Nadat er eerder dit jaar herstelmaatregelen werden afgekondigd in Noorse wateren, werden per 15 augustus ook aanvullende herstelmaatregelen voor kabeljauw van kracht in de Noordzee (4a en b) en in het Skagerak (3a). In Noorse wateren betreft het een sluiting voor alle vistuigen, in de Noordzee en het Skagerak is er een vrijstelling voor de boomkor:
“vaartuigen die met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van ten minste 70 mm in de sectoren 4a en 4b of ten minste 90 mm in sector 3a vissen, en beuglijnen1, mogen niet vissen in de Uniewateren van de ICES-sector 4a, ten noorden van 58° 30′ 00 NB en ten zuiden van 61° 30′ 00 NB en in de Uniewateren van de ICES-sectoren 3a.20 (Skagerrak), 4a en 4b, ten noorden van 57° 00′ 00 NB en ten oosten van 5 00′ 00” OL. 3”.
Uitzonderingen
Door de Europese Commissie zijn een aantal voorwaarden geformuleerd voor een uitzondering op deze gebiedssluiting in de Noordzee en het Skagerak. Wanneer er aan één van onderstaande voorwaarden wordt voldaan kan een vissersvaartuig gebruik maken van de uitzondering:
- het percentage kabeljauwvangsten bedraagt niet meer dan 5 % van de totale vangsten per visreis; vaartuigen waarvan de kabeljauwvangsten in de periode 2017-2019 niet meer dan 5 % van hun totale vangsten hebben overschreden, worden geacht aan dit criterium te voldoen, mits zij hetzelfde vistuig blijven gebruiken als in die periode; dit vermoeden kan worden weerlegd;
- er wordt gebruikgemaakt van een gereguleerde en zeer selectieve bodemtrawl of zegen, hetgeen volgens een wetenschappelijke studie resulteert in een vermindering van de kabeljauwvangsten met ten minste 30 % in vergelijking met vaartuigen die vissen met gesleept vistuig waarvan de maaswijdte overeenkomt met de in bijlage V, deel B, punt 1.1, van Verordening (EU) 2019/1241 bepaalde basisnormen; dergelijke studies kunnen door het WTECV worden geëvalueerd; bij een negatieve evaluatie van het WTECV wordt dit vistuig niet meer aangemerkt als geldig voor gebruik in de in lid 2 van dit artikel omschreven gebieden;
- bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 100 mm en groter (TR1), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:
- belly trawls met een maaswijdte van de buik van ten minste 600 mm;
- horizontale vislijn (0,6 m);
- horizontale zeeflap met een wijdmazig ontsnappingspaneel;
- bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 70 mm en groter in sector 4a en 90 mm in sector 3a en minder dan 100 mm (TR2), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:
- horizontaal sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;
- seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;
- sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;
- op de vaartuigen is een nationaal kabeljauwvermijdingsplan van toepassing om kabeljauwvangsten in stand te houden in lijn met de visserijsterfte die overeenkomt met de op wetenschappelijk advies gebaseerde vangstmogelijkheden door middel van ruimtelijke of technische maatregelen, of een combinatie daarvan; dergelijke plannen worden uiterlijk twee maanden na de invoering ervan beoordeeld, in het geval van de lidstaten door het WTECV en in het geval van een derde land door de betrokken nationale wetenschappelijke instantie van dat derde land, en waar nodig herzien indien het doel van het plan volgens die beoordelingen niet wordt gehaald.
RVO brief
Onlangs heeft RVO brieven gestuurd aan vissersvaartuigen die in de periode 2017-2019 niet meer dan 5% kabeljauw in hun totale vangsten hadden in de gebieden 4a, 4b en 3a (Noordzee en Skagerak). Op basis daarvan heeft men ingeschat dat deze vissersvaartuigen middels hetzelfde vistuig kunnen voldoen aan 5% grens voor kabeljauw. Dat wil overigens niet zeggen dat vissers die geen brief hebben ontvangen niet in de gebieden mogen vissen. Wanneer men toegang wenst tot de gebieden in de Noordzee en het Skagerak dient men aan één van de gestelde voorwaarden te voldoen: max. 5% kabeljauw of een technische maatregel zoals in de voorwaarden 2 t/m 4. De vijfde voorwaarde is niet van toepassing omdat Nederland geen nationaal kabeljauwvermijdingsplan kent. Voor de vissersvaartuigen die de RVO brief hebben ontvangen wijzen we u er op dat u de brief aan boord dient te houden voor eventuele visserij-inspecties.
Toezicht op de gebieden
Wanneer een vissersvaartuig de betreffende gebieden in de Noordzee en het Skagerak binnenvaart ontvangt men een (mail)bericht van de NVWA. Enkele weken geleden was de toon van de berichtgeving dermate dwingend dat de Nederlandse Vissersbond contact heeft gezocht met de NVWA en hier overleg over heeft gevoerd. Inmiddels wordt er middels een mail aan het vissersvaartuig een attentie verstuurd dat de gebieden worden betreden en wordt nogmaals uitleg gegeven welke voorwaarden er gelden.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Durk van Tuinen via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.