Het advies van NWWAC, PelAC en NSAC gaat in op de implementatie van de herziene EU-verordening voor visserijcontrole. Om tot een sterk advies te komen waarin alle stakeholders vertegenwoordigd worden, is voorafgaand een workshop gehouden.
Praktische uitvoerbaarheid
Na de publicatie van de verordening van de Europese commissie in januari 2024 verschoof de focus van de Advisory Councils (AC’s) naar de praktische uitvoering. Op 5 februari 2025 werd een gezamenlijke workshop georganiseerd met nog zeven andere AC’s met als doel interpretatievragen te bespreken en oplossingen te vinden voor implementatievraagstukken, vooral met het oog op beleidspunten die in 2026 en 2028 al van kracht worden.
Algemeen Standpunt
De AC’s benadrukken dat regelgeving werkbaar moet zijn en geen overmatige administratieve of financiële lasten mag opleveren. Tegelijkertijd onderstrepen ze het belang van handhaafbare, effectieve en geharmoniseerde controlemaatregelen om de duurzaamheid van visserij en mariene ecosystemen te waarborgen. Een belangrijk aandachtspunt is het onderscheidend vermogen van EU-visserijproducten ten opzichte van geïmporteerde producten door middel van traceerbaarheid.
Stakeholderbetrokkenheid
Het betrekken van Stakeholders door middel van het inrichten van vaste overlegstructuren en technische adviesgroepen is één van de belangrijkste punten waar in het advies op ingegaan wordt. Op die manier kan input van vissers, ngo’s en andere belanghebbenden op structurele wijze meegenomen worden in het concretiseringsproces van het nieuwe Europese beleid. Dit versterkt draagvlak en voorkomt implementatieproblemen doordat praktijkervaring vroegtijdig wordt meegenomen in beleidsontwikkeling.
Remote Electronic Monitoring (REM)
Naast stakeholderbetrokkenheid adviseren de AC’s ook over de uitvoerbaarheid van de verschillende voorstellen uit de verordening, bijvoorbeeld over het verplichten van een REM-systeem. De NWWAC, PelAC en NSAC maken zich zorgen over verschillen tussen lidstaten in hoe zij bepalen welke vissersvaartuigen een ‘hoog risico op niet-naleving’ vormen en dus verplicht REM aan boord moeten hebben. Als elk land zijn eigen regels gebruikt, ontstaat er ongelijkheid, wat kan leiden tot concurrentie tussen vissers uit verschillende landen, verwarring over wie waaraan moet voldoen en inefficiënte controle en handhaving op EU-niveau.
Daarom roepen ze op tot een geharmoniseerde aanpak, waarbij de Europese Commissie samen met EFCA en de lidstaten gezamenlijk bepaalt wie onder REM valt.
Daarnaast vragen de AC’s met klem dat de Commissie zo snel mogelijk technische specificaties voor REM publiceert. Er zijn maar weinig leveranciers van REM-apparatuur, en schepen moeten op tijd weten welk systeem aan boord moet komen en hoelang de installatie duurt, om vertraging en extra kosten te voorkomen.
VMS voor kleine vissersvaartuigen en elektronisch loggen
Vanaf 2028 moeten alle vissersvaartuigen onder de 12 meter uitgerust zijn met een VMS. De AC’s stellen voor dat de eisen voor vaartuigvolgsystemen (VMS) rekening moeten houden met het type vistuig, het type visserij, de grootte van het vaartuig, specifieke kenmerken en het visgebied, in plaats van uniforme VMS-vereisten op te leggen. Om die reden verwelkomen de AC’s dat de Europese Commissie al actief is geweest in de ontwikkeling van een vereenvoudigd systeem voor vaartuigmonitoring, zoals vermeld in Artikel 9 (wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009).
Monitoring motorvermogen
Naast bovengenoemde controleapparatuur moet ook motorvermogen gemonitord gaan worden. Er is zorg over de uitvoerbaarheid en kosten van systemen om motorvermogen te meten. De AC’s vragen duidelijkheid over meetcriteria (bijv. werkelijk gebruik versus maximumvermogen), technische specificaties van apparatuur, en wie voor de kosten opdraait. Een overgangsperiode en sectoroverleg zijn noodzakelijk, zeggen zij.
EMFAF-financiering
Om vissers te faciliteren in de aanschaf en installatie van bovengenoemde systemen en andere investeringen, zijn er verschillende subsidies, waaronder de EMFAF-financiering. De AC’s benadrukken het belang van goede toegang tot EU-subsidies voor controlesystemen. Zo wordt er een gelijk speelveld gecreëerd voor vissers uit heel Europa. Ze vragen om vereenvoudiging van de aanvraagprocedures en gelijkwaardige behandeling in alle lidstaten, ook voor grotere schepen die vaak worden uitgesloten van steun.
Wegingsprocedures en MoT
De AC’s verwelkomen de inspanningen van de Commissie om procedures voor aanlanding, bemonstering en wegen van vis te standaardiseren. Ze benadrukken dat alle betrokkenen zich moeten houden aan duidelijke en eerlijke normen, welke overal hetzelfde gehandhaafd moeten worden. Ook pleiten ze voor uitzonderingen bij kwetsbare vissoorten zoals pelagische vis, om economische en logistieke schade te beperken.
Daarnaast uiten de AC’s hun zorgen over de uitvoering van de nieuwe MoT-regels, vooral door onnauwkeurigheden in steekproeven van gemengde pelagische vangsten. Er wordt gepleit voor werkbare richtlijnen, meer dialoog met de sector en proportionele handhaving.
Gescheiden opslag en digitale traceerbaarheid
Artikel 44 uit de verordening schrijft voor dat demersale vangsten die onder meerjarige beheersplannen vallen en worden bewaard aan boord van vissersvaartuigen van de Unie van 12 meter of meer, afzonderlijk per bestand moeten worden opgeslagen aan boord.
Leden van NWWAC, PelAC en NSAC hebben zorgen geuit over de praktische uitvoerbaarheid van deze verplichting. Ze wijzen erop dat het aantal bestanden dat onder deze meerjarige plannen valt aanzienlijk is toegenomen, met name sinds vaststelling van beheersplannen voor 67 bestanden in de Westelijke Wateren en de Noordzee. Door deze uitbreiding is het op zee steeds moeilijker geworden om aan de regel te voldoen, en de effectiviteit voor controle- en handhavingsdoeleinden wordt in twijfel getrokken. De Adviesraden benadrukken dat de praktische uitvoerbaarheid van dit beleid goed uitgewerkt moet worden.
Conclusie
De AC’s roepen de Europese commissie op om samen met lidstaten en de EFCA verdere stappen te zetten richting een haalbare, eerlijke en doeltreffende uitvoering van de herziene controleverordening. Ze vragen om een geconsolideerde publicatie van de aangepaste regelgeving en pleiten voor een vervolgvergadering om openstaande kwesties verder te bespreken. Daarnaast pleiten ze voor een permanente expertgroep over controle, waarin ook derde landen betrokken worden, en die fungeert als platform voor samenwerking en harmonisatie over landsgrenzen heen.

Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Durk van Tuinen.