Op donderdag 21 januari 2021 ontvingen we de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland inzake het beroep van de PO’s tegen de besluiten over de visuren in de Wnb-vergunning garnalenvisserij. De PO Nederlandse Vissersbond, PO Rousant en de VisNed PO’s hebben gezamenlijk beroep ingesteld tegen besluiten van de overheid met betrekking tot de visuren. De rechtbank stelt dat de overheid rechtmatig de aantallen visuren heeft gewijzigd in de vergunning en verklaart het beroep van de PO’s ongegrond.
Discussie over visuren in Wnb-vergunning
De gezamenlijke PO’s hebben de afgelopen jaren bezwaar en beroep ingesteld tegen de besluiten van de overheid met betrekking tot de visuren in de Wnb-vergunning garnalenvisserij. Het ministerie van LNV heeft bij het afgegeven van de Wnb-vergunning garnalenvisserij (december 2016) per Natura 2000-gebied een hoeveelheid visuren opgenomen in de vergunningvoorschriften. Deze visuren worden gebruikt als ijkpunt voor de monitoring van de visserij-inspanning gedurende de looptijd van de vergunning.
De afgelopen jaren heeft het ministerie een aantal wijzigingsbesluiten genomen waarmee de aantallen visuren zijn aangepast. De reden voor deze aanpassingen was dat de originele berekeningen van de visuren niet klopten, onder andere door fouten in de systemen van de NVWA. Daarnaast volgde in maart 2019 een brief van het ministerie waarbij werd gesteld dat wanneer er meer uren worden gevist dan in de vergunning staan, dit een (tijdelijke) sluiting van één of meer van de vergunde Natura 2000-gebieden tot gevolg zou hebben. De visuren in de vergunning zouden dan ook als maximum gelden.
De gezamenlijke PO’s zijn het niet eens met deze uitleg, want in de vergunning wordt namelijk gesteld dat als er sprake is van een overschrijding van de visuren, de sector met behulp van aanvullend onderzoek een aanvulling op de aangeleverde Passende Beoordeling kan indienen. In de vergunning is niets opgenomen over het (tijdelijk) sluiten van gebieden als er meer uren gevist wordt dan in de vergunning is opgenomen.
Hoorzitting
Tijdens de hoorzitting op 10 december 2020 stelde de rechtbank vast dat er veel ‘ruis op de lijn’ is over de wijze waarop het ministerie de aantallen visuren interpreteert. Het was de rechtbank niet duidelijk of er nu sprake is van een ijkbeeld ter monitoring (en dus geen hard plafond) of dat de visuren als een maximum worden gesteld.
Derk Jan Berends en Egbert van der Tuin, die namens de gezamenlijke PO’s aanwezig waren bij de hoorzitting, hebben aangegeven dat de visuren naar mening van de PO’s geen maximum betreffen en er in de vergunning niets is opgenomen over het (tijdelijk) sluiten van gebieden als het aantal visuren wordt overschreden. In plaats van een onderzoek naar overschrijding van een ijkbeeld worden de visuren daarmee gehanteerd als een maximum.
Mogelijke sluiting visgebieden
Het (tijdelijk) sluiten van gebieden heeft ernstige gevolgen voor de sector, immers de garnalenvisserij mag bij overschrijding van de visuren dan (tijdelijk) niet meer plaatsvinden in het gebied waar de overschrijding heeft plaatsgevonden. Het treffen van handhavingsmaatregelen is volgens de PO’s onevenredig bezwarend, omdat pas zodra de visserijactiviteiten op basis van een overschrijding van de visuren, wordt stilgelegd, een juridische procedure kan worden opgestart. Zoals bekend nemen juridische procedures veel tijd in beslag, waarbij in de tussentijd het betreffende gebied wél gesloten blijft voor de garnalenvisserij.
Uitspraak rechtbank
Met haar uitspraak van 21 januari 2021 oordeelt de rechtbank dat de omvang van de garnalenvisserij in de Natura 2000-gebieden het beste kan worden vastgesteld aan de hand van het aantal visuren en dat de door de PO’s bestreden wijzigingsbesluiten door het ministerie voldoende gemotiveerd en zorgvuldig tot stand gekomen zijn. Aangaande de brief van maart 2019, waarin het ministerie aankondigt dat zij bij overschrijding van de visuren van 10% of meer in een bepaald Natura 2000-gebied (tijdelijk) zal sluiten voor garnalenvisserij, oordeelt de rechtbank dat pas wanneer er daadwerkelijk uitvoering gegeven wordt aan deze handhavingslijn, de PO’s en de garnalenvissers op dat moment tegen de (tijdelijke) sluiting van een gebied een juridische procedure kunnen opstarten. De rechtbank concludeert dan ook dat het beroep van de gezamenlijke PO’s ongegrond is en de besluiten van het ministerie in stand blijven.
Mogelijkheid hoger beroep bij de Raad van State
Tegen de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland kan hoger beroep ingesteld worden bij de Raad van State. De gezamenlijke PO’s beraden zich momenteel op eventuele vervolgstappen. Aangaande een eventuele vervolgprocedure zullen wij u zodra daarover door de gezamenlijke PO’s een besluit is genomen, nader informeren via onze reguliere communicatiekanalen.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Johan K. Nooitgedagt of Egbert van der Tuin via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.