Het was op 13 september 2016 groot nieuws: met 75 stemmen voor en 74 tegen lukte het D66 om een nieuwe Orgaandonatiewet door de Tweede Kamer te krijgen. PvdD-Kamerlid Wassenberg, die tegen zou stemmen, miste de trein.
In 1900 gebeurde iets soortgelijks met de aanname van de Leerplichtwet. Op 30 maart 1900 vond in Den Haag de stemming plaats rond de Leerplichtwet. Het betrof een wetsontwerp van minister Goeman Borgesius, actief voor de Liberale Unie. De wet verplicht de ouders om hun kinderen tussen de 7 en 13 jaar lager onderwijs te laten volgen.
Valpartij
De stemming was erg spannend: met 50 tegen 49 stemmen nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel aan. Opmerkelijk was dat Kamerlid Schimmelpenninck van de Vrije Anti Revolutionaire Partij (die van plan was tegen te stemmen) kort ervoor van zijn paard was getuimeld. Daarom moest hij verstek laten gaan. Tegelijk lieten de liberalen het doodzieke Kamerlid van Kerkwijk (die vóór zou stemmen) met een rijtuig naar Den Haag brengen. Dit leverde een extra stem op, zodat de Leerplichtwet werd aangenomen. Aangezien de eens zo jolige politicus van Kerkwijk behoorlijk verward was, waren de liberalen nog wel bang dat hij verkeerd zou stemmen. Maar achteraf bleek van Kerkwijk vanuit liberaal standpunt correct gestemd te hebben. Over Schimmelpennincks val van het paard werden grapjes gemaakt. “Het paard was verstandiger dan de meester”, zo zeiden voorstanders van de wet. Ook bedacht iemand een rijmpje:
Baron Schimmelpenninck en zijn Biek,
deden beide aan politiek.
De baron zei: Tegen zonder manco.
De schimmel zei: Wij stemmen blanco.
Zo werd Borgesius’ Leerplichtwet
door paarde-politiek gered.
Toekomst Nederlandse visserijonderwijs
Jaren geleden is door de commissie onderwijs van het Productschap Vis een toekomstvisie voor het visserijonderwijs ontwikkeld. Een van de daarin geformuleerde uitgangspunten is het streven naar aanbod van visserijonderwijs op zoveel mogelijk plaatsen in Nederland. De gedachte hierachter is dat men in deze tijd in Nederland verwacht dat het onderwijs, zeker het MBO onderwijs, aangeboden wordt in of nabij de woonplaats van de leerlingen. Dus hoe groter de spreiding hoe meer leerlingen men ‘vangt’. De leerlingen die instromen in het visserijonderwijs zijn op enkele uitzonderingen na afkomstig uit de visserijgemeenschap zelf. De visserijscholen staan nu in of nabij de grotere visserijgemeenschappen.
Imagoverbetering
Ontwikkelingen buiten de sector kunnen niet beïnvloed worden, maar binnen de sector kunnen wel initiatieven genomen worden. Daarbij moet gedacht worden aan het verbeteren van het imago en daarmee het vertrouwen in een goede toekomst. Maar ook het aantrekkelijker maken van het visserijonderwijs. Een vorm van onderwijs die aansluit op de wensen van de hedendaagse jeugd én aan de verwachtingen van het bedrijfsleven. Met betrekking tot het imago is dit niet de plaats om veel over dit onderwerp te zeggen anders dan dat er op meerdere fronten initiatieven zijn om enerzijds het imago in kaart te brengen anderzijds projecten te ontwikkelen om het imago te verbeteren.
Belangrijk in dit verband is het beeld dat de sector van zichzelf heeft. Gelukkig kan geleidelijk aan een nieuw elan worden geconstateerd hetgeen zich ook uit in nieuwe initiatieven en actieve deelname, door steeds grotere groepen vissers, aan innovatieprojecten. Daarbij komt nog het positieve imago van het product vis. Met een zeker optimisme mag geconcludeerd worden dat er een kentering is in de negatieve verwachtingen over de toekomst van de visserij en dat deze zal doorwerken binnen de visserijgemeenschappen.
Het zeevaart- en visserijonderwijs groeien naar elkaar toe
Vanuit diverse kringen is de signalering ontvangen dat een verdere integratie van zeevaart- en zeevisvaartonderwijs een goede zaak zou zijn. Naast een bijdrage in efficiëntie, door de scholen verder te integreren en waardoor grotere scholen (klassen) gemaakt kunnen worden, krijgen leerlingen ook een bredere keuze aangeboden bij het kiezen van een loopbaan. Kort door de bocht betekent dit dat een leerling met een algemene nautische opleiding, met een applicatie visserijkunde de bevoegdheid zou krijgen om als visserman op een vissersschip te varen. De mogelijkheid om op alle zeevaartscholen een opleiding tot visserman te volgen komt tegemoet aan de wens om op zoveel mogelijk locaties visserijonderwijs aan te bieden.
Zoals te begrijpen een ingrijpende verandering die nog één en ander aan overleg zal vragen. Van de huidige zeevarenden wordt meer gevraagd omtrent het omgaan met mensen, leiding geven, een bedrijf leiden, weten hoe hij inzicht in de cijfers van het bedrijf krijgt, hoe hij inzicht in kosten en baten van het bedrijf krijgt en hoe hij kan bepalen of het goed gaat met het visserijbedrijf. De vraag is dan of er mogelijkheden zijn om deze onderwerpen in het visserijonderwijs een plaats te geven. Een opleiding waar mensen verder komen dan het verwerven van kennis van de navigatie, techniek en visserij. Dit alles moet een werkelijke verrijking zijn voor de visserij (keten) en haar toekomst!!
Deze column van Johan Nooitgedagt is eerder gepubliceerd in Vismagazine