De enorme uitrol van wind op zee lijkt de vissers zonder pardon buitenspel te zetten, signaleert Europarlementariër Peter van Dalen. Als aangewezen rapporteur gaf hij opdracht aan het Thünen Institute of Sea Fisheries te Duitsland om de impact van wind op zee op de visserijsector te onderzoeken. Donderdag 3 december 2020 werd het werkdocument ‘De gevolgen voor de visserijsector van offshore windmolenparken en andere systemen voor hernieuwbare energie’ gepresenteerd en besproken in de Visserijcommissie van het Europees Parlement.
Vrijwel alle commissieleden die reageerden op Van Dalens presentatie, waren instemmend met het feit dat de visserijsector niet ten onder mag gaan aan de grootscheepse uitrol van windmolenparken op zee. Ook werd er duidelijk benoemd dat de EU zich niet blind mag staren op windenergie en alle mogelijke gevolgen daaromheen niet wil zien. “Ik constateer een grote mate van eensgezindheid als het gaat om het betrekken van de visserij bij de ontwikkeling van windparken op zee”, aldus Van Dalen aan het einde van de zitting.
Kennisleemte
In zijn werkdocument haalt Van Dalen onder andere het feit dat er nog teveel kennisleemte is over de gevolgen van windmolenparken op zee aan. Zo weten we dat het geluid, de elektromagnetische velden, de trillingen bij het plaatsen van de windmolens gevolgen heeft. Maar welke gevolgen exact, dat is niet bekend. Daarnaast is er ook nog geen onderzoek verricht naar de sociaaleconomische effecten. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor complete vissersdorpen als de visserij op deze wijze af moet druipen?
Voorzorgsbeginsel
Daarom pleit Van Dalen onder andere voor het toepassen van het voorzorgsbeginsel. In de Europese wetgeving betekent dit dat nieuwe parken alleen gebouwd mogen worden als negatieve effecten zijn uitgesloten. Meerdere Europarlementariërs scharen zich achter deze uitspraak om eerst de gevolgen van de windparken op zee goed op het netvlies te hebben, om de mogelijkheid dat het milieu meer vervuild wordt dan dat het daadwerkelijk oplevert uit te sluiten. Veel Europarlementariërs steunden de inzet van het voorzorgsbeginsel en hamerden er bij Van Dalen op om dit niet ‘een lege huls’ te laten worden.
Raadpleging van de visserijsector
In het werkrapport is te lezen dat er gevreesd wordt voor grootschalige conflicten tussen huidige gebruikers en nieuwe gebruikers van de zee, zolang er niet tot nihil wordt samengewerkt. De visserijsector ervaart het al jaren, maar ook uit het rapport blijkt dat raadpleging van de visserijsector beter kan. Hiervoor geeft het werkrapport drie aanbevelingen:
- Een raadpleging van belanghebbenden in een vroeg stadium.
- Onderhandelingsprocessen moeten gefaciliteerd worden door een onafhankelijke derde partij.
- Er moeten compensatiebetalingen komen voor het verlies van inkomsten voor de visserij.
Ook de Europarlementariërs die reageerden op de presentatie voorzien conflicten en pleitten voor constructieve voorwaarden om conflicten te voorkomen.
Onderdeel van het museum
Vissersbondvoorzitter Johan K. Nooitgedagt is blij dat de Visserijcommissie goede intenties heeft voor de visserijsector. “De sector staat voor ongekende uitdaging, waaronder de explosieve uitrol van windmolenparken op zee. Als het zo doorgaat op de Noordzee wordt de beroepsvisserij onderdeel van het museum. Dan kan de laatste visser het licht uitdoen, om de metafoor ‘elektrische stroom’ (windmolens) maar aan te houden. Volkomen terecht dat Van Dalen het voorzorgsbeginsel aanhaalt. Dat is altijd van toepassing, maar in de machtige windmolenindustrie kan blijkbaar uitzondering worden gemaakt.”
Vervolg
Met de input van de Europarlementariërs gaat Van Dalen zijn werkdocument verder uitwerken naar een ontwerpverslag. Hij verwacht deze rond maart te publiceren.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Johan K. Nooitgedagt via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.