Op 6 november namen Pieter Kuyt (namens de Nederlandse Visserbond) en Jurgen Batsleer (VisNed) in Boulogne-sur-Mer deel aan twee werkgroepen inzake de Franse Natura 2000 gebieden Ridens en Cap’s (Cap blanc-nez, Cap gris-nez). In de eerste werkgroep werd de eerste analyse over de status van het natuurlijk erfgoed, zijnde habitattypen, zeezoogdieren en zeevogels gepresenteerd.
In het gebied van de Cap ’s is het habitattype 1170 aanwezig (riffen en grind), wat wordt gekenmerkt door een hoge biodiversiteit en wordt beschouwd als belangrijk habitat voor vele vis en schelpdieren. Voornamelijk habitattype 1170-6, ondiepe riffen, werd uitvoerig besproken omdat deze in slechte staat zou zijn. Echter, deze gebieden liggen dermate dicht onder de kust dat het voor onze visserij niet van belang is. Binnen het Natura 2000 gebied Ridens, is een specifiek gebied (Les Ridens) aangewezen wat gekenmerkt wordt door een mozaïek aan habitattypes 1110 (ondiep overstroomde zandbanken) en 1170 (riffen en grind). Les Ridens wordt beschouwd als een uniek habitattype en een hotspot voor biodiversiteit en is dan ook van groot belang voor het natuurlijk erfgoed. Echter, een juiste omschrijving van de samenstelling alsook onderbouwing van de natuurlijke status van dit gebied ontbreekt waardoor ook de uniekheid van dit habitattype in twijfel wordt getrokken.
De Franse democratische traditie geeft ons binnen het traject wel de mogelijkheid dit aan te kaarten. Het behoud van zeezoogdieren vindt men van relatief groot belang. Men stelt hierbij dat de populaties van de grijze zeehond, gewone zeehond en de bruinvis reeds in aantal groeiend zijn. Aangezien incidentele vangsten zeldzaam zijn, de zeehond zit veelal dicht onder de kustlijn, vaak in de Somme baai, zal er van enige impact door onze visserij geen sprake kunnen zijn.
In de namiddag kwam de 2e werkgroep “gebruikers” bij elkaar. Tijdens deze werkgroep worden de verschillende gebruikers, waaronder ook commerciële visserij tegen het licht gehouden. Voor beide Natura 2000 gebieden zal er een impactanalyse van de visserij gemaakt worden door Aires Marines Protégées. De bespreking van de resultaten hieromtrent zullen begin volgend jaar door ons worden bijgewoond. We kunnen reeds stellen dat beide gebieden voor onze pulsvisserij niet van belang zijn omdat ze voor het merendeel onder de 51° liggen, met uitzondering van het noordelijkste puntje van de Cap’s dat enkele zeemijlen binnen de 51° noord ligt. Dit blijkt ook uit een door IMARES uitgevoerde economische analyse aan de hand van gegevens uit 2013 – 2014.
De analyse laat zien dat beide gebieden van belang zijn voor de traditionele tuigen en de flyshooters. De huidige situatie weegt zwaar door de aanwezigheid van een toegenomen aantal flyshooters. In Natura 2000 systematiek zijn verschillende ambitieniveaus mogelijk, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen behoud of herstel. Het ambitieniveau is afhankelijk van de huidige status van het gebied. Echter, tijdens de het overleg werd door ons opgemerkt dat er in het ons verstrekte overzicht onnauwkeurig met de ambitieniveaus omgegaan werd. Dit leidde tot een belangrijkere vraag onzerzijds met betrekking tot de doelstellingsdocumenten “wanneer is er sprake van de status behoud of herstel van een bepaald gebied of habitattype ?”. Gezien het ontbreken van juiste gegevens maar wel met een duidelijke Natura 2000 organisatiestructuur, zouden wij het risico kunnen lopen niet over de kennis te beschikken of er sprake is van behoud of herstel. Deze tekortkoming vereist onze extra aandacht, wij volgen dit “op de voet.