John Elkington is al 25 jaar de bedenker van de drie P’s. In de Harvard Business Review schrijft hij thans bedenkingen te hebben. De drie P’s zeggen iets over de sociale, ecologische en economische impact van een onderneming. Dus niet alleen het financiële resultaat. Het gaat juist om het meten van het welzijn van mensen en de gezondheid van onze planeet. Er is een wildgroei aan systemen en het lijkt soms meer een alibi om financiële voordelen te legitimeren. Afijn, de bedenker is teleurgesteld. Wat nu? We willen als ondernemer toch Maatschappelijk relevant zijn?
Normen en waarden
Deze worden vaak vastgelegd in een gedragscode. De manier waarop een onderneming de kernactiviteit uitvoert en verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van de sociale context en het milieu. Dat lees je in een duurzaamheidsverslag. Je ziet dan dat alle beslissingen in het bedrijf een hoger bedrijfsrendement moeten geven, maar ook dat er kansen worden benut voor een beter milieu en het nastreven van meer welzijn voor de medewerkers en de maatschappij. Activiteiten die een stap verder gaan dan de wetgeving en voortkomen uit een maatschappelijke betrokkenheid en een toekomstgerichte visie. Wanneer bedrijven over gaan tot misbruik van deze kwesties dan heet het ‘greenwashing’.
Geschiedenis
De term duurzaamheid komt van oorsprong uit de bosbouw en is pas later gebruikt in de visserijbiologie. Ze hebben beide verwantschappen met de ecologie. Het respecteren van de bossen en de visgronden betekent dat ook toekomstige generaties er gebruik van kunnen blijven maken. Geen bomen kappen voor sojavelden en ik ben geneigd te zeggen: géén windmolens of eilanden op rijke visgronden plaatsen. Deze kernbegrippen hebben het licht gezien in 1987 toen de Noorse ex-premier Brundtland de voorzitter was van een VN-commissie (Brundtland-rapport). De volgende mijlpaal was in 1992 te Rio de Janeiro met het Biodiversiteitsverdrag. In 2002 ging men verder met de Wereldtop duurzame ontwikkeling in Johannesburg, Zuid Afrika. De agenda is dan hoofdzakelijk de schaarste van de natuurlijke hulpbronnen.
Invulling van de duurzame balans
Wanneer het over gedragscodes gaat is de discussie vaak zo dat het merendeel van de producenten zegt dat het leuk en aardig is, maar het moet wel afdwingbaar zijn. Het moet wel voor iedereen gelden. Dan wordt het al snel een wettelijke regeling. Anderen hebben daar juist weer geen behoefte aan. Algemeen kenmerk is dat de producenten géén bundeling van krachten zich eigen weten te maken. Dan word je dus uitgespeeld. Waar slechts drie inkooporganisaties producten van boeren en vissers kopen staat er een veelheid van losse flodders tegenover, die ook nog allemaal een eigen mening hebben. Je kunt op deze basis dus niet gelijkwaardig zaken doen.
Prijsleiderschap
Boeren en vissers hebben een minimale (kost)prijs nodig om te overleven. Elke boer wil wel minder koeien melken en elke visser wil best minder vissen en met slecht weer thuis zijn. Het grote probleem is prijsleiderschap. Hoe komt het met het verdienmodel om de zaak draaiende te houden? Dat is een gevolg van het systeem. Vertel de consument eens duidelijk dat duurzaam voedsel veel meer geld moet kosten en meer moet opleveren voor de producent. Massa is nu nog steeds kassa. Het gaat dus om een complete transformatie van het systeem. Waarom is er geen gelijkwaardige Autoriteit ter bescherming van de producenten die werken met ongeschonden natuurlijke hulpbronnen zoals gezonde vis uit zee? Waarom geen geoorloofde krachtenbundeling (beheerscomité) voor minimum-vis-prijzen. De overheid zegt nu nog steeds: dat mag niet want dan moet de consument teveel betalen. Dan komt een duurzame transformatie nooit snel tot stand…….
Meer informatie
Voor vragen over deze column kunt u contact opnemen met Johan K. Nooitgedagt via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.