De toegang voor vissers uit EU-lidstaten tot Britse wateren is met twaalf jaar verlengd, tot juni 2038. Dat blijkt uit een nieuw akkoord dat onderdeel vormt van een bredere deal tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. De visserijafspraken zijn maandag officieel bevestigd tijdens een ontmoeting tussen EU-voorzitter Ursula von der Leyen en de Britse premier Keir Starmer in Londen.

Nederlandse inzet leidt tot resultaat

Nederland heeft zich in de aanloop naar dit akkoord stevig ingezet om de visserijbelangen veilig te stellen. Premier Dick Schoof, minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) en staatssecretaris Rummenie waren actief betrokken bij het diplomatieke overleg. Uiteindelijk is overeengekomen dat de huidige afspraken, die in 2026 zouden aflopen, met twaalf jaar worden verlengd zonder het korten van EU-visquota. Dit in tegenstelling tot het eerdere Brexit-akkoord, waarbij EU-landen nog een kwart van hun quota moesten inleveren.

Staatssecretaris Jean Rummenie reageerde positief op het akkoord; “Deze deal geeft perspectief en daar ben ik ontzettend blij mee. De Nederlandse vissers hebben zekerheid nodig en door deze deal kunnen we op de Noordzee blijven vissen. De huidige quota’s in de VK-wateren blijven daarmee gehandhaafd. De samenwerking met het Verenigd Koninkrijk koesteren we, de Nederlandse visserijsector is voor een groot deel van haar vangsten afhankelijk van de wateren van het VK. Dit geeft een solide basis om ook de komende jaren binnen de EU goed met het VK te blijven samenwerken.”

Positieve uitkomst voor de sector

De Nederlandse Vissersbond noemt het resultaat “goed nieuws voor de sector.” Volgens collega Durk van Tuinen is naast de langjarige zekerheid het behoud van quota van belang: “Twaalf jaar zekerheid, en zonder negatieve gevolgen voor de visquota, is een goede uitkomst.” Tegelijkertijd waarschuwt hij voor voorzichtigheid: “We hopen dat er geen nadelige verrassingen opduiken in de verdere uitwerking van het akkoord.” Het akkoord moet nog definitief worden bekrachtigd door het Britse parlement en de EU-Raad. In een gesprek met Staatssecretaris Rummenie over diverse visserijzaken op woensdag 21 mei 2025 hebben Van Tuinen en bestuurslid Johan Baaij een dankwoord overgebracht namens de sector voor de inspanningen van de Staatssecretaris en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Reactie Europêche

Ook op Europees niveau is het akkoord positief ontvangen. Europêche, de belangenorganisatie voor de Europese visserijsector, noemt de overeenkomst “een constructieve stap richting stabilisering van de post-Brexit visserijrelaties”. Volgens directeur Daniel Voces biedt het akkoord essentiële stabiliteit voor Europese vissersvloten en kustgemeenschappen; “De verlenging van de visserijtoegang tot 2038 biedt cruciale stabiliteit voor onze vloot en kustgemeenschappen. Het is een duidelijk voorbeeld van wat pragmatische en constructieve samenwerking kan opleveren.”

Europêche spreekt de hoop uit dat deze overeenkomst ook ruimte biedt voor nieuwe afspraken over onder meer toegang tot zandspiering en voor gezamenlijke inspanningen rond duurzaam beheer van gedeelde bestanden.

Technische ruimte voor VK blijft

Hoewel de toegang tot de wateren is vastgelegd, behoudt het VK de ruimte om via eigen wet- en regelgeving technische aanpassingen in visserijbeleid door te voeren. Er zijn in het onderhandelingsresultaat echter geen directe beperkingen opgenomen voor specifieke vistechnieken, zoals demersale visserij.