In een brief aan de Tweede Kamer geeft staatsecretaris Dijksma tekst en uitleg over de voortgang van de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijke Visserij Beleid (GVB). Aandacht voor de Aanlandplicht, pulsvisserij maar ook voor problemen met het Europese Visserij Fonds.
Aanlandplicht
De komende maanden moeten verschillende verordeningen worden aangepast om de Aanlandplicht mogelijk te maken zoals de Controleverordening en de Technische Maatregelen Verordening. Dijksma schrijft verder: “Met de sector ben ik in overleg om een gezamenlijke strategie op te stellen voor de Nederlandse inzet in de internationale onderhandelingen. Onderdeel van deze strategie is een plan van de sector met reductiedoelstelling voor de bijvangsten en voorstellen voor de wijze waarop deze doelstellingen in de periode tussen nu en 2019 te bereiken zijn. Met deze aanpak wordt, binnen de kaders van de Verordening, de maximale rek en ruimte gezocht om de aanlandplicht in de praktijk ook uitvoerbaar te maken. Het is mijn inzet om deze gezamenlijke strategie in te brengen in de regionale groepen waarin lidstaten samenwerken aan gezamenlijke aanbevelingen voor discardplannen. Voor Nederland zijn dat respectievelijk de Scheveningengroep voor de Noordzee en de Noordwestelijke waterengroep voor de Noordwestelijke wateren. De besprekingen tussen lidstaten in deze groepen, die zich ook laten adviseren door de Adviesraden waarin de visserijsectoren en NGO’s samenwerken, zijn in volle gang.”
Pulsvisserij
Naast het verkrijgen van draagvlak bij de verschillende internationale partijen wil staatssecretaris Dijksma zich inzetten om met de Europese Commissie te verkennen op welke manier pulsvisserij een duidelijke en bestendige plek kan krijgen in de nieuwe Verordening Technische Maatregelen. De ruimte om deze innovatieve vismethode verder te ontwikkelen zou hierbij voorop moeten staan.
Europees Visserij Fonds
Nederland heeft er, met instemming van de Europese Commissie, voor gekozen het Europees Visserijfonds in te zetten op innovatie- en samenwerkingsprojecten in plaats van op de meer gangbare sanerings- of investeringsprojecten. Een aanpak die succesvol is geweest en Europees tot voorbeeld dient. Onmiskenbaar is tegelijk dat dit een complexere aanpak is met inherent grotere kansen op fouten en interpretatieverschillen. De Auditdienst Rijk heeft geconstateerd dat de totale fout over 2013 10,4%, bedraagt en daarmee hoger is dan de tolerantie van 2%. De fouten hebben grotendeels betrekking op subsidiabele kosten, goedkeuring van aanvragen buiten de openstellingstermijn en niet-naleving van de instandhoudingsplicht voor investeringen. In overleg met de Auditdienst Rijk werden herstelmaatregelen ingezet. Op grond van de te hoge foutscore heeft de Europese Commissie een betalingsonderbreking ingesteld waardoor reeds door Nederland gedane uitgaven uit het EVF tijdelijk niet door de Europese Commissie aan Nederland worden uitbetaald. Op dit moment is intensief overleg met de Europese Commissie gaande om de knelpunten op te lossen.
Hierbij treft u de brief aan de Tweede Kamer aan: kamerbrief-over-kwartaalrapportage-gvb 12.5.2015