Vanuit het Noordzeeakkoord: wat de visserijorganisaties niet hebben getekend, zijn gebieden bepaald die beschermd dienen te worden. Deze bescherming krijgt onder andere gestalte door visserijactiviteiten te verbieden. Dinsdag 2 november 2021 heeft er in Woerden een door de overheid georganiseerde bijeenkomst plaatsgevonden waar het proces omtrent de gebiedsbescherming is gepresenteerd. Durk van Tuinen doet verslag.
Visserij breed vertegenwoordigd
Dat het instellen van de beschermde gebieden grote gevolgen heeft voor de kottervisserij was duidelijk te zien in het aantal vertegenwoordigers vanuit de kotterorganisaties. Namens de Nederlandse Vissersbond was Durk van Tuinen aanwezig. Door vertegenwoordigers van het ministerie van LNV werd benadrukt dat de bijeenkomst gericht was op het proces waar centraal staat hoe er zo snel mogelijk kan worden voldaan aan de afspraken en ambities verwoord in het Noordzeeakkoord. De inhoud van de afspraken staat vast en die kwam dan ook niet ter discussie.
7 gebieden
In het proces werkt men aan de bescherming van een zevental gebieden wat ook zo opgenomen in het Noordzeeakkoord, namelijk: Doggersbank, Klaverbank, Bruine bank, Friese Front, Centrale Oestergronden, Borkumse Stenen en de Noordzeekustzone. Per gebied gelden er specifieke plannen en in vele gevallen betekent het niet een volledige sluiting van het betreffende gebied. De Noordzeekustzone is in de lijst opgenomen aangezien daar nog steeds een aanpassing van de VIBEG-begrenzing nodig is. De eerste VIBEG-begrenzing daterend uit 2011 is nu nog steeds de leidraad terwijl er in 2017, het zogenaamde VIBEG 2.0, een aangepaste zonering is ontwikkeld die nu dus meegenomen gaat worden in de procedure van het zevental gebieden. Er werd door het ministerie van LNV aangegeven dat er met betrekking tot de Doggersbank een nieuwe afstemming dient plaats te vinden met het Verenigd Koninkrijk (VK). Het gebied is aangrenzend aan het VK en door de Brexit zijn daar aanvullende procesmatige stappen vereist. De bescherming van de Bruine bank vindt plaats op basis van de Vogelrichtlijn, wat betekent dat er vooralsnog geen gevolgen zijn voor gesleepte visserijtechnieken maar wel voor staandwantvisserij.
Ambitieuze planning
Zoals in het Noordzeeakkoord opgetekend wil men de bescherming, en daarmee de sluiting voor in ieder geval bodem beroerende visserij, per 2023 realiseren. Tijdens de bijeenkomst werd benadrukt dat dit de doelstelling is en de procedure daarop is gevormd. De maatregelen voor de visserijsector dienen via een zogenaamd artikel 11 procedure van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid te worden doorgevoerd via de Europese Unie. Normaliter zijn dit procedures die enkele jaren in beslag nemen, nu probeert men dat binnen een jaar te realiseren. Verder werd er gepresenteerd dat de maatregelen in de 7 gebieden als pakket worden aangeboden voor de artikel 11 procedure. Durk van Tuinen stelde tijdens de bijeenkomst dat er mogelijk beter 7 aparte procedures kunnen worden gestart omdat er mogelijk ook nog aanpassingen moeten worden gedaan, bijvoorbeeld aan de Borkumse Stenen, Friese Front en Doggersbank. Dat zou voor de visserij ook beter zijn. Vele aanwezigen konden instemmen met het pleidooi en het ministerie van LNV heeft toegezegd het punt te heroverwegen.
Meer informatie
Hier kunt u de PowerPoint presentatie vinden die tijdens de bijeenkomst is getoond. Neem voor meer informatie contact op met Durk van Tuinen via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.