Vissers krijgen twee jaar de tijd om zich voor te bereiden op het teruggooiverbod en worden in die periode vrijgesteld van sancties als ze er nog niet aan voldoen. Dit is het resultaat van een stemming, dinsdag in het Europees parlement. 573 EP-leden stemden voor, 96 tegen en 21 onthielden zich.
De ontwerpwetgeving – waar met de lidstaten al informeel een akkoord over is bereikt – amendeert de verordening waarin het teruggooiverbod is geregeld. De verplichting om alle gevangen vis aan land te brengen – in plaats van ze terug te gooien – is een belangrijke doelstelling in het nieuwe Europese visserijbeleid.
Veranderingen ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel
-
De Europese Commissie moet jaarlijks rapporteren over uitvoering van de eis om ongewilde bijvangst aan land te brengen
-
Vissers worden gedurende twee jaar vrijgesteld van sancties bij het niet voldoen aan de landingseis.
-
De verplichting om ondermaatse vis apart en gesorteerd op te bergen is vervallen
-
Kleine vissers hoeven hun vangst alleen maar bij te houden in hun logboek als meer dan vijftig kilo van dezelfde soort is gevangen
-
De verordening voorziet in een mechanisme dat moet voorkomen dat er een parallelle markt ontstaat voor vis die normaalgesproken niet verkoopbaar is
De nieuwe regels zijn noodzakelijk omdat het teruggooiverbod sinds 1 januari 2015 al geldt voor pelagische vissoorten zoals haring en makreel. De verordening past zeven EU-wetten aan die strijdig zijn met de nieuwe regels. Het teruggooiverbod wordt geleidelijk van kracht tussen nu en 2019.
Klik hier voor meer informatie van het Europees Parlement zelf.