In de loop van 2017 hebben onderzoeksreizen plaatsgevonden op de GO 23, de UK 33 en de TX 3. Daarbij is hoofdzakelijk gekeken naar de overleving van ondermaatse schol en naar manieren om die te verbeteren en in kleinere mate naar de overleving van tong, tarbot, stekelrog en griet. Op zaterdagochtend 5 juli 2017 vond een bijeenkomst plaats waarbij de voorlopige resultaten van het overlevingsonderzoek werden gepresenteerd.
Dit onderzoek door Wageningen Marine Research wordt namens de kottersector door VisNed gecoördineerd. Deze bijeenkomst had als doel om met de aanwezigen in gesprek te gaan over prioriteiten voor het verdere onderzoek.
Korte trekken en waterbakken
Tijdens de onderzoeksreizen is gekeken in hoeverre het doen van kortere trekken (90 minuten i.p.v. 120 minuten) de kans op overleving van schol verbetert. De huidige onderzoeksresultaten laten geen hogere overlevingspercentages zien bij kortere trekken in vergelijking met de overleving bij trekken van twee uur. Ook is onderzocht of aanpassingen aan de verwerkingslijn het overlevingspercentage omhoog brengt. Met verschillende soorten stortbakken waar water in gepompt wordt is gekeken of dit de overleving omhoog brengt. Tot nu toe is gebleken dat de eerste vis die op de sorteerband komt uit een aangepaste overlevingsbak beter overleeft, de laatste vis die van de band komt toonde bij twee van de drie reizen ook een verhoogde overlevingskans in vergelijking met de gewone stortbakken, maar minder goed dan de eerste vis die op de sorteerband kwam.
Tong, tarbot, rog en griet
Per reis wordt ook kleine hoeveelheid tongen, tarbotten, roggen en grieten gemonitord. Daaruit blijkt dat tong, tarbotten en roggen beter overleven dan schollen. Grieten zijn wat gevoeliger en hebben een lagere kans het vangst- en verwerkingsproces te overleven dan tarbot en rog. De overlevingspercentages van tarbot, griet en rog zijn echter indicatieve cijfers omdat nog maar beperkte aantallen van deze soorten zijn gemonitord. De overlevingskans van tong is tijdens eerder overlevingsonderzoek ook al onderzocht.
Vervolgonderzoek
Binnen het project Overleving staan nog meer onderzoeksreizen gepland op grote pulskotters om meer data te verzamelen en daardoor met meer zekerheid vast te stellen wat de overlevingskans van de onderzochte soorten is. Tijdens de komende reizen zal de focus liggen op het ‘waarom’ achter de overlevingspercentages bij de aangepaste stortbakken. Daarnaast werd geopperd om testen te gaan doen met knooploos netwerk. De hoop is dat de afwezigheid van knopen in het netwerk ervoor zorgt dat de vis gaver blijft waardoor de overlevingskans groter wordt. Of het haalbaar is om binnen dit project testen te doen met knooploos netwerk zal worden bekeken.
Hoge overleving, uitzondering op de aanlandplicht
De aanlandplicht is bedoeld om selectiviteitsverbetering te stimuleren. Daartoe wordt het selectiviteitsproject Netinnovatie Kottervisserij uitgevoerd, waarvan de Nederlandse Vissersbond trekker is. Verder kent de aanlandplicht uitzonderingsmogelijkheden voor visserijen met hoge overleving. Soorten kunnen worden uitgezonderd van de plicht om de ondermaatse vissen aan te landen wanneer wetenschappelijk is aangetoond dat deze een hoge kans hebben om het vangstproces te overleven.
De kotterorganisaties hebben onder de vlag van de Coöperatieve Visserijorganisatie (CVO) eerder onderzoek (tussen 2014 en 2015) laten uitvoeren naar de overleving van discards door Wageningen Marine Research. Daarna is besloten de onderzoeken te verdelen. De Nederlandse Vissersbond voert nu het project Netinnovatie uit en VisNed het vervolg op het overlevingsonderzoek (Overleving II) en het project Best Practices II.
Wat is hoge overleving?
Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) zegt nergens welk percentage geldt als een ‘hoge’ overleving. De Nederlandse kottersector is van mening dat overlevingspercentages geëxtrapoleerd moeten worden. Hoeveel nakomelingen heeft een vis? Wat betekent het dus voor het bestand als een bepaald percentage overleeft? Tot nu toe is de aanlandplicht in ieder geval niet nodig gebleken voor het beschermen van visbestanden in de Noordzee, die zijn historisch hoog.
Feedback / meer informatie
Heeft u een idee voor de verbetering van de overlevingskans van de vangst tijdens het vangst- of verwerkingsproces? Hiervoor of voor meer informatie kunt u contact opnemen met Durk van Tuinen T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.