Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is bij de Raad van State in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland die in 2018 oordeelde dat LNV onterecht de beroepsvissers verder had beperkt in het Natura 2000-gebied Voordelta. Het betreft de rustgebieden Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand. In die zaak zijn de eisers, de PO Nederlandse Vissersbond, PO Delta Zuid en Vissersvereniging Zuidwest in het gelijk gesteld. Het Ministerie van LNV was het daar niet mee eens vandaar de stap naar de Raad van State. Tijdens de zitting werd er verrassend genoeg door LNV aan het begin geen pleidooi gehouden en werd er inhoudelijk ook niet gereageerd op de inbreng van de visserijorganisaties. Uitspraak volgt mogelijk deze zomer.
Inzet van de visserij
Vanaf het begin hebben de eisers, PO Delta Zuid, PO Nederlandse Vissersbond en Vissersvereniging Zuidwest, besloten om samen te procederen. In eerste instantie voor de bezwaarprocedures maar uiteindelijk is ook gezamenlijk de stap naar de rechter gemaakt. En samen optrekken geldt ook voor het hoger beroep dat door LNV is ingesteld bij de Raad van State. De partijen worden in deze zaak bijgestaan door Dr. Mr. Annelies Freriks (advocate) en Mr. Drs. Bert Keus (ecoloog). Er is door de visserij een stevige inhoudelijke inbreng geleverd tijdens de verschillende procedures. Er is wetenschappelijk onderbouwd dat uitbreiding van de rustgebieden in de Voordelta ten behoeve van Zware Zee-eenden onterecht is.
Het hoger beroep en de inhoudelijke behandeling
De staatsraden hebben de standpunten van partijen met aandacht aangehoord en de rapporteur heeft goede vragen gesteld. Hij begon met de mededeling dat het hoger beroep van de minister als eerste zou worden behandeld en daarna de gronden die eerder door de visserij zijn aangevoerd. Reden voor dit laatste is dat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) de zaak zelf zal afdoen in hoger beroep en er geen terugverwijzing naar de Rechtbank zal komen. Mocht de ABRvS de Rechtbank niet volgen, dan komt er een inhoudelijk oordeel over de vraag of het Toegang Beperking Besluit (TBB) kan bijdragen aan of nodig is met het oog op het behalen van de instandhoudingsdoelstelling c.q. of het besluit van de minister op dit punt voldoende is onderbouwd.
Inhoudelijke gronden visserijorganisaties
“De rapporteur heeft ruim de tijd genomen voor vragen over de relatie tussen aantallen, voedselvoorraad, voedselbeschikbaarheid en rust. Van de zijde van de minister is aangegeven dat de aantallen zwarte zee-eenden omhoog moeten. In reactie daarop is namens de visserijorganisaties benadrukt dat de instandhoudingdoelstelling ziet op draagkracht (in de gehele Voordelta). Verder is ingegaan op de verschillende rapporten die in bezwaar, beroep en hoger beroep zijn aangehaald. Tot driemaal toe heeft advocaat Freriks aangegeven dat van de zijde van de minister geen inhoudelijke reactie is gegeven op de door de visserijorganisaties ingebrachte informatie uit de verschillende rapporten. Ook tijdens de zitting bleef het ministerie alleen in algemene zin herhalen dat de aantallen omhoog moeten en dat rust moet worden gegarandeerd. Ook na een nadrukkelijke verwijzing naar de uiteenzetting in het nader stuk van vorige maand kwam er geen reactie van de zijde van het ministerie” aldus advocate Freriks.
Het vervolg
De Raad doet doorgaans binnen 6 weken uitspraak maar vanwege de zomervakantie kan dat langer duren. “Wij hebben er alle vertrouwen in dat de Raad van State tot dezelfde conclusie zal komen als de Rechtbank Midden Nederland eerder al, namelijk dat de uitbreiding van de rustgebieden in de Voordelta onterecht was. In ieder geval hebben wij als visserij er alles aan gedaan om dat met hulp van twee experts wetenschappelijk aan te tonen” aldus Derk Jan Berends van de Nederlandse Vissersbond.
Voor meer informatie
Kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.