Op 16 en 17 maart 2015 vond er een workshop plaats in Bergen (Noorwegen) in het kader van de aanlandplicht. Op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken werd er in samenwerking met de Noorse overheid een tweedaags programma doorlopen waarbij de Nederlandse en Noorse delegatie de mogelijkheid kregen om kennis uit te wisselen over de aanlandplicht en de implementatie daarvan.
De Nederlandse delegatie bestond uit afgevaardigden van het Ministerie van Economische Zaken, Nederlandse Vissersbond, VisNed, PFA en IMARES. De Nederlandse Vissersbond was vertegenwoordigd door Derk Jan Berends en Durk van Tuinen.
Aanlandplicht Noren
Tijdens de eerste dag van de workshop presenteerde het Fiskeridirektoratet (Noorse visserijministerie)de kaders van de aanlandplicht zoals de Noorse visserijsector deze nu kent na een stapsgewijze invoering in een tijdsbestek van zo’n 30 jaren. De belangrijkste demersale visserij in Noorwegen is de rondvisvisserij (kabeljauw, schelvis en koolvis) maar men kent de aanlandplicht ook voor de demersale garnalenvisserij in het Skagerrak en de Barents Zee. Om de selectiviteit in deze visserijen te bevorderen wordt er in de rondvisvisserijen met wijdere mazen gevist (130 mm +) dan voorheen en in de garnalenvisserij zijn grids verplicht gesteld die te vergelijken zijn met de werking van de zeeflap zoals we die in de Nederlandse garnalenvisserij kennen.
Aanvullend wordt gewerkt met zogenaamde “real time closures (rtc’s)” en “precautionary area’s”, dit zijn gebieden die respectievelijk gesloten worden bij bijvangstpercentages van 15% of aanvullende maatregelen krijgen bij bijvangstpercentages van 10% tot 15%. Visserijmanagers moeten volgens de Noren de ruimte hebben om in te spelen op veranderingen in de visserij, veroorzaakt door de invloed van de natuur, de visserij of andere factoren. De Noorse overheid benadrukte dat er ruimte in de wet- en regelgeving moet zijn om goed in te kunnen spelen op specifieke regionale situaties. Deze ruimte zoeken we als Nederlandse kottersector binnen de Europese Unie gericht op onze specifieke demersale visserij op met name platvis en Noorse kreeftjes.
Verschil met Nederlandse visserij
Tijdens de workshop werd na presentatie van de Nederlandse sectorpartijen maar weer eens duidelijk wat voor verschillen er zijn tussen de verschillende visserijen, in dit geval de Noorse en de Nederlandse. De Nederlandse demersale (platvis) visserij is een gemixte visserij waarbij onmogelijk alleen op één doelsoort kan worden gevist, daarnaast heeft de Nederlandse visser ook de behoefte aan niet doelsoorten gelet op het economisch resultaat. Een belangrijk aspect wat met elkaar werd gedeeld was op welke wijze een aanlandplicht kan worden gecontroleerd. De Noren vertrouwen op een goede uitvoering door hun vissers, zetten steekproefsgewijs waarnemers in aan boord en voeren controles uit door de Kustwacht en het Fiskeridirektoratet. De Noorse visserij maakt geen gebruik van camera’s aan boord (CCTV). Controle middels camerasystemen zou niet altijd de juiste beelden opleveren en is bovendien fraudegevoelig. De Coöperatieve Visserij Organisatie voert momenteel een pilot uit met camera’s aan boord van de pulskotters de UK 45 en de TX 36.
Ontwikkeling selectieve visserij heeft tijd nodig
Tijdens de gezamenlijke evaluatie ter afsluiting van de workshop werd door de Noren benadrukt dat de ontwikkeling tot een selectievere visserij tijd nodig heeft waarbij de gedragsverandering van de vissers een onmisbaar aspect is. In Noorwegen heeft men dertig jaren achter de rug om de aanlandplicht te implementeren in visserijen die eenvoudiger stappen kunnen zetten op het gebied van selectiviteit in vergelijking met de Nederlandse demersale visserijen. De Europese ambitie om te komen tot een aanlandplicht zonder vooralsnog een regionale benadering in minder dan drie jaar lijkt dan ook verre van realistisch. De Nederlandse kottersector werkt aan projecten om uitzonderingen op de aanlandplicht te behalen door het aantonen en verbeteren van de overlevingskansen van bijvangst, netinnovaties en gedragsveranderingen die leiden tot een selectievere visserij.