Schelpen! Van rond tot puntig, van minuscuul tot voetbalformaat, van breekbaar tot stevig, van lomp en lijvig tot slank en gestroomlijnd, van glad tot grillig, van wit tot welke kleur ook – dat zulke schitterende sculpturen gemaakt kunnen worden door een weekdier dat voor negentig procent uit water bestaat verbaast Koos Dijksterhuis nog altijd bij iedere schelp. Zo begint het boek van deze natuurjournalist over de wondere wereld van de schelpen met als titel: Noordkrompen, zee-engelen en koffieboontjes. De auteur is duidelijk gek van schelpen en bij het lezen van dit boek gaat er een nieuwe wereld voor je open. In totaal bestaan er op de wereld naar schatting honderdduizend soorten weekdieren. Daarmee zijn ze de op één grootste stam in het dierenrijk.
Decoratie
Dijksterhuis beschrijft in zijn boek hoe mensen door de eeuwen heen schelpen niet alleen mooi vonden en verzamelden. Ze gebruikten ze ook als decoratie. Denk daarbij aan de schelpengrot op landgoed Nienoord. In 2004 werden in Zuid-Afrika op 20 kilometer van de zee veertig kralen gevonden, vervaardigd uit schelpen. De kralen zijn 75.000 jaar oud. Nog ouder zijn de kralen die in 2007 werden gevonden in een grot in Oost-Marokko. Dit zijn de oudste tot nu toe gevonden schelpenkralen van maar liefst 82.000 jaar oud (noot: knap om zoiets te kunnen bepalen!).
Betaalmiddel
In China, India en Thailand werd eeuwenlang gehandeld met behulp van schelpengeld. Deze schelpen kwamen vooral van de Malediven. Onze eigen VOC ruilden deze schelpen als betaalmiddel voor slaven. Schelpen kregen in het verleden ook diverse bijwerkingen toegedicht waaronder een betere gezondheid en de bevordering van vruchtbaarheid.
Lijm
Mensen kunnen wel degelijk ook wat leren van schelpen. Wetenschappers ontrafelden de geheimen van mossellijm. Hiermee hechten de mosselen zich op stenen oppervlakten. Het heeft een gigantische kleefkracht. De medische wereld bootst dit na door bijvoorbeeld inwendige wonden te lijmen. Het werkt dan beter dan hechten. Nagemaakte mossellijm lost na enige tijd vanzelf op en de gelijmde weefsels groeien daardoor keurig aan elkaar. Het is toch geweldig dat we dit van de natuur kunnen leren?
Mosdiertje
Het lijkt een polletje mos, maar het is kolonie van piepkleine zeediertjes. Garnalenvissers hebben hier in perioden erg veel last van omdat de netten hierdoor dichtslibben. Veel extra werk en geen vangsten meer. Dat auteur Dijksterhuis ook hierover schrijft doet het boek eerst niet vermoeden. Het mosdiertje is in 2000 voor het eerst in Nederland (Zeeland) gevonden. Het uit de Stille Oceaan afkomstige diertje liftte op de scheepsrompen of met ballastwater mee de wereld over. De soort verspreidde zich gretig. De Wageningse onderzoekers verdiepen zich er nu in en hebben daarvoor de hulp ingeroepen van de garnalenvissers. De natuur kan ons elke keer nog steeds verbazen en dat wordt in dit boeiende boek nog eens extra bewezen.