De vertegenwoordigers van de aanvoerders, afslagen en handel/verwerking in de Nederlandse visserijketen, roepen wederom minister Staghouwer (LNV) op om de kottervloot, die zwaar gebukt gaat onder de extreem hoge gasolieprijs als gevolg van de oorlog in de Oekraïne, financieel tegemoet te komen. Veel Nederlandse kotters liggen voor de kant omdat er niet meer rendabel gevist kan worden, ondanks goede visprijzen voor de tijd van het jaar. De aanvoer van verse vis, schaal- en schelpdieren komt langzaam tot stilstand als er niet snel actie wordt ondernomen. Vissers, afslagen en handelaren lijden daar allen onder. De hoop is gevestigd op de minister om net als zijn Franse en binnenkort ook Duitse en Belgische ambtgenoten een financiële steunregeling (de-minimisregeling) in te stellen voor de vissers.
Gevolgen van de hoge gasolieprijs
De gasolieprijs was eind vorig jaar al relatief hoog (€ 0,60/liter) maar explodeerde na het uitbreken van de oorlog in de Oekraïne naar ongekende hoogte (ruim boven € 1,00/liter). Voor de visserijondernemers betekent dit een stijging in de bedrijfskosten van maar liefst 67%. Er wordt zwaar verlies geleden ondanks dat de visprijzen uitzonderlijk goed zijn voor de tijd van het jaar. Het verder doorberekenen van de gestegen bedrijfskosten aan de consument is niet mogelijk. Het reduceren van het gasolieverbruik heeft voortdurend de aandacht van de vissers maar daarvan zijn de grenzen op korte termijn inmiddels bereikt. Het gebruik van de puls techniek zou het leed flink kunnen verzachten maar dat is helaas verboden door Brussel. Inmiddels liggen er wekelijks meer dan 40 kotters voor de kant en iedere week worden dat er meer. Het gevolg daarvan is dat de bemanningsleden van boord stappen op zoek naar ander werk. Men hoeft geen econoom te zijn om te concluderen dat deze situatie tot een koude sanering van de kottervloot leidt. Voor de rest van de visserijketen die afhankelijk is van de aanvoer van verse vis, schaal- en schelpdieren, betekent het verlies van de vlootcapaciteit ook een verlies van marktaandeel en verdienmodel.
De-minimisregeling
Nederland kan net als andere lidstaten gebruik maken van de mogelijkheid om visserijbedrijven tot maximaal € 65.000,- per bedrijf financieel te ondersteunen. Voor een bedrag van ca. € 10 miljoen zou het ergste leed van de Nederlandse kottervloot verholpen kunnen worden. Dit is geoorloofde staatsteun waarmee kotters weer naar zee kunnen en perspectief hebben om deze gasolieprijs-crisis te overleven. Het is geld dat al beschikbaar is gesteld aan Nederland via het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV). Maar ook andere fondsen ten behoeve van de visserij, zoals het Brexit Adjustment Reserve (BAR) en subsidie uit het Noordzeeakkoord staan ter beschikking. Het gaat hierbij om vele honderden miljoenen euro’s aan subsidiegeld. Een bedrag van € 10 miljoen zou al het verschil kunnen maken tussen doorgaan of stoppen voor de kotterbedrijven. Het gaat om een relatief laag bedrag en slechts enkele procenten van het totaal aan beschikbare subsidies.
Zonder vissers geen innovatie
De kottervloot moet minder afhankelijk worden van de gasolie. Dat is nodig om in de toekomst een rendabele en klimaatbestendige visserij te kunnen uitoefenen. Echter, die technieken zijn nog in ontwikkeling en zullen door de huidige brandstofprijs-crisis in een stroomversnelling komen. De kottervisserij is in verschillende projecten bezig om nieuwe vistechnieken te ontwikkelen die brandstof besparen en schepen te ontwikkelen die minder of geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. Maar om te kunnen innoveren hebben er wel visserijondernemingen zijn en die dreigen in een rap tempo om te vallen.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Derk Jan Berends, via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.