Rijkswaterstaat start een proef (pilot) om gericht op bodemvuil te vissen, dat achter is gebleven na het eerdere (grove) bergingswerk gekoppeld aan de ramp met de MSC Zoe. Bergingsschepen zijn eerder ingezet om groot afval te lokaliseren en te bergen, nu wil Rijkswaterstaat het kleine achtergebleven afval gaan opvissen met zowel een bergingsschip als een vissersschip. Het vissersvaartuig LO-28 van Frits van Dellen is door Rijkswaterstaat ingehuurd en gaat deze week beginnen met proefvissen. Voor Rijkswaterstaat was deze keuze logisch omdat ze al eerder ervaring met de LO-28 hebben opgedaan toen het als stand-by schip werd ingezet. Er wordt gestart met een kleinschalige proef voor de duur van twee tot drie weken. Wanneer dit goed gaat, dan kan wellicht gesproken worden over een vervolg op deze proef.
Ontheffing voor de pilot
Er wordt al lang gesproken over deze pilot. Rijkswaterstaat en het Ministerie van LNV hebben meerdere overleggen hierover gevoerd met de kottersector. Barbara Holierhoek is betrokken vanuit Hulp in Nood en Ons Belang, Sarah Verroen vanuit de VisNed PO’s en Egbert van der Tuin en Derk Jan Berends vanuit de Nederlandse Vissersbond. De afgelopen weken is door verschillende organisaties hard gewerkt om de noodzakelijke papieren voor de pilot vuilvissen voor elkaar te krijgen. De LO-28 heeft een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) opgesteld als onderdeel van een ontheffingsaanvraag. Maar ook andere documenten moesten in korte tijd worden overlegd. Egbert van der Tuin en Durk van Tuinen van de Nederlandse Vissersbond hebben de nodige ondersteuning geboden zodat de ontheffingen op tijd kon worden afgegeven.
Opzet onderzoek
Voorafgaand aan de pilot, is het gebied met speciale sonarapparatuur door Rijkswaterstaat in kaart gebracht en aan de hand daarvan is een route uitgestippeld waar de LO-28 zich op zal richten. In het gebied kunnen ook oude zeemijnen worden aangetroffen wat de operatie kan bemoeilijken. De komende weken zal de LO-28 actief zijn in het zoekgebied. Op plaatsen waar het verkeersscheidingsstelsel zal worden doorkruist zal de LO-28 begeleid worden door een wachtschip. Voor het vuilvissen zijn speciale netten gemaakt waarmee het vuil wordt opgevist maar waaruit vis kan ontsnappen. Aan dek zal het vuil worden gesorteerd, geanalyseerd en opgeslagen. Van iedere vangst wordt een nauwkeurige registratie bijgehouden. Dit is belangrijk om na te gaan wat de aard en omvang van de vervuiling is. Een waarnemer van Wageningen Marine Research (WMR) zal hier in eerste instantie zorg voor dragen.
Vervolg na de pilot
Met het uitvoeren van de proef wordt onderzocht of vissersvaartuigen succesvol ingezet kunnen worden voor bergingswerkzaamheden op zee. De pilot zal worden geëvalueerd waarbij een belangrijk aandachtspunt is dat de opbrengsten en de inspanningen in een goede verhouding tot elkaar staan. Op basis van het resultaat van de pilot kan het zijn dat meerdere vissersschepen ingezet worden voor het vuilvissen. Maar het kan ook betekenen dat er geen vervolg aan het vuilvissen wordt gegeven met behulp van vissersvaartuigen of dat het bergen in het vervolg door andere commerciële bergingsvaartuigen wordt uitgevoerd.
Meer informatie
Wilt u meer weten over de pilot vuilvissen? Dan kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends of Egbert van der Tuin, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.