Visserijakkoord 2025/2026: plussen én pijnpunten voor de sector

18 december, 2025

Het recent gesloten Europese visserijakkoord voor 2026 roept in de Nederlandse visserijsector gemengde gevoelens op. Waar er een aantal duidelijke plussen te noteren zijn, met name bij tong, langoustines en zeebaars, wegen toch voor veel vissers de zorgen over forse kortingen op andere bestanden zwaar.

Visserijraad

Elk jaar maakt de Europese Unie (EU) afspraken over hoeveel vis de verschillende lidstaten het komende jaar mogen vangen. De ICES-adviezen zijn bij de totstandkoming van groot belang. Met het Verenigd Koninkrijk (VK) en Noorwegen worden afzonderlijke akkoorden gesloten over vangstmogelijkheden en toegang tot elkaars wateren. Officieel worden de vangstrechten van de Europese vissers in de decemberraad van visserijministers vastgesteld, maar de onderhandelingen vinden vooral vooraf plaats. Er is op dit moment nog geen akkoord tussen de EU en Noorwegen, dat betekent dat er nog geen zekerheid is over toegang tot de Noorse wateren. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze er wel komt, op korte termijn is dat voor de Nederlandse vissers geen groot probleem.

Demersale visserij

Om met de positieve punten te beginnen: De tong in de Noordzee is met 25% verhoogd. Daar is nu geen sprake meer van een tekort, maar een verhoging is hierin positief gezien ons trauma van 2024. Ook voor belangrijke soorten als rog (+25%), tarbot (+36%) en langoustines (+40%) is er extra ruimte en gaat het volgens ICES goed met deze bestanden.

De grootste zorg zit bij de forse kortingen op kabeljauw en makreel. Voor kabeljauw in de Noordzee wordt het quotum opnieuw stevig verlaagd met 44%. Er was een 0-advies afgegeven door ICES en om tot een akkoord te komen zijn er een reeks met aanvullende maatregelen genomen. Zo zijn de seasonal closures uitgebreid met 2 gebieden en is bij een aantal sluitingen de periode verlengd. Deze sluitingen zijn vooral in de winterperiode en in gebied 4a, wanneer de Nederlandse schepen zich vooral in Zuidelijke Noordzee bevinden. Er dreigde lange tijd ook seizoenssluitingen voor de Zuidelijke Noordzee om het zuidelijke bestand te beschermen. Als Nederlandse Vissersbond hebben we gepleit voor Real Time Closures (RTC’s) in plaats van seizoenssluitingen, omdat onze vissers bijna geen kabeljauw zien.

RTC

Voor het eerste kwartaal van 2026 zijn de voorwaarden voor zo’n RTC aangescherpt in gebieden 4b, 4c en 7D. Als bij een “last haul” 25% van de totale vangst van kabeljauw, wijting, schelvis en koolvis bestaat uit ondermaatse kabeljauw, betekent dit dat er een RTC komt. De grootte van deze gebieden kan dan oplopen van 50 nm2 tot 225 nm2, de lidstaat bepaald de grootte van deze RTC. Veel is nog onduidelijk over de werkwijze en deze zal verder worden uitgewerkt. Sowieso heeft men afgesproken dat men bezig gaat met een lange-termijn plan. Een lichtpuntje hierin is dat het RTC-regime in het algemeen wordt herzien, dus ook voor andere soorten. Hier hebben we heel veel last van, gezien de vele RTC’s die wekelijks bekend gemaakt worden.

De situatie rondom makreel is heel ingewikkeld. Voor makreel hebben het VK, Noorwegen, de Faeröer en IJsland onderling een akkoord gesloten voor 2026, waarbij is gekozen voor een reductie van circa 48% ten opzichte van 2025. Dit ligt aanzienlijk hoger dan het eerdere ICES-advies, dat uitging van een veel zwaardere verlaging (-/-70%). Dit is besloten buiten EU om en ook Groenland en Rusland maken geen onderdeel uit van dit akkoord. De EU heeft in de Raad een voorlopige TAC vastgesteld op 90% van het ICES-advies. Zolang een volledig kuststatenakkoord ontbreekt, betekent dit in de praktijk dat de EU met minder genoegen neemt, terwijl andere partijen meer ruimte benutten. Daarmee dreigt de Europese vloot onevenredig te worden geraakt. Om de huidige onverantwoordelijke praktijken tegen te gaan moet de EU nu gerichte handelsmaatregelen toepassen op basis van de herziene Verordening 1026/2012. Aanpassing van de EU-TAC is noodzakelijk zolang gezamenlijke afspraken tussen alle betrokken kuststaten uitblijven. De korting voor Nederland komt neer op zo’n 69%. Dit heeft ook grote gevolgen voor een groep demersale vissers, voor wie de makreel een belangrijke bijvangst is.

Zeebaars

Het ICES-advies gaf grote ruimte voor verhoging van de maximale hoeveelheden. Het lastige is hoe deze grotere taart dan vervolgens verdeeld wordt. We zijn blij dat er in ieder geval een verruiming voor alle onderdelen en voor 2026 zijn de volgende wijzigingen ten opzichte van 2025:

  • De schepen die vissen met bodemtrawls en zegens mogen net als in 2024 maximaal 10 ton per vissersvaartuig per jaar aanvoeren. Het maximale percentage van de vangst is gewijzigd naar 20% van totale vangst in plaats van 10%.
  • Voor haken en lijnen mag voor maximaal 8 ton per vissersvaartuig aangevoerd worden. Voor 2025 was dit 6,8t.
  • Vaste kieuwnetten mogen maximaal 5,4 ton (voorheen 1,8t) per vissersvaartuig aanvoeren.

Het visserijakkoord voor 2025/2026 laat daarmee een dubbel beeld zien. Er zijn duidelijke positieve punten, zoals de ruimte bij tong en enkele andere bestanden, maar daartegenover staan grote kortingen en onzekerheden die voor veel vissers zwaarder wegen. De pelagische sector heeft het zwaar te voorduren en door enorme kortingen komen er schepen voor de kant.

Dankwoord

De Nederlandse Vissersbond wil ook de mensen van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur bedanken voor hun inzet. Samen met hen hebben we een zo goed mogelijk resultaat kunnen neerzetten en is het toch gelukt om een aantal doelen te behalen. Het was prettig samenwerken en wij hopen dat dit komend jaar ook weer zal lukken.

Jacob Snoek
Voor meer informatie

Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Jacob Snoek.

Aanmelden weekjournaal

Plaatsen van formulier mailchimp

Recent Courses

Komende evenementen

Er zijn geen aankomende evenementen.