Waarom nemen vissers nieuwe, innovatieve, selectieve vismethoden, die niet in de regelgeving zijn opgenomen, niet over? Zo luidde één van de onderzoeksvragen in het onderzoeksrapport van Alessa Mattens, student van de opleiding Toegepaste Biologie aan Aeres Hogeschool Almere. Zij heeft in opdracht van Wageningen Marine Research (WMR) onderzocht welke kansrijke selectieve vismethoden zijn ontwikkeld en waarom vissers deze in de praktijk niet altijd toepassen. Vorige week gaf WMR een presentatie over de belangrijkste bevindingen.
Wel of niet innoveren?
Uit het onderzoek blijkt dat het risico op vangstverlies en daarmee lagere besomming als grootste belemmering wordt gezien door vissers als zij voor de keuze staan om een innovatie toe te passen. Hierbij speelt mee dat vaak een grote investering nodig is voor het overschakelen naar een nieuwe vismethode. Door het pulsverbod is de terughoudendheid in de visserijsector om te innoveren verder toegenomen.
Verplichten via wet- en regelgeving
Om een selectieve vismethode sectorbreed succesvol toe te passen, is het noodzakelijk dat dit in de wet- en regelgeving verplicht wordt. Dat gaven een aantal vissers aan in de interviews en enquêtes. Alleen dan wordt er een gelijk speelveld gecreëerd en gelden eventuele nadelen van een selectieve vismethode, zoals vangstverlies, voor iedereen. Het is echter lastig om vismethoden toe te voegen aan regelgeving, omdat deze zeer complex in elkaar zit en er geen duidelijke procedure voor is.
Inspelen op kunnen én willen
WMR concludeerde dat er bij innovaties teveel wordt gefocust op het ‘kunnen’: Hebben vissers de kennis en vaardigheden om de innovatie toe te passen, hebben ze de financiële middelen en staat de regelgeving het toe? Volgens WMR is het ‘willen’ minstens zo belangrijk bij het succesvol implementeren van een innovatie. Als een visserman niet de intrinsieke motivatie heeft en de meerwaarde van een duurzame visserij niet ziet, is het ‘kunnen’ waardeloos. In het onderzoek zijn daarom aanbevelingen gegeven om zowel op het ‘kunnen’ als het ‘willen’ in te spelen tijdens het ontwikkelen van een nieuwe innovatie. Zo zou een transitiesubsidie of een beloning vissers kunnen helpen en motiveren om de innovatiestap te zetten. Verder zou er samen met de vissers gesproken moeten worden over hoe beheer en regelgeving beter kan aansluiten op de praktijk en zich meer kan richt op resultaat. Tot slot ligt er een taak voor de wetenschap om nader onderzoek te doen naar visserijgedrag en de motivaties van een visser. Deze aspecten zouden samen kunnen zorgen voor een succesvollere toepassing van innovaties in de visserij.
>> Het volledige onderzoeksrapport van WMR is via deze link te bekijken.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het Team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid en vragen naar Amerik Schuitemaker via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.