De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geeft in opdracht van het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de jaarlijkse vismachtiging voor de handlijnvisserij op zeebaars uit aan vissers die daar op grond van historisch gebruik recht op hebben. De RVO heeft twee soorten vismachtigingen uitgegeven; een voor de visserijzone en een voor het zeegebied en de kustwateren. Het argument voor dit onderscheid is dat daarmee het zeebaarsbestand in het zeegebied en de kustwateren beter beschermd kan worden. Immers, alleen vissers met een aantoonbaar historisch gebruik kunnen voor die specifieke vismachtiging in aanmerking komen. Echter is er geen juridische grond voor dit onderscheid zoals onlangs is vastgesteld door de rechter. In de Nederlandse regelgeving wordt namelijk geen verschil gemaakt tussen de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren.
Geen onderscheid visserijzone, zeegebied en de kustwateren
In de Uitvoeringsregeling zeevisserij worden verschillende Europese (EU) verordeningen geïmplementeerd in de Nederlandse regelgeving, zo ook die van de vangstmogelijkheden onder andere in de Noordzee (Verordening (EU) 2022/109). In artikel 2 lid 2 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij staat dat onder ’ICES-deelgebied IV’ en ’Noordzee’ mede wordt verstaan de in het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970 genoemde wateren. Dat zijn dus het zeegebied en de kustwateren, de hele regeling treft u hier aan. Het recht (vismachtiging) om handlijnen op zeebaars te mogen vissen zou dan zowel de visserijzone als het zeegebied en de kustwateren moeten omvatten. In het verleden werd er door de RVO maar één vismachtiging uitgegeven maar sinds een paar jaar dus twee. De juridische grond voor dit onderscheid ontbreekt echter en vissers die conform artikel 11 lid 3 van de vangstmogelijkheden verordening (Verordening (EU) 2022/109) tussen 1 juli 2015 en 30 september 2016 aantoonbaar (registratie) met haken en lijnen op zeebaars hebben gevist hebben dus recht op een vismachtiging voor zowel de visserijzone, het zeegebied als ook de kustwateren.
Bezwaar maken
In een rechtszaak, die door een gedupeerde zeebaarsvisser uit IJmuiden was aangespannen, moest de overheid (RVO/LNV) bakzeil halen nadat ze hem onterecht een vismachtiging voor het zeegebied en de kustwateren had geweigerd terwijl de visser kon aantonen dat hij daar op zeebaars had gevist. De rechter oordeelde dat de overheid helemaal geen onderscheid mag maken tussen de visserijzone, het zeegebied en de kustwateren. De overheid gaf aan dat ze de Uitvoeringsregeling zeevisserij zou gaan aanpassen. Tot die tijd is het raadzaam om bezwaar te maken als u alleen een vismachtiging voor de handlijnvisserij voor de visserijzone of alleen voor het zeegebied en de kustwateren heeft ontvangen. Vaak kan dit binnen 6 weken na ontvangst van de vismachtiging. Let op: om een vismachtiging voor het zeegebied en de kustwateren te kunnen verkrijgen moet u wel beschikken over het recht om in deze gebieden te mogen vissen. Een Europese visvergunning die u krijgt na inschrijving in het Nederlandse Visserijregister is niet voldoende.
Zeegebied
In Artikel 1 van het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970 staat het volgende over het zeegebied:
Als zeegebied, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel b, van de Visserijwet 1963 worden aangewezen:
1. de havens van IJmuiden en de toeleidingskanalen naar het Noordzeekanaal tot de meest zeewaarts gelegen waterkeringen;
2. het Uitwateringskanaal te Katwijk tot de meest zeewaarts gelegen waterkering;
3. de havens van Scheveningen tot de meest zeewaarts gelegen waterkeringen.
Kustwateren
In Artikel 2 en 3 van het Besluit staat het volgende:
Als kustwater, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, van de Visserijwet 1963, worden aangewezen:
1. de Waddenzee en het Nederlands gedeelte van de Dollard en de Eems binnen de volgende grenzen:
a. voor de Westereems: de lijn gaande van de lichttoren van Borkum naar de Emder- of Grote Kaap op Rottumeroog, voor zover die lijn over Nederlands gebied loopt;
b. voor het Schild, de Lauwers, het Friesche Gat, het Pinkegat, het Amelandergat, het Vlie, het Eierlandsche Gat en het Texelsche Gat: de basislijn van de territoriale zee van Nederland.
2.a.de Maasmond;
b. de Nieuwe Waterweg tot de lijn gaande van het oostelijk havenhoofd van Maassluis naar het groene scheepvaartgeleidelicht no. 14;
c. het Calandkanaal, met de daaraan gelegen open havens, tot aan de meest zeewaarts gelegen waterkering;
d. het Beerkanaal met de daaraan gelegen open havens.
3. Het zeegat van Goeree, landwaarts van een lijn getrokken tussen punt A (51°55’20″NB 03°59’23″OL) en punt B (51°50’00″NB 03°50’01″OL) tot de meest zeewaarts gelegen waterkeringen in het zuidwesten begrensd door de lijn getrokken vanaf de vuurtoren Westhoofd op Goeree (51°48’50″NB 03°51’55″OL) in noordwestelijke richting (315° r.w.) tot punt B.
4. Het Brouwershavense Gat, landwaarts van een lijn getrokken van punt B tot punt C (51°44’48″NB 03°40’23″OL) tot de meest zeewaarts gelegen waterkering, in het noordoosten begrensd door het Zeegat van Goeree en in het zuidwesten door de lijn getrokken vanaf de lichtopstand “De Verklikker” op Schouwen-Duiveland (51°43’34″NB 03°42’23″OL) in noordwestelijke richting (315° r.w.) tot punt C.
5. De Oosterschelde, landwaarts van een lijn getrokken van punt C via punt D (51°42’36″NB 03°36’40″OL) naar de kerktoren van de Nederlandse Hervormde kerk te Oostkapelle (51°33’59″NB 03°33’07″OL) tot de Grevelingendam, Philipsdam en Oesterdam.
6. De Westerschelde voor zover gelegen ten oosten van de basislijn van de territoriale zee van Nederland.
7. De aan de onder 1 tot en met 6 bedoelde wateren gelegen open havens en de met die wateren in open gemeenschap staande inhammen, kreken, spranken, gaten en killen.
Waar kustwateren in verbinding staan met wateren, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder d, van de Visserijwet 1963, geldt als grens:
a. waar geen open verbinding is, de waterkering, welke het dichtst gelegen is bij het kustwater;
b. waar een open verbinding is, de lijn gaande over de uitmonding, met dien verstande dat in de Nieuwe Waterweg als grens geldt de lijn gaande van het oostelijk havenhoofd van Maassluis naar het groene scheepvaartgeleidelicht No. 14.
Visserijzone
In artikel 2 en 3 van de Machtigingswet Visserijzone staat het volgende:
2. Het Koninkrijk oefent de uitsluitende rechtsbevoegdheid ten aanzien van visserij-aangelegenheden uit in een zone ter breedte van ten hoogste 200 zeemijlen, gemeten van de basislijn van de territoriale zee van het Koninkrijk.
3. De buitengrens van de visserijzone zal worden bepaald in overeenstemming met die andere Staten van wie een overeenkomstige zone grenst aan die van het Koninkrijk.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Derk Jan Berends, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.