De Nederlandse Vissersbond volgt met grote belangstelling de recente onderzoeksresultaten over de effectiviteit van vispassages, in het bijzonder voor de paling. Uit een nieuw onderzoek, onder andere bij de Bathse Spuisluis, blijkt dat de huidige vispassages in Nederland significant beter kunnen functioneren om de intrek van jonge paling (glasaal) te bevorderen. Dit is cruciale informatie, zeker gezien de zorgwekkende daling van het palingbestand in Europa, dat de afgelopen vijftig jaar met maar liefst 95 tot 99 procent is afgenomen.
Onderzoek
Het onderzoek, uitgevoerd door visonderzoeker Sanne Ploegaert van RAVON, toont aan dat gemiddeld slechts een kwart van de jonge palingen de speciaal aangelegde doorgangen passeert. Bij de Bathse Spuisluis, waar jaarlijks miljoenen glasalen samenkomen, slaagt zelfs maar 6 procent erin om het zoete water van de rivieren te bereiken. Dit is een schril contrast met de potentie; met relatief eenvoudige aanpassingen zou dit percentage kunnen stijgen naar mogelijk driekwart.
Gouden tien minuten
De kern van het probleem lijkt te liggen in het gedrag van de glasaal in combinatie met de operationele inrichting van de sluizen. Veel jonge palingen arriveren net te laat om gebruik te maken van de ‘gouden tien minuten’. Na het spuien van overtollig zoet water blijft één van de zes deuren 10 minuten op een kier staan, om vissen doorgang te bieden. Dit gebeurt twee keer per dag. Experimenten met een aangepast spuiregime, zoals het ’s nachts openlaten van een kier, hebben al geleid tot een aanzienlijke verbetering van 26 procent ‘succesvolle intrek’. Verdere optimalisaties, zoals het ruimer of langer openzetten van de deuren en het creëren van luwtes bij de sluizen, kunnen de effectiviteit verder vergroten. Ook wordt de mogelijkheid onderzocht om meer sluisdeuren op een kier te zetten voor een meer natuurlijke zoet-zoutovergang.
Bestandsherstel
De Nederlandse Vissersbond onderstreept het belang van deze bevindingen. Het is duidelijk dat vispassages geen vanzelfsprekend succes zijn en dat maatwerk en voortdurende aandacht essentieel zijn voor hun effectiviteit. De technologische mogelijkheden om deze passages te optimaliseren, zijn er. “We zijn erg benieuwd naar wat verbeterde vispassages voor effect zullen hebben op het palingbestand. Dit onderzoek bevestigt eens te meer dat vissen niet het enige is wat bestandsherstel zogenaamd in de weg zit, en dat structurele verbeteringen in de waterinfrastructuur een absolute noodzaak zijn voor een veerkrachtig palingbestand.”

Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Johan K. Nooitgedagt.