Met veel dammen, stuwen en gemalen is het Europese rivierenlandschap het meest gefragmenteerde in de wereld. Dat concluderen wetenschappers in een studie over barrières, zoals sluizen, duikers en drempels. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in Nature en daarvan werd door redacteur van de Brugh verslag gedaan in de wetenschapsbijlage van het NRC. De aanleg van dammen, stuwen, sluizen heeft geholpen om de afstroom van rivierwater te controleren, om irrigatie en transport te vergemakkelijken, en om via waterkracht energie op te wekken. Maar al die onderbrekingen hebben een keerzijde. Ze beperken onder meer de beweging van vissen en andere organismen.
Dammen beperken massaal de in- en uittrek van vissen
Onderzoekers brachten dammen en stuwen in Europese wateren in kaart. Volgens een analyse zijn er tweeënhalf keer zoveel onderbrekingen als tot nog toe bekend. Van alle Europese landen springt Nederland er hoog bovenuit met veruit de meeste barrières: gemiddeld 19,4 per kilometer waterweg. Bioloog Buijse noemt de gepubliceerde studie „belangrijk en goed werk”. In veel landen zijn tot nog toe vooral grote barrières, hoger dan tien meter, in kaart gebracht. „De veelheid aan kleinere werken ontbreekt”, zegt hij. Als je de doorstroming en de ecologie van rivieren wilt verbeteren, moet je eerst goed zicht hebben op welke onderbrekingen er zijn. Het gaat allemaal ten koste van de biodiversiteit.
Voor- en tegenstanders
Omgerekend komt men in deze studie uit op 1,2 miljoen barrières voor de Europese rivieren.
Maar Hoitink (WUR) stelt daar vraagtekens bij. In reactie zegt Herman Wanningen dat „die cijfers wel kloppen”. Hij is een van de co-auteurs van het artikel en verbonden aan de World Fish Migration Foundation in Groningen. Hij erkent dat niet alle barrières even belangrijk zijn. Hoitink wijst ook nog op de lengte van het Nederlandse rivierennetwerk. „Dat is in werkelijkheid vast veel meer, hoewel je kunt discussiëren wat als rivier telt.” Wanningen geeft toe dat dit een onderschatting is. Fijn voor de wetenschap zo’n discussie maar de trekvis zal er in elk geval last van hebben.
Weghalen die dammen en stuwen?
Dat druist in tegen het denken van inwoners van de lage landen. Nederland ligt voor 50% onder NAP (Normaal Amsterdams Peil). Toch blijft overeind, zegt Wanningen, dat er juist voor kleine barrières meer aandacht moet komen, als we de doorstroming en herstel van rivieren willen stimuleren. Onderzoekers vragen zich af of niet veel van die kleine barrières oud en inmiddels overbodig zijn, en niet gewoon weg kunnen. Denemarken is al heel actief in het weghalen van dammen en stuwen. Het is een complexe discussie. Er zijn vaak tegengestelde belangen. Neem de landbouw. Die wil graag, door klimaatverandering verwachte toenemende droogte in de zomers, de zekerheid van water voor irrigatie. De Europese Commissie wil de doorstroming verbeteren. In de biodiversiteitsstrategie stelt ze dat in 2030 ten minste 25.000 km aan rivieren opnieuw met elkaar verbonden moet zijn. Dat geeft in elk geval de trekvissen meer vrije doorgang. Van Wanningen toont zich een strijder voor juist deze vissen.