met een schepnet uitgehaald en direct teruggezet in het water. Een grote zwerm meeuwen en sternen vliegt rondom de boot. De vogels pikken de visjes met dankbaarheid uit het water.
Wat mij opvalt is dat er veel grote snoekbaars (30-42 cm), allemaal springlevend, overbood gaat. Dat is een goed teken, want die snoekbaars kan weer doorgroeien voor de toekomst. Vervolgens wordt de zak aan boord gehesen – uitpuilend van maatse aal en snoekbaarzen – en geleegd in de leefbun. De vis blijft rondzwemmen aan boord terwijl de volgende fuik wordt geleegd. Nadat we twee fuiken hebben geleegd zetten we koers naar de kotter om de vangst en de lege fuiken aan boord te brengen.
Jan staat ons al op te wachten met een stel schone fuiken in de mast van de kotter. De levende vis wordt met behulp van een schepnet in een ton met water overgezet op de kotter. Daar wordt de vis gesorteerd en in de leefbun gedaan. De twee schone fuiken met schutwant ertussen worden aan boord van de bijboot gehesen. De set vuile fuiken worden in de mast gehesen en door Jan schoongespoten met de hogedrukspuit. Intussen zetten wij met de bijboot weer koers om nieuwe fuiken te legen. Het ritme van halen, lossen, selecteren en zetten gaat de hele dag door.
Dikke, gladde, blauwe en zieke aal
Het vangen van aal is één maar ze in de bun krijgen is twee. Het valt waarachtig niet mee om een aal vast te pakken die langs de bun is geschoten. Al kronkelend ligt die op het dek en als je hem beetpakt glibbert die zomaar door je vuist heen weer los: “zo glad als een aal” is wat het letterlijk is. Toch weten de vissers er wel raad mee. Na een paar verwoede pogingen van mijn kant om een aal vast te pakken en in de bun te doen, ontnemen de ervaren vissers met een of twee keer grijpen de aal zijn vrijheid definitief. Een stevige greep op het achtereind van de aal blijkt de oplossing. De aal wil achteruit en dan heb je hem het langste vast. Weer wat geleerd.
Jan Henk wijst mij er op dat sommige alen een blauwe kleur hebben in plaats van bruingroen. De vissers denken dat het uitgezette pootalen zijn, gekweekte alen dus. Voor de prijs maakt het niet uit maar het valt wel meteen op. Een keer laat Altwin mij een dunne aal zien met rode puntjes op de kop. “Die gaat binnen een paar uur dood als we die zouden aanlanden, die is ziek”. En dode aal heeft geen marktwaarde en daarom wordt die teruggezet. Het warme weer kan ook parten spelen als alen sterven door zuurstofgebrek. Gelukkig halen we verder geen zieke of dode aal uit de fuiken maar juist heel levendige en gezonde exemplaren. Het is goed om te zien dat er veel aal gevangen wordt van allerlei maten en dikten. De visserij op aal zit weer in de lift en dat kan alleen maar omdat het bestand zich aan het herstellen is.
Koffie verhalen
Om 9 uur en 12 uur wordt er gepauzeerd aan boord van de kotter. Het oliegoed wordt te drogen gehangen aan dek en we dalen langs de ladder af in de kajuit. Voor de gelegenheid heb ik een thuisgebakken kruidkoek meegenomen die goed blijkt te smaken. Tijdens de koffie worden de vangsten en andere visserijzaken besproken. Ik heb veel vragen over de praktijk en de mannen vertellen er graag over.
De aalvangsten zijn net als vorig jaar goed. Een paar weken geleden vingen ze op een dag zelfs 800 pond. De prijzen aan het begin van het seizoen waren slecht, vooral voor de dunne aal. De verwerkingscapaciteit voor aal is beperkt en te grote aanvoer leidt dan tot een prijsval. Inmiddels zijn de prijzen weer goed.
Altwin en Aart-Jan gaan in hun vrije tijd graag mee met de kotter. Op dit moment hebben ze een baan aan de wal, maar het vissermanbloed stroomt door hun aderen. Het liefst zouden ze alle dagen vissen, net als de zoon van Jan Henk die op de Noordzee vist. Voorlopig zit dat er niet in, want de huidige generatie vissers kan het werk nog goed aan.
Jan en Jan Henk zijn neven en werken al heel wat jaren samen in de VOF Van Triest & Westerink. Jan heeft na zijn middelbare school de HTS gedaan. Toch is Jan na het behalen van zijn ingenieursdiploma niet aan de wal gaan werken. Zijn vader Aart was visserman op het IJsselmeer en later de Randmeren. Na zijn overlijden heeft Jan zijn kotter (EB-68) en vergunning overgenomen. Sindsdien is hij IJsselmeervisser.
Ook de vader van Jan Henk, Beert Westerink, was visserman op het IJsselmeer en is jong overleden. Jan Henk heeft het visserijbedrijf (EB-40) uiteindelijk overgenomen. In 2004 hebben Jan en Jan Henk de kotter HK-17 en de bijbehorende vergunning van Johan Petersen uit Harderwijk overgenomen. De mannen vissen op het IJsselmeer en Markermeer met grote fuiken. Op de Randmeren hebben ze ook vangstrechten, maar die hebben ze verhuurd in ruil voor fuiken op het Markermeer en IJsselmeer. De ontwikkelingen op het IJsselmeer en Markermeer zijn onderwerp van gesprek.
Dijkversterking en Markerwadden
In het westen doemen bergen zand en werkende kranen op uit zee; de aanleg van de Markerwadden. Als ik de vissers vraag wat ze daarvan vinden, halen ze hun schouders op. “Door de Markerwadden hebben we vandaag minder last van de deining”, grapt Altwin. Gelukkig hebben ze van die kunstwerken hier weinig last. Dat is anders voor de dijkversterking van de Houtribdijk.
De fuiken van Jan en Jan Henk staan aan de Markermeer-zijde van de Houtribdijk. Het zijn de eerste fuiken die je na kilometers langs de dijk varen tegenkomt. Het zijn goede plekken die zorgen voor een belangrijk deel van het inkomen van de vissers. Het probleem is dat deze fuikenplekken tijdelijk verdwijnen door de zogenaamde dijkversterking die de komende maanden zal worden uitgevoerd. De vissers moeten hiervoor nog compensatie aanvragen, maar daar is het de vissers niet om te doen. Het verlies aan fuikenplekken is een grote zorg ook als het tijdelijk is. Want hoe tref je je visgrond na de werkzaamheden aan?
Op de as naar Urk
Na de lunch wordt koers gezet naar Lelystad. Net buiten de haven worden nog twee fuiken gehaald en gezet. Jan heeft de kotter inmiddels in de luwte van de haven geankerd en begint aan de grote schoonmaak. Het dek en de bijboot worden gronding schoongespoten. De aal wordt in drie maten gesorteerd: dun, middel, dik. Iedere soort zit in een apart leefnet in de bun. De snoekbaars wordt in tonnen gedaan.
Nadat alles gesorteerd en opgeruimd is wordt het anker gelicht en wordt aangelegd aan de kade. Jan rijdt zijn auto met aanhanger langs de kotter. Op de aanhanger staat een met water gevulde leeftank. Een luchtpomp zorgt voor voldoende zuurstof voor de aal. Dan worden met behulp van een takel de zakken met aal (dun, dik en middel) uit de bun in de tank gehesen. De dunne en middel blijven in de zak, de dikke aal mag in de tank rondzwemmen. Vervolgens worden de tonnen met snoekbaars op de kar gezet en met een zeil afgedekt. Nadat alles is vastgesjord vertrekken Jan en Aart-Jan met de vangst naar de IJsselmeervisafslag Urk. Jan Henk en Altwin blijven aan boord om nog wat werkzaamheden te doen.
Ik neem afscheid van de mannen. Om 13:00 uur rijd ik weer in de auto naar het kantoor van de Nederlandse Vissersbond in Emmeloord. Onderweg besluit ik toch nog even op de IJsselmeerafslag op Urk te gaan kijken. Precies op tijd maak ik het lossen van de vangst van de HK-17 mee. Prachtig om te zien, al die springlevende aal en snoekbaars die aan de meest biedende koper kan worden verkocht. Een prachtproduct waar heel veel arbeid en kunde in zit opgesloten.
Trots en respect
Als ik die middag op kantoor kom zit ik vol verhalen. Trots op de vissers en respect voor deze mannen die iedere dag hun brood op zee verdienen. Het werk aan boord van een kotter is zwaar en vol gevaren maar het is, ondanks alle bedreigingen en beperkingen, vooral ook een vrij beroep. Thuis gekomen blijven de beelden nog lang door mijn hoofd spelen; de wind, de deining, het handenwerk en de levende vis. Een dag op zee en je weet weer waar je het allemaal voor doet. Zelfs voor een landrot die ik ben. Dank aan de vissers van de HK-17 voor deze prachtige ervaring.
Derk Jan Berends
Meer informatie
Voor meer informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, T 0527-698151 of per e-mail: secretariaat@vissersbond.nl.