Het lijkt helemaal booming business te worden met zeewier. Alsof het onbeperkt zonder schade tot de hemel kan groeien. Alsof we het hebben over het nieuwe verdienmodel en het nieuwe groene goud. Steeds meer aandacht vanuit duurzaamheid en innovatie. Toepassingen van algensoorten en zeewier schijnen eindeloos te zijn. Dat noemen we commerciële potentie. Ik probeer die romantiek toch een beetje te temperen want ook op dit punt is de zee niet onuitputtelijk.
Capaciteit
Op mijn vraag binnen het Noordzee Overleg of dat maar onbeperkt door kan gaan met de aanleg van zeewiervelden casu qua aquacultuur projecten voor zeewier, kwam het antwoord nee. Daar was enig onderzoek voor nodig, maar de beperkingen werden zeker vastgesteld. Nu is het aan het beleid om alvast paal en perk te stellen want ‘als het kalf verdronken is dempt men de put’. Die voorbeelden kom ik bijna dagelijks tegen. Beleidsmakers moeten vooruit denken in plaats van teveel achterom kijken. Hoe de zeewierteelt beperkt moet worden? Dat is nog steeds een raadsel. Ik denk in tonnen productievermogen, want oppervlakte telt niet wanneer je ook nog de diepte in kunt gaan. Dat heet driedimensionale kweek in tegenstelling tot de landbouw die tweedimensionaal is. Een ‘derde wereld’ aan verschil (lees hierin de dubbele betekenis).
Waar hebben we het over
Nederland heeft plannen (zo ik bestudeerd heb in ‘duurzaam bedrijfsleven’) om veertienduizend vierkante kilometer van de Noordzee te gebruiken voor zeewierteelt. Eén hectare zeewier levert per jaar zo’n 50 ton ‘droge stof’ op. Dat kun je overal voor gebruiken en het zal ook per soort verschillen. De getallen zeggen niet zoveel. Het gaat mij er om: “waar zijn hier de grenzen aan de groei en wie krijgt hier de concessies om het te mogen doen?”. Is dit productie voor energie, voedsel, bemesting of cosmetica? Welke verstandige richting willen we in gaan? Hoe behoeden we ons voor de verkeerde afslag waar we later weer spijt van krijgen? Denk er om: zeewier groeit echt heel snel.
Voordelen
We zullen de ogen niet mogen sluiten voor nieuwe mogelijkheden. Disruptieve innovatie heet dat. Heilige huisje omver gooien. U raadt het al: “Wanneer we klimaatdoelstellingen van Parijs willen halen kunnen we niet om zeewier heen”. Het is gezond, het is voeding, een plantaardige eiwitbron en er zijn (nog) geen bestrijdingsmiddelen voor nodig. Op dit moment, zo is de bewering van TNO, halen we 2 procent van ons eten uit zee, inclusief vis. Terwijl de zee 71% van de planeet is. Twee landen zoals de grootte van Portugal oppervlakte aan zeewier zouden voldoende zijn om de hele wereld van eiwitten te voorzien. Is het gek dat men dan positief is?
Voedselconcurrentie
Toch kunt u op de website van de Nederlandse Vissersbond de uitkomsten van een rapport lezen waarin staat dat er ook een andere werkelijkheid is. Wanneer voor de monding van de Oosterschelde een zeewierveld zou komen, dan groeit er bijna geen mossel meer in de Oosterschelde. De zee is niet onuitputtelijk en er is wel degelijk een interactie tussen de diverse organismen zoals soortgelijk het ‘multi-species-effect’ vaak is genoemd. Soorten werken min of meer als communicerende vaten. Je kunt niet van alles onbeperkt veel hebben. Het één gaat ten koste van het ander… in die zin soms net het menselijk handelen.
Deze column van Johan K. Nooitgedagt verscheen eerder in FishTrend.