Twijfel als Essentie van Wetenschap: Twijfel en wetenschap gaan hand in hand. Toch lijkt het erop dat we steeds meer moeite hebben om op de juiste manier kritisch te zijn. Enerzijds zien we een groeiende groep mensen die de wetenschap volledig afwijst—denk aan flat earthers, antivaxxers en klimaatontkenners. Anderzijds is er een tendens om wetenschap zonder meer te accepteren, zonder ruimte voor kritische vragen. Beide extremen zijn schadelijk, maar sociaal psycholoog Bastiaan Rutjens van de Universiteit van Amsterdam biedt een oplossing: we moeten beter leren twijfelen aan de wetenschap, en dat begint bij het begrijpen van de wetenschappelijke methode.
De feiten
Wetenschap is geen verzameling onwrikbare feiten. Integendeel, het is een dynamisch proces waarin voortdurend nieuwe bewijzen worden verzameld, theorieën worden bijgesteld en soms zelfs volledig omvergeworpen. In volwassen wetenschapsvelden zoals natuurkunde en scheikunde liggen de basisprincipes grotendeels vast, maar in jongere disciplines zoals voedingswetenschappen is nog veel onzekerheid. Dat is niet iets om bang voor te zijn, maar juist een gezonde houding om aan te nemen. Het stelt ons in staat om wetenschap te benaderen zoals wetenschappers dat doen: met een kritische blik en een open geest.
Communicatie
Het probleem ligt echter in de manier waarop wetenschap wordt gecommuniceerd. Wetenschappelijke bevindingen worden vaak gepresenteerd als absolute waarheden, wat de inherent aanwezige onzekerheden verdoezelt. Maar als we te veel nadruk leggen op deze onzekerheden, riskeren we dat het publiek zijn vertrouwen in de wetenschap verliest. Dit spanningsveld leidt tot een situatie waarin sommige groepen de wetenschap volledig afwijzen, zelfs wanneer er een brede consensus bestaat, zoals bij klimaatverandering en vaccinaties. Rutjens pleit daarom voor een benadering waarin twijfel juist wordt omarmd als een onderdeel van het wetenschappelijk proces. Het is niet alleen oké om kritisch te zijn; het is essentieel. Door ruimte te maken voor kritische vragen kunnen we voorkomen dat twijfel omslaat in volledig wantrouwen. Dit vraagt om een zorgvuldige balans in wetenschapscommunicatie, waarin onzekerheid wordt erkend zonder dat het publiek het vertrouwen in de wetenschap verliest.
Wetenschapsontkenning
In een wereld waarin wetenschapsontkenning steeds meer terrein lijkt te winnen, is het cruciaal dat we het publieke begrip van wetenschap verbeteren. Dit kan alleen door te laten zien dat wetenschap niet gaat om het aanbieden van definitieve antwoorden, maar om het voortdurende proces van ontdekking en verbetering. We moeten mensen dus leren dat twijfel niet betekent dat de wetenschap faalt, maar juist dat ze functioneert zoals het hoort. Wetenschap is geen dogma, maar een methode die ons helpt de wereld steeds beter te begrijpen. En dat begrip wordt sterker door het stellen van de juiste vragen—niet door het blindelings accepteren of verwerpen van antwoorden. In die zin is twijfel niet de vijand van wetenschap, maar juist haar grootste kracht.