Het Noordzeeakkoord is een voorgestelde set afspraken over de planning en doelen op de Noordzee. De afspraken gelden voor de komende tien jaar en bieden ook perspectief voor de periode na 2030. Het voorgestelde Noordzeeakkoord is tot stand gekomen in het Noordzeeoverleg. In dit overleg hebben belanghebbenden op de Noordzee met de overheid meer dan een jaar, wekelijks, intensieve gesprekken gevoerd. De belanghebbenden zijn de energiesector (gas, olie en wind), natuur- en milieuorganisaties, zeehavens en de visserijsector. De vissector heeft het akkoord na lang beraad niet ondertekend (lees verderop in dit artikel meer daarover).
Aanleiding voor het Noordzeeakkoord zijn de toenemende belangen op de Noordzee, waarbij de energietransitie een belangrijke rol speelt. Om te voldoen aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs is een grootschalige uitrol van hernieuwbare energie – zoals windenergie – nodig. De Noordzee is aangewezen als geschikte locatie voor deze enorme windparken. Echter is de ruimte op de Noordzee beperkt en ontstaat er spanning tussen de bestaande gebruikers en nieuwe gebruikers.
Daarnaast pleiten natuurorganisaties voor meer beschermde – voor bodemberoerende visserij gesloten – natuurgebieden op de Noordzee. Zowel de bouw van windparken op zee als natuurversterking resulteren in het sluiten van gebieden voor de visserij.
Het is de bedoeling van het kabinet dat een Noordzeeakkoord als basis dient voor de strategie en het beleid van de Rijksoverheid op de Noordzee.
In het Noordzeeakkoord staan aan de ene kant procesafspraken over welke stappen en afwegingen genomen moeten worden bij besluitvorming. Aan de andere kant bevat het document ook inhoudelijke afspraken. Het Noordzeeakkoord beoogt drie transities met elkaar in balans te brengen:
Enkele concrete zaken uit het Noordzeeakkoord zijn:
In oktober 2018 kreeg oud-PvdA politicus Jacques Wallage de opdracht van Minister Schouten om in overleg met stakeholders te verkennen hoe een strategie voor de Noordzee 2030 eruit zou moeten zien. Het daaropvolgende advies vond vervolg in een Noordzeeoverleg om de strategie verder uit te werken. In het Noordzeeoverleg waren vertegenwoordigd:
De visserijsector heeft in september 2020 kenbaar gemaakt niet in te stemmen met het voorgestelde Noordzeeakkoord. In de huidige voorgestelde tekst van het Noordzeeakkoord worden er voor de visserijsector te veel vitale visgronden gesloten. Daarnaast ligt de nadruk op sanering van de vloot. Er wordt geen perspectief geboden aan vissers die door willen gaan. Daarmee is er ook geen perspectief voor onder andere de visverwerkers en de infrastructuur in de visserijregio’s.
Vissers hebben ruimte nodig: het zijn jagers die gebied nodig hebben om de jaarlijkse ‘rente’ van een visbestand af te romen. Vissers kunnen niet op elk willekeurig stuk zee hun vistuig uitzetten. Niet elk stuk zee is bevisbaar en de relevante vissoorten bevinden zich op specifieke plekken. Daarnaast zijn vissers specialisten op specifieke locaties waarover zij kennis bezitten die al generaties lang is overgedragen van vader op zoon.
Op het gebied van de ruimtelijke ordening worden de visserij, (wind)energieontwikkeling en natuur teveel afzonderlijk behandeld. Hierdoor stapelen de voor de visserij gesloten gebieden zich op en belast het de beroepsvisserij disproportioneel. Voor de visserij zou het wenselijker zijn om doelstellingen te combineren, zoals een natuurgebied in een windpark.
De Nederlandse Vissersbond vindt dat het huidige voorgestelde Noordzeeakkoord enerzijds te ver gaat in het sluiten van vitale visgronden. Anderzijds gaat het niet ver genoeg in het maken van een concreet plan voor een toekomstbestendige vissersvloot. Daar waar windmolenexploitanten in de vorm van langdurige vergunningen zekerheid krijgen voor tientallen decennia, krijgt de visserijsector geen garanties voor langdurige vergunningen of gebieden die gegarandeerd toegankelijk blijven voor de visserij in de toekomst.
De visserijsector ziet als enige van de belanghebbenden aan de onderhandelingstafel geen mogelijkheid om het voorgestelde Noordzeeakkoord te ondertekenen. Door het niet ondertekenen van het Noordzeeakkoord, mag de visserijsector ook niet meer deelnemen aan het Noordzeeoverleg. Dit betekent dat de overheid de visserij – als één van de oudste gebruikers van de zee – dwingt om te slikken of te stikken. De Nederlandse Vissersbond en de politiek (aangenomen motie van het lid Graus – PVV, 8 december) is van mening dat een Noordzeeakkoord zonder instemming van de visserij geen maatschappelijk akkoord kan zijn.
De vissers hebben niet alleen te kampen met het Noordzeeakkoord. Ook het pulsverbod, de Brexit, de aanlandplicht en de COVID-19-pandemie brengen veel onzekerheden met zich mee. In 2019 is Annemie Burger (oud Directeur Generaal Ministerie van LNV) als onafhankelijk adviseur ingeschakeld door minister Schouten. Burger moest consultatie plegen in de visserijsector over een algeheel toekomstperspectief voor de kottervisserij. Dit heeft geresulteerd in de Kottervisie. De Kottervisie is een losstaand document, dat nauw samenhangt met het Noordzeeakkoord.
Het kabinet stelt 200 miljoen euro beschikbaar voor de uitvoering van het Noordzeeakkoord. Hiervan was eerder 119 miljoen euro bestemd voor sanering en verduurzaming van de visserijvloot. In de Kottervisie is uitgewerkt hoe de verdeling van deze 119 miljoen zal zijn. De financiële middelen die door het kabinet ter compensatie van de afspraken in het Noordzeeakkoord beschikbaar worden gesteld, zijn grotendeels afkomstig uit het Europees visserijfonds (Europees Maritiem Visserij en Aquacultuur Fonds). Ook zonder een Noordzeeakkoord is geld uit dit fonds voor de visserijsector bestemd.
Als sector kunnen wij het ons niet permitteren om in eenzelfde situatie te belanden als in 2011. Toen ondertekende de aanvoersector het VIBEG-akkoord. Hierin werd financiële compensatie geboden in ruil voor het sluiten van gebieden voor visserij in de kustzone. De financiële compensatie bleek uit Europese middelen te komen, waar de vissers ook zonder het VIBEG-akkoord aanspraak op hadden kunnen maken. Tot overmaat van ramp moest de visserijsector jarenlang procederen om de subsidies ook daadwerkelijk door de rechter toegekend te krijgen.
De Nederlandse Vissersbond heeft veel ervaring met Europese (visserij)fondsen. Wij vinden de wijze waarop deze gelden tot nu toe konden worden ingezet te beperkt om de betekenisvolle transitie van de vloot te maken ter aanpassing aan de veranderende Noordzee.
Daarnaast is voor de bedrijven verderop in de keten, waaronder de visverwerkers en de vishandel, zelfs helemaal géén compensatie voorzien. Terwijl zij met een gekrompen vloot in leegloop belanden.
Als visserijsector zien wij als geen ander het belang van een overkoepelend, coördinerend overleg met alle belanghebbenden op de Noordzee. Met de plaatsing van windmolens op de drukke Noordzee en natuurgebieden in de vorm van voor de visserij gesloten gebieden, verandert er immers veel. Daarnaast wordt de visserij geconfronteerd met de gevolgen van Brexit en een verbod op de pulsvisserij.
Dit samen resulteert in grote zorgen over de toekomst. Het niet meer deelnemen door de visserijsector aan het Noordzeeoverleg is bepaald geen teken van onwil, maar een antwoord op het gevoel van onrecht. De visserijsector heeft lange tijd actief deelgenomen aan het Noordzeeoverleg. We hebben veel ideeën voor verduurzaming en aanpassing van de vloot ingebracht. Hierover is ook veelvuldig overlegd met onze achterban. Geen van deze ideeën zijn echter opgenomen in het voorgestelde Noordzeeakkoord. Tevens worden er geen garanties gegeven voor een toekomstbestendige visserij.
De visserijsector zou graag zien dat de minister het Noordzeeakkoord openbreekt en niet alleen een luisterend oor biedt voor de belangen van de visserij, maar deze ook waarborgt in het akkoord.
De Nederlandse Vissersbond denkt bijvoorbeeld aan:
Een toekomstbestendige visserijsector draagt bij aan voedselvoorziening nu en in de toekomst. Het is niet alleen fijn om te weten waar voedsel vandaan komt. Het is ook bittere noodzaak dat voedselketens robuust en transparant zijn.
De vissector legt een verbinding tussen de samenleving en de zee. De sector geeft gemeenschappen identiteit in een tijd waarin de maatschappij steeds homogener wordt en mensen het gevoel hebben controle over hun levens te verliezen door globalisering.
Vissers zijn de oren en de ogen van de samenleving op zee. In deze tijd van klimaatverandering en van groots ingrijpen in het mariene ecosysteem door de bouw van windparken, kunnen er onverwachte veranderingen optreden in het mariene ecosysteem die niet worden opgemerkt door bestaande wetenschappelijke monitoringsprogramma’s. Vissers kennen de zee als hun broekzak. Zij kunnen een cruciale rol spelen in het vroeg signaleren van onverwachte veranderingen, die vervolgens door wetenschappers verder onderzocht kunnen worden.
De volledige tekst van het voorgestelde Noordzeeakkoord is hier te vinden.