Alles wijst erop dat het Noordzeeakkoord in volle vaart doordendert zonder dat daarbij de belangen van de visserijsector voldoende in ogenschouw worden genomen. Dat bleek woensdag 27 januari 2021 tijdens het debat in de Tweede Kamer (commissie Infrastructuur en Waterstaat) over het Noordzeeakkoord.
Visserijsector staat niet achter Noordzeeakkoord
In september 2020 werd duidelijk dat visserijorganisaties het zogenaamde Noordzeeakkoord niet konden ondertekenen door het ontbreken van toekomstperspectief voor de kottersector. De sector is van mening dat een Noordzeeakkoord zonder visserij, geen akkoord is. Ook de politiek leek zich tijdens de motie van Graus op 8 december 2020 (geen Noordzeeakkoord zonder vissers) met een meerderheid achter deze mening te scharen.
Politieke verdeeldheid
In het debat deze woensdag werd duidelijk dat zienswijzen op het Noordzeeakkoord en de positie van de visserij daarin ver uiteen liggen. Met name de PVV, SGP en VVD gaven aan dat er zonder de deelname van de visserijsector geen sprake is van een akkoord. CDA en ChristenUnie steunden de visserij ook, maar benadrukten dat ze het Noordzeeakkoord onderschrijven. Er zou volgens deze beide partijen extra aandacht moeten worden besteed aan de visserij om hun positie draaglijker te maken. GroenLinks, SP, D66 en de PVDA konden weinig begrip opbrengen voor de positie van de Nederlandse visserijsector en maanden vooral tot spoed om uitwerking te geven aan het Noordzeeakkoord.
Signalen aansluiting Noordzeeakkoord
Demissionair minister Schouten meldde in het debat dat ze signalen ontving over een deel van de Nederlandse visserij die toch wil aansluiten bij het Noordzeeakkoord. Die uitspraak verraste ons enorm, aangezien onlangs in een brief aan de Tweede Kamer nogmaals is bevestigd dat de gehele kottervisserij niet kan aansluiten door het ontbreken van toekomstperspectief.
Ontbrekende toekomstperspectief
In het debat werd wederom de gelegenheid genomen om te vermelden dat er tientallen – zo niet honderden miljoenen euro’s – klaarliggen voor de visserijsector om te innoveren en te saneren. Naast het geld dat eerder is geoormerkt voor de uitvoering van het Noordzeeakkoord met een groot deel uit het vanuit het Europese visserijfonds (EFMZV), is er nu ook zicht op compensatiegelden in verband met de gevolgen van de Brexit.
Ondanks dat de demissionaire minister aangeeft dat de visserijsector dankbaar moet zijn voor het geld dat ter tegemoetkoming van de visserijsector op tafel wordt gelegd, vergeet demissionair minister Schouten erbij te vermelden dat de desbetreffende subsidiepotjes voor een groot deel ook zonder Noordzeeakkoord beschikbaar zijn voor de visserij. Dat maakt het geheel een sigaar uit eigen doos.
Daarnaast is het beschikbaar blijven van bepaalde visgebieden belangrijker voor de toekomst van vissers, dan een eenmalige vergoeding. Ook moet nog maar blijken op welke manier de middelen binnen de opgelegde kaders bij de sector terecht kunnen komen. In het verleden is er eerder in het zogenaamde VIBEG akkoord door de overheid toegezegd om verloren visgebied aan vissers geldelijk te compenseren maar dat is op een enorme teleurstelling voor de visserij uitgelopen. Eerst werd het totaalbedrag flink gekort en het uiteindelijke bedrag van 8 miljoen euro kon alleen in de vorm van “projecten” worden aangevraagd via destijds het Europees Visserij Fonds. Geld dat ook zonder het betreffende VIBEG akkoord geoormerkt was voor visserij. Kortom, het (compensatie)geld kon niet worden overgemaakt aan de gedupeerde, de visserman. Dit wil de visserijsector niet nog eens meemaken!
Aanpassingsvoorstel Borkumse stenen
Tijdens een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer op 12 oktober 2020 heeft minister Schouten de handreiking gedaan om de voorgenomen gebiedssluiting op de Borkumse stenen uit het Noordzeeakkoord in heroverweging te nemen. Daarvoor moest er door de visserijsector een aanpassingsvoorstel gedaan worden binnen de meegegeven spelregels. Een belangrijke voorwaarde was dat de totale oppervlakte van de sluiting op de Borkumse stenen gelijk diende te blijven.
Na vele gesprekken met onder meer garnalenvissers uit Zoutkamp en de verschillende PO’s heeft de Nederlandse Vissersbond op 23 november 2020 namens alle visserijorganisaties een aanpassingsvoorstel aangeboden aan het ministerie van LNV. Tot op heden is daar nog geen reactie op gekomen. Het zou besproken moeten worden in het Noordzeeoverleg en diende de goedkeuring te krijgen van de aanwezige NGO’s.
De visserijsector hoopte in het debat van woensdag op een antwoord, maar demissionair minister Schouten werd niet heel concreet. De demissionaire minister benoemde op vragen van de SGP dat het aanpassingsvoorstel in het Noordzeeoverleg besproken diende te worden en dat de visserij daar geen deel van uitmaakt. Met deze beantwoording bekroop ons het gevoel dat er wordt verwacht dat we eerst ja moeten zeggen tegen het Noordzeeakkoord, voordat het aanpassingsvoorstel behandeld kan worden. Dat kan toch niet waar zijn? Als visserijsector hopen we dan ook op een spoedige bevestiging dat het aanpassingsvoorstel overgenomen kan worden. We hebben het ministerie van LNV daar vragen over gesteld.
Kennismaking Sybilla Dekker
Naast het debat, had Vissersbondvoorzitter Johan K. Nooitgedagt woensdagochtend ook een overleg met oud-minister Sybilla Dekker; de nieuwe voorzitter van het Noordzeeoverleg. Nooitgedagt blikt terug op een goed en constructief overleg, waarin over en weer uitleg is gegeven over de posities binnen het Noordzeeakkoord. Het zal zeker niet het laatste gesprek zijn wat de visserijsector hier over zal voeren.
>> Lees ook het dossier ‘Noordzeeakkoord’
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Durk van Tuinen of Johan K. Nooitgedagt via 0527-68151 of secretariaat@vissersbond.nl.