Column Vismagazine door Johan K. Nooitgedagt

18 december, 2025

Leren stopt niet op je 23ste. “Het is toch raar dat wij tot pakweg ons 23ste door de overheid worden opgeleid, en dat de meerderheid in de kleine vijftig jaar daarna nauwelijks nog scholing krijgt?” Die vraag van Sandor Gaastra, voormalig topambtenaar van het ministerie van Economische Zaken, snijdt hout. Sterker nog: het is de olifant in de kamer van ons economisch beleid. In een tijd waarin technologische ontwikkelingen elkaar razendsnel opvolgen, is het onbegrijpelijk dat we na ons 23ste massaal stoppen met leren. Alsof de wereld daarna stilstaat. Alsof de vaardigheden die je op jonge leeftijd opdoet, voldoende zijn voor een hele carrière. Dat is natuurlijk niet zo. En het is precies daarom dat Gaastra, begin 2025, het concept van een ‘leven lang leren’ zo krachtig neerzet – als noodzaak, niet als idealistisch bijprogramma.

Nederland kampt met een structureel probleem: de productiviteitsgroei stagneert. Zeker in het brede ‘midden-peloton’ van bedrijven – goed voor de helft van de werkgelegenheid – blijft men achter bij de koplopers. Die bedrijven bieden lagere lonen, waardoor de overheid bij moet springen met toeslagen. En zo blijft er minder geld over voor investeringen in scholing, innovatie en ontwikkeling. Een vicieuze cirkel, waar we uit móeten breken. Gaastra laat zien dat het verhogen van het minimumloon een deel van de oplossing kan zijn, omdat het bedrijven prikkelt te investeren in arbeidsbesparende technologie. Maar hij zegt ook eerlijk: dat alleen is niet genoeg.

De echte winst zit in mensen. In scholing, in ontwikkeling, in kennisdeling. “Werkgevers kunnen extra loonruimte óók direct investeren in de werknemer,” stelt hij terecht. Een slimme investering, die zich dubbel en dwars terugbetaalt. Volgens Gaastra moet de overheid daarin een actieve rol spelen. Niet alleen omdat werkgevers terughoudend zijn – uit angst dat opgeleide werknemers het bedrijf verlaten – maar ook omdat we als samenleving gezamenlijk profiteren van goed opgeleide mensen. Daarom pleit hij voor een leerrecht én leerplicht. Iedereen moet recht hebben op ontwikkeling, maar ook de plicht om daarin te blijven investeren. En dat vereist ruimte in werktijd, middelen én cultuur. Gaastra’s pleidooi voor een hervormde arbeidsmarkt sluit daar naadloos op aan: minder flexwerk, en tegelijkertijd minder starheid bij vaste contracten. Want hoe moet een zzp’er investeren in zijn eigen ontwikkeling als de marges flinterdun zijn? En hoe moeten bedrijven vernieuwen als ze geen enkele bewegingsruimte hebben binnen het personeelsbestand?

Tegelijk houdt Gaastra de spiegel voor aan zijn eigen organisatie: de overheid. Die mist, zoals hij zegt, de tucht van de markt. En dus moet er iets anders worden bedacht om tot meer productiviteit en efficiëntie te komen. Niet via botte krimp – zoals nu met een opgelegde 22% bezuiniging op beleidsafdelingen – maar met doordachte stappen, waarbij ook toezicht en uitvoering worden meegenomen. Zijn oproep is krachtig, realistisch en noodzakelijk. “Een overheid moet regelmatig een beetje krimpen,” zegt hij. Maar belangrijker nog: een samenleving moet voortdurend blijven leren. Niet als vrijblijvend project, maar als structureel onderdeel van werk en leven. Want één ding is zeker: wie vandaag stopt met leren, is morgen ingehaald. Daarom moeten we nu de knop omzetten. Niet alleen voor de economie, maar voor onszelf. Want het echte leren begint niet bij diploma’s, maar bij het besef dat je nooit helemaal klaar bent. Ikzelf had dit najaar twee weken studieverlof.

Johan K. Nooitgedagt
Johan K. Nooitgedagt

Aanmelden weekjournaal

Plaatsen van formulier mailchimp

Recent Courses

Komende evenementen

Er zijn geen aankomende evenementen.