Staatsecretaris van Dam (EZ) heeft de Tweede Kamer per brief op de hoogte gesteld over de visserij met korven in de Oosterschelde. De Zeeuwse vissers hebben in 2013 een verzoek ingediend om de krabbenvisserij te kunnen uitoefenen met ‘korven’, die steviger zijn en daardoor minder schadegevoelig. Dit verzoek gold destijds uitsluitend voor de Westerschelde en de Voordelta en niet voor de Oosterschelde.
Reden
Dit laatste had te maken met de discussie, die op dat moment werd gevoerd over een eventuele reductie van de vangstcapaciteit van de kreeftenvisserij in de Oosterschelde. Korven zijn namelijk ook zeer geschikt om de visserij op kreeft uit te oefenen. De besluitvorming over een eventuele ‘kreeftenreductie’ heeft inmiddels plaatsgevonden (Kamerstuk 29 675, nr. 179), zodat er geen aanleiding meer bestaat om de visserij met vaste vistuigen in de Oosterschelde anders te behandelen dan de visserij in de Westerschelde en de Voordelta.
Vergunning wordt uitgebreid
Onder verwijzing naar de besluitvorming over visserij met korven in de Westerschelde en de Voordelta, zal binnenkort ook de ‘standaardvergunning’ voor de Oosterschelde worden uitgebreid met het vistuig ‘korven’. Hierbij zal het maximum aantal in te zetten vistuigen van 180 blijven gehandhaafd, waardoor wordt gewaarborgd dat de visserij-intensiteit in de Oosterschelde niet zal worden uitgebreid.
Bron: Rijksoverheid.nl