De Vereniging Natuurmonumenten en de Vereniging Zeeuwse Milieufederatie hebben een hoger beroep ingesteld tegen de Wnb-vergunning garnalenvisserij, specifiek gericht op de garnalenvisserij in de Oosterschelde en de Westerschelde. Afgelopen maandag, 21 september jl., vond een hoorzitting plaats bij de Raad van State in Den Haag. Een herhaling van standpunten die geen nieuwe informatie oplevert zo lijkt het. Namens de gezamenlijke PO’s waren dhr. Hans van Geesbergen (VisNed) en dhr. Egbert van der Tuin (Nederlandse Vissersbond, penvoerder namens de gezamenlijke PO’s) aanwezig.
Bezwaar en beroep NGO’s ongegrond verklaard
Nadat het bezwaar van verschillende natuur- en milieuorganisaties (NGO’s) in 2017 ongegrond verklaard werd, hebben de Vereniging Natuurmonumenten en de Vereniging Zeeuwse Milieufederatie, een beroepsprocedure opgestart bij de Rechtbank Midden-Nederland te Utrecht. Het beroep van beide NGO’s richt zich specifiek op de garnalenvisserij in de Oosterschelde en de Westerschelde, welke onderdeel vormen van de Wnb-vergunning garnalenvisserij.
De gezamenlijke PO’s hebben op verzoek van de rechtbank een zienswijze ingediend tegen het beroepsschrift van de NGO’s. De Nederlandse Vissersbond heeft als penvoerder van de Wnb-vergunning een reactie opgesteld en na onderlinge afstemming met de VisNed PO’s en PO Rousant deze reactie ingediend bij de rechtbank. Tijdens de hoorzitting, welke in mei 2019 volgde, hebben we deze zienswijze mondeling toegelicht. Eind juli 2019 volgende de uitspraak van de rechtbank. Ook de rechtbank oordeelt dat het beroep van de NGO’s ongegrond is en dat de Wnb-vergunning ongewijzigd in stand kan blijven.
Hoger beroep bij de Raad van State
Ondanks dat de NGO’s zowel in bezwaar als beroep in het ongelijk gesteld zijn, werd eind vorig jaar door de Vereniging Natuurmonumenten en de Vereniging Zeeuwse Milieufederatie hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De NGO’s zijn het niet eens met het oordeel van de rechtbank en proberen via de Raad van State alsnog hun gelijk te halen.
De gezamenlijke PO’s zijn geïnformeerd door de Raad van State over deze procedure en werden als belanghebbende partijen uitgenodigd voor een hoorzitting, die afgelopen maandag plaats heeft gevonden. In verband met de coronamaatregelen mocht er slechts een beperkt aantal mensen aanwezig zijn bij de hoorzitting. In onderling overleg tussen de gezamenlijke PO’s is daarom besloten dat Hans van Geesbergen en Egbert van der Tuin de sector te vertegenwoordigen tijdens de zitting.
Herhaling van zetten
Zoals verwacht focusten de NGO’s zich tijdens de hoorzitting op de – naar hun oordeel – vele gebreken die de Passende Beoordeling zou bevatten. Er werd gesteld dat er te weinig onderzoek gedaan was naar de effecten van de garnalenvisserij op verschillende natuurwaarden.
Ook baart het de NGO’s zorgen dat de daadwerkelijke aantallen visuren in de vergunde Natura2000-gebieden vele malen hoger zijn dan eerder in de Wnb-vergunning is vastgelegd. Hierbij werd gewezen op de aangepaste visuren, die naar aanleiding van de bezwaarprocedure zijn opgenomen in de Wnb-vergunning. Volgens de NGO’s kan het niet anders dan dat deze fors hogere visintensiteit een negatief effect heeft op vastgestelde natuurdoelen voor de vergunde Natura2000-gebieden.
De NGO’s concluderen dan ook dat deze onzekerheden tot gevolg zouden moeten hebben dat er geen Wnb-vergunning voor de garnalenvisserij in de Oosterschelde en Westerschelde afgegeven had mogen worden. Al met al was deze hoorzitting een herhaling van zetten. De NGO’s probeerden, net als in bezwaar en beroep, met name de Passende Beoordeling te bekritiseren en aan te geven dat de Wnb-vergunning op onjuiste gronden zou zijn afgegeven.
Ministerie van LNV en visserijsector op één lijn
In reactie op de argumenten van de NGO’s werd door het ministerie van LNV (vergunningverlener) gereageerd dat de Passende Beoordeling meer dan voldoende was onderbouwd en dat de Wnb-vergunning op juiste gronden is afgegeven.
Ook beargumenteerde het Ministerie dat het verhogen van de visuren een gevolg is van verkeerde berekeningen en er feitelijk geen sprake is van een verhoging, maar slechts van een correctie op de berekende visuren. Van een hogere visintensiteit is dan ook geen sprake.
Vanuit de visserijsector werden de argumenten van het Ministerie beaamd. “In onze reactie hebben we aangegeven dat de Passende Beoordeling gebruik heeft gemaakt van de destijds meest recente onderzoeksgegevens en er geen sprake is van een toename van de visintensiteit” aldus Egbert van der Tuin.
Vervolg
Na ruim twee uur werd de hoorzitting afgerond en kregen alle partijen de mogelijkheid om tijdens een slotwoord nog zaken aan te dragen of te verhelderen. Na afloop werd de zitting kort nabesproken, waarbij zowel de vertegenwoordigers vanuit het Ministerie van LNV als vanuit de visserijsector positief terugkijken op het verloop van de hoorzitting.
De Raad van State zal zich nu verder buigen over de zaak. Naar verwachting zal de uitspraak na ongeveer zes weken bekend worden gemaakt. Uiteraard zullen wij zodra er meer bekend is u hierover via onze reguliere communicatiekanalen informeren.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Egbert van der Tuin, tel. 0527-698151 of per e-mail: secretariaat@vissersbond.nl.