Op vrijdagochtend 6 augustus gaan om 6 uur de touwen los van de UK 239 ‘Leendert sr’. De IJsselmeerkotter manoeuvreert zich de haven van Urk uit. Voor 4 uur vanmiddag moeten de staande netten weer binnen zijn. Samen met zijn zoons Auke en Jacob bevindt Jelle Hakvoort zich nog bijna iedere dag op het IJsselmeer. Op zijn 14e met zijn vader meegegaan en inmiddels op 67–jarige leeftijd nog steeds IJsselmeervisser. Zo hopen ook zijn zoons het bedrijf voort te zetten. Echter wordt dit vooruitzicht hen wel erg moeilijk gemaakt.
Het IJsselmeervisserijbedrijf van Hakvoort bezit twee kotters. De UK 239 en de gloednieuwe UK 238. Stiekem had ik gehoopt dat we met de nieuwe kotter uit zouden varen. Maar voor het binnenhalen van staande netten wordt de UK 239 gebruikt, omdat deze daar een vergunning voor heeft. Volgend jaar hoopt Hakvoort dit ook met de nieuwe UK 238 te kunnen doen.
Tijdens de stoom naar buiten kondigt Rijkswaterstaat het weerbericht voor het IJsselmeer af. In de middag zal de wind meer opzetten van windkracht 4 naar 6 uit het zuid-zuid-westen. Naar de bestekken toe is het water nog wel kalm, maar naarmate de ochtend vordert voel je de wind aantrekken. Van tevoren waarschuwde iedereen me voor zeeziekte. Ik probeer er tijdens de reis niet aan te denken, hopend dat ik er zo geen last van krijg. En met succes, want ik blijk er geen last van te krijgen. Vrij snel komen we aan bij het eerste bestek. Auke laat me het rode lijntje zien op de AIS waar de staande netten zijn uitgezet. Deze zullen we als eerste binnen halen.
Tijdens het stomen en het brood eten in het vooronder ontstaan de gesprekken over de situatie waarin de IJsselmeervisserij zich bevindt. Met twee zoons aan boord wordt ook gesproken over het perspectief voor de IJsselmeervissers. Het is verdrietig om te horen, dat deze jonge zoons het moeilijk voor kunnen stellen dat hun beroep nog toekomst heeft op het IJsselmeer. Het beroep wordt hen steeds meer onmogelijk gemaakt.
Het is weer tijd om te halen. Ik probeer te helpen met het ontstrikken van de vis uit de netten. En hoewel ik erin slaag af en toe een vis te bevrijden, is mijn bijdrage gering want de bekwaamheid van de bemanning is voor mij maar moeilijk na te streven. De vis wordt vrijwel moeiteloos uit het net verwijderd door Jelle of zoon Jacob. Auke zorgt ervoor dat het net bij het halen al wordt schoon gespoeld en begeleidt de vangst naar het dek. De doelsoort is snoekbaars, en daar doen we een paar mooie trekken van. Al met al kon er deze visreis een goede 150 kilo snoekbaars en een kistje rode baars op de IJsselmeerafslag worden gezet.
Windplan Blauw
Onder de stoom passeren we verschillende collegavissers en windmolens. Auke wijst me de positie van het toekomstige Windpark Blauw aan tussen de haven van Flevokust (Lelystad) en de Ketelbrug. Dit windpark gaat bestaan uit 61 grote windturbines (4 MW/turbine, 248 meter hoog) die de huidige 74 kleinere gaan vervangen. Daarvan komen in zee twee rijen van 12 turbines te staan, 24 in totaal. Na de realisatie van het windpark is het voor beroepsvisserij vrij toegankelijk. Dat geldt ook voor andere windparken in het IJsselmeergebied.
Ik vertel ook dat we bij de Vissersbond in gesprek zijn geweest met het Windplan Blauw en dat er een rustgebied voor de fuut tussen de dijk en het windpark wordt aangelegd, als compensatie (‘mitigatie’) voor de verstoring ten gevolge van de windturbines. In deze zone is scheepvaart tussen 1 augustus en 31 maart niet toegestaan. Hoe ironisch eigenlijk: een futenrustgebied binnen een windpark!
Wet Natuurbescherming
IJsselmeervissers moeten iedere paar jaar een nieuwe Wnb-vergunning aanvragen. Windparken worden onverhoeds neergeplaatst en lijken zonder moeite meerjarige vergunningen te krijgen, terwijl het iedere aanvraag voor de IJsselmeervissers maar weer afwachten is of een nieuwe vergunning zal worden afgegeven en onder welke voorwaarden.
De eisen die aan de IJsselmeervissers worden gesteld zijn bijna niet meer haalbaar. Ze mogen nog maar met een fractie van hun netten vissen van de overheid en hebben al veel visgebieden moeten inleveren om te mogen blijven vissen. Dat doet pijn en de vissers hopen dat het een keer genoeg is met al die beperkingen.
Gecompliceerde regels
Hakvoort is altijd bereid om beleidswerkers mee te nemen aan boord, zodat ze de praktijk kunnen zien. Regelgeving wordt vanachter een bureau gemaakt, waarbij er geen zicht is op de praktijk van het beroep. De praktijk laat zien dat elke trek anders is. De ene keer heb je geluk dat er veel in zit, een andere trek op hetzelfde bestek maar een andere dag, stelt je teleur. En dat is de praktijk. Bovendien wordt vergeten dat er van een bedrijf meerdere gezinnen met kinderen moeten leven. Vanaf een bureau is regelgeving theoretisch wel kloppend te maken, maar in de praktijk blijken de regels vaak onuitvoerbaar en gecompliceerd. Wat zouden IJsselmeervissers hier graag verandering in zien.
Onder de stoom naar huis wordt het dek weer opgeruimd en schoon geschrobd. Na het lossen op de IJsselmeerafslag wordt de kotter afgesloten en vertrekken we weer naar huis. Ik bedank Jelle en hij sluit af met de woorden: ‘Volgende keer ga je met de nieuwe mee!’. Dit staat hier nu zwart op wit en hoop ik zeker na te kunnen komen!
Ik wil familie Hakvoort van de UK 239 van harte bedanken voor hun gastvrijheid, en alle uitleg die ik heb gekregen! Het was mijn eerste keer aan boord van een IJsselmeerkotter. Wat een mooie visserij om te zien en mee te maken! Een visserij voor wiens bestaan we moeten vechten.