Afgelopen vrijdag kwamen IJsselmeer- en Markermeervissers, onderzoekers van Wageningen Marine Research (WMR) en vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en de Vissersbond bijeen op Urk voor de jaarlijkse IJsselmeerbijeenkomst. Het centrale punt op de agenda was de presentatie van het unieke, meerjarige brasemonderzoek door WMR. De resultaten bieden essentiële input voor het toekomstige beheer van de visserij in het gebied.
Zenderonderzoek binnen de zegenvisserij bracht brasem in kaart
Jarenlange onzekerheid over de omvang en het gedrag van het brasembestand vormde de aanleiding voor het onderzoek. WMR werkte nauw samen met zegenvissers om inzicht te krijgen in de populatiedynamiek. Onderzoeker Joep de Leeuw van WMR lichtte de geavanceerde methoden toe.
Het onderzoek maakte gebruik van verschillende technieken om de vissen te volgen. Grote brasems (groter dan 35-40 cm) werden gevangen, onder lichte narcose gebracht en voorzien van een akoestische zender in de buikholte. Deze zenders hebben een levensduur van ongeveer drie jaar. Daarnaast kregen bijna 2.000 kleinere brasems een PIT-tag, een kleine, batterijloze chip.
De vissen met zender werden gevolgd via een uitgebreid netwerk van ontvangers op strategische locaties in het IJsselmeer, Markermeer en aangrenzende wateren. De vissen met PIT-tag werden geregistreerd tijdens terugvangst in de zegenvisserij. Een bijzondere innovatie was de montage van een speciaal PIT-frame in de zegenrekken. Dit maakte het mogelijk om elke binnenkomende vis tijdens de intensieve wintercampagnes automatisch te scannen. Uit de eerste resultaten bleek overigens dat de brasempopulatie sterk lokaal gebonden is, met 80% tot 90% van de vissen die in de winter in hun oorspronkelijke omgeving bleef.
Beleidskader voor 2027/2028 krijgt vorm
Frans van den Berg van LVVN gaf een beleidsmatige inleiding over de ontwikkeling van een nieuw sturingsstelsel voor de IJsselmeervisserij. Dit stelsel moet vanaf 2027/2028 ingaan en is gericht op een voorspelbaar, biologisch onderbouwd en uitvoerbaar beheer.
Frans presenteerde verschillende principes die als basis dienen voor dit sturingsmechanisme.
- Ruimtelijke sturing: omdat de brasem lokaal gebonden blijkt, kunnen maatregelen gebiedsspecifiek worden ingezet, met differentiatie tussen bijvoorbeeld het IJsselmeer en Markermeer.
- Inspanningssturing: oftewel sturen aan de hand van de lengte van het visseizoen; seizoen eerder openen of eerder sluiten. Verwacht wordt dat het niet nodig zal zijn om het seizoen in te korten, maar dat er in de toekomst juist mogelijkheid zal zijn om het seizoen eerder te openen.
- Categoriegerichte sturing: door verschillende nettypen en maaswijdtes gericht in te zetten, kan de selectiviteit worden geoptimaliseerd om bijvoorbeeld het vangen van kleine brasems te beperken. Dit zou de sector zelf kunnen doen, en wordt in meer of minder mate al gedaan door de staandwantvisserij.
- Afstemming met andere doelen: hierbij wordt rekening gehouden met natuurdoelen en de waterkwaliteit, zoals het ontzien van paaigebieden en het integreren van leefgebieden.
Enkele vissers uitten hun zorgen over de toepasbaarheid van het MSY-model op de IJsselmeervisserij, gezien de schommelingen in geschatte aantallen voor de vier doelsoorten, en de invloed van externe factoren hierop.
A-toomkuilsurvey: goede voortgang roofvis
Ten slotte werden de eerste voorlopige uitkomsten van de Atoomkuilsurvey 2025 kort toegelicht door Joey Volwater. Een tussentijdse conclusie uit dit onderzoek is dat het goed gaat met de roofvis populaties in het gebied. De conclusie brengt echter ook de nodige zorgen met zich mee: Enkele vissers gaven aan zich zorgen te maken over de grote aantallen snoekbaars die de laatste jaren worden gevangen. Men is bang dat het systeem uit balans raakt omdat er te veel roofvis aanwezig is, wat een negatieve invloed kan hebben op de voorn- en spieringstand van het IJsselmeergebied. De complete analyse volgt, traditiegetrouw, begin volgend jaar, zodra de dataset van 2025 is afgerond en gepubliceerd.
Waardevolle samenwerking is de sleutel
Marijke Clarisse sloot de dag af met een dankwoord. De grote opkomst van vissers benadrukt de betrokkenheid bij de toekomst van de visserij.
Alle aanwezigen worden hartelijk bedankt voor hun komst. Hun aanwezigheid is van onschatbare waarde voor het draagvlak van de onderzoeken en het toekomstige beheer. De succesvolle uitvoering van het zegenonderzoek en de A-toomkuilsurvey zou bovendien niet mogelijk zijn geweest zonder de cruciale samenwerking met de vissers.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Ruben van Beek of Simone Kempenaar.