In artikel 13 van de TAC en Quota verordening 2020 zijn maatregelen opgenomen die gevolgen hebben voor de TR visserij (flyshoot) ten westen van 5° W.L. in ICES-sector 7e. De flyshoot-leden zijn hierover per mailing op de hoogte gebracht. In onderstaand stuk is in vetgedrukt en onderstreept welke passages gevolgen hebben voor de flyshootvisserij in het betreffende gebied. Tot nader bericht dient er ten westen van 5° W.L. in ICES-sector 7e dus met minimaal 100 mm maaswijdte te worden gevist in plaats van met 80mm wat eerder de regelgeving was. Samen met het ministerie van LNV wordt gepoogd om aan te tonen dat de bijvangst van kabeljauw niet hoger is dan 1,5% zodat mogelijk alsnog met 80mm kan worden gevist. Deze aanvullende maatregel komt voort uit de zogenaamde jaarlijkse TAC en Quota verordening en houdt direct verband met de bestandssituatie voor kabeljauw.
Artikel 13
Herstelmaatregelen voor kabeljauw en wijting in de Keltische Zee
- De volgende maatregelen zijn van toepassing op vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls en zegens in ICES-sectoren 7f, 7 g, het deel van 7h benoorden 49° 30′ noorderbreedte en het deel van 7j benoorden 49° 30′ noorderbreedte en ten oosten van lengtegraad 11° westerlengte:
-
- vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten bestaan uit ten minste 20 % schelvis, mogen niet vissen in het in lid 1 bedoelde gebied, tenzij zij gebruikmaken van vistuig met een van de volgende maaswijdten:
-
-
- maaswijdte in de kuil van 110 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 120 mm;
- T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm;
- maaswijdte in de kuil van 120 mm;
- maaswijdte van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 160 mm tot en met 31 mei 2020.
-
-
- Vanaf 1 juni 2020 gebruiken vaartuigen van de Unie, aanvullend op de in punt a) bedoelde maatregelen: i) vistuig met ten minste een meter afstand tussen de vislijn en grondpees of ii) een middel dat volgens een evaluatie van de ICES of het WTECV minstens even selectief is gebleken bij het vermijden van kabeljauw.
-
- Vaartuigen van de Unie die met Deense zegen vissen waarvan de vangsten bestaan uit ten minste 20 % schelvis, mogen niet vissen in het in lid 1 bedoelde gebied, tenzij zij gebruikmaken van vistuig met een van de volgende maaswijdten:
-
-
- maaswijdte in de kuil van 110 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 120 mm;
- T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm;
- maaswijdte in de kuil van 120 mm.
-
- Behalve vaartuigen die onder artikel 9, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/2034 van de Commissie (30) vallen, mogen vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls en zegens niet vissen in ICES-sectoren 7f tot en met 7k en in het gebied ten westen van 5° W.L. in ICES-sector 7e, en mogen vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten bestaan uit minder dan 20 % schelvis, niet vissen in het in lid 1 genoemd gebied, tenzij zij vissen met een maaswijdte in de kuil van minstens 100 mm. De voorgeschreven minimale maaswijdte in de kuil is niet van toepassing op vaartuigen waarvan de bijvangst van kabeljauw volgens een evaluatie van het WTECV niet hoger is dan 1,5 %.
- Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1241, worden de vangstpercentages berekend als het aandeel, per levend gewicht, van de totale hoeveelheid biologische rijkdommen van de zee die na elke visreis wordt aangeland.
- Vaartuigen van de Unie kunnen als alternatief voor het in lid 1, punten a) en b), genoemd vistuig, hoog-selectief vistuig inzetten dat technische kenmerken heeft die er, volgens een door het WTECV geëvalueerde wetenschappelijke studie, voor zorgen dat minder dan 1 % van de vangsten uit kabeljauw bestaat.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Durk van Tuinen via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.