Het ministerie van LNV bericht een akkoord te hebben bereikt over de toekomst van de IJsselmeervisserij, inclusief vangstbeperkingen. De PO-IJsselmeer/ Vissersbond laat weten nergens voor getekend te hebben. ,,En zeker niet voor het innemen en onteigenen van niet gebruikte staande netten, daarvoor zal geld moeten komen’’, reageren Johan Nooitgedagt en Derk Jan Berends van de Nederlandse Vissersbond. Heel veel moet nog concreet uitgewerkt worden alvorens de IJsselmeervisserij echt op de schop gaat.
LNV-minister Carola Schouten zond vorige week donderdag een brief aan de Tweede Kamer over afspraken over een kleinere vloot, beperking van de vangstcapaciteit en strengere regels voor de overgebleven IJsselmeervissers. Volgens LNV is daar met vissers, sportvissers, betrokken provincies, Vogelbescherming, Rijkswaterstaat en stichting Het Blauwe Hart overeenstemming over bereikt. De sector moet ‘oogsten van de rente’, luidt het credo. Gesproken wordt over een kleine, economisch gezonde sector met stabiele opbrengst en een duurzame visserij in balans met natuur, milieu en recreatie.
>> Lees ook het persbericht ‘Akkoord over duurzame visserij IJsselmeer’ van het ministerie LNV
Mijlpaal voor het IJsselmeer
,,Samenvattend heb ik met de partijen een ambitieuze stip op de horizon gezet’’, schrijft minister Schouten. ,,Dit is een mijlpaal voor het IJsselmeer. Het begin is er en daarmee is de belangrijkste horde genomen. We hebben nu allemaal hetzelfde doel voor ogen: een gezonde visstand, een vitaal ecosysteem, duurzame visvangst en een kleinere, economisch gezonde groep IJsselmeervissers. Dat is waar we de komende jaren gezamenlijk aan gaan werken.”
De PO-IJsselmeer/Vissersbond was niet betrokken bij het opstellen van de kamerbrief. Secretaris Berends kreeg vooraf wel bericht dat de Tweede Kamer geïnformeerd zou worden over de toekomst van de IJsselmeervisserij. Maar de inhoud van de brief was voor Berends net zo onbekend en verrassend als voor de vissers.
36 procent
Wat niet verrassend is is de boodschap dat de schubvisvisserij met 36 procent verder verminderd moet worden. Vorig jaar had Wageningen Marine Research dat geadviseerd. Met name om de brasem en blankvoorn te ontzien. De oplossing was toen het eigen ‘plan B’ van de IJsselmeervissers, met de financiering van eigen controle en handhaving. Begin dit jaar werd echter geconcludeerd dat dit plan mislukt was. Bij de nieuwe vergunningverlening afgelopen zomer had het ministerie van LNV al aangegeven later dit jaar met aanvullende vangstbeperkingen te zullen komen. Een besluit daarover wordt straks genomen na een nieuw advies van WMR en Wageningen Economic Research.
Het ministerie noemt alvast wel een aantal mogelijkheden tot vangstreductie: bijvoorbeeld door het aantal toegestane netten te verminderen, of een gesloten periode of gesloten gebieden te introduceren. Met de provincies wordt gezamenlijk gekeken naar maatregelen die niet alleen bijdragen aan het herstel van de vis, maar ook naar maatregelen die het risico op bijvangsten van futen, aalscholvers en kuifeenden verminderen.
In de huidige vergunning voor de schubvisserij zijn overigens ook al extra maatregelen getroffen – lees: gebieden verboden – om het risico te verkleinen dat watervogels in staand net verdrinken. IJsselmeervissers hebben daar bezwaar tegen gemaakt.
STIJ
Het akkoord waarover LNV nu communiceert is voor een belangrijk deel gestoeld op de notitie ‘Van houtskoolsschets naar Transitieagenda duurzame visserij’ van vorig jaar mei van de Stichting Transitie IJsselmeer. Zestien beroepsvissers/koplopers op het IJsselmeer/Markermeer hebben hun naam onder een intentieverklaring gezet voor meer vis voor vissers en vogels, een herstructurering van de vloot, digitale vangstregistratie, goede bestandsopbouw en betere handhaving met zwaardere straffen.
Met alle partijen aan tafel is op 4 juli in het zogenoemde Bestuurlijk Overleg in Den Haag een akkoord op hoofdlijnen besproken, zegt directeur/secretaris Nico Beun van de STIJ. ,,Minister Schouten neemt nu haar verantwoordelijkheid. De Tweede Kamer heeft haar hier afgelopen voorjaar ook toe opgeroepen’’, aldus Beun. ,,Aan veel van de voornemens moet nog handen en voeten worden gegeven. Dat mist nog in de kamerbrief. Alle partijen kijken reikhalzend uit naar de toegezegde roadmap met de consequenties van de voornemens.’’
Beun wil gezegd hebben dat de genoemde vangstbeperking voor schubvis ‘zeker niet ons plan is’. ,,De brief en het LNV-persbericht wekken de indruk dat partijen het eens zijn over wat er in de brief staat. Dat is zeker niet van toepassing op het verminderen van de vangsten met 36 procent. De beroepsvissers zijn daar niet mee akkoord gegaan.’’
Zorgvuldigheid gaat boven snelheid, schrijft minister Schouten over haar aanpak. Zij wil geen onomkeerbare besluiten nemen waarmee uiteindelijk de visserij, de natuur of het ecosysteem verliezer is. In de kamerbrief noemt Schouten elf maatregelen die de komende drie jaar uitgewerkt moeten worden.
Heikele punt
Over veel plannen is de PO-IJsselmeer/Vissersbond bij monde van voorzitter Johan Nooitgedagt en Derk Jan Berends het eens. Invoering van een digitale vangstregistratie en het idee om vissers real-time te volgen (bijvoorbeeld met een blackbox) zijn geen nieuws. Invoering van een bestuurlijke boete vindt Berends geen slecht idee. De optie voor invoering van een TAC en quotasysteem acht hij niet wijs. Uiteraard zijn de vissers voor verbetering van de bestandsschattingen, net als met ondersteuning van innovatieprojecten vanuit EFMZV-subsidies voor selectiever vissen. ,,Een goede zaak’’, aldus Berends. Over het beter afstemmen van de Visserijwet, de Wet Natuurbescherming en de Kaderrichtlijn water zegt Nooitgedagt: Graag!
Met de noodzaak voor herstructurering van de vloot is de Vissersbond het ook eens. Maar Berends en Nooitgedagt hameren wel op een eerlijke discussie op dit punt waarbij er ook onder ogen wordt gezien dat vissers als gevolg van natuurprojecten, windparken en zandwinning beetje bij beetje van het water worden gedrukt. ,,Van de huidige 600 staande netten in het hele IJsselmeer kunnen natuurlijk niet alle vissers leven. Er zijn vergunninghouders met niet meer dan 8 perkjes, en dat dreigt nog verder teruggebracht te worden naar 5.’’
Hét heikele punt is het voornemen van LNV om rechten voor staande netten definitief in te nemen als deze aantoonbaar niet meer gebruikt zullen worden. Gedacht wordt aan een termijn van ongeveer zes jaar. Berends wordt er boos over: ,,Eerst voer je een beperkingen van 85 procent door. En dan nog eens eentje met 36 procent, terwijl het met snoekbaars wel beter gaat. En dan wil je merken innemen. Er is feitelijk al sprake van een koude sanering, en dus laat voor iedereen glashelder zijn: wij gaan hier never mee akkoord! Wij willen een warme sanering.’’
Over de financiering merkt het ministerie van LNV op dat deze nog onderwerp van overleg is tussen de rijksoverheid en de provincies Flevoland, Friesland en Noord-Holland. Schouten: ,,Dit najaar gaan we de ambities afzetten tegen de praktijk, op juridisch, organisatorisch en financieel vlak, zodat we zicht krijgen op een realistische vertaling.’’
Paling
Minister Schouten heeft ook de tussentijdse evaluatie van het Nederlandse aalbeheerplan aan de Kamer verzonden. Het plan laat een substantiële afname van de sterfte door vissers zien. Opgemerkt wordt dat de visserijsterfte van aal op het IJsselmeer nog relatief hoog is ,,Aanvullende daling in sterfte moet nu vooral komen van het oplossen van de vismigratieknelpunten’’, schrijft Schouten.
Komend najaar start de Europese Commissie met consultatie en eventuele aanpassing van het aalherstelplan. Tot die tijd blijft het Nederlandse plan van kracht.
Dit artikel verscheen op 21 september 2018 in Visserijnieuws.