Het vangstadvies voor zeebaars voor het jaar 2026 kan met 98% omhoog. Dat concludeerde ICES eind juni dit jaar in haar advies over vangstmogelijkheden voor 2026. Deze flinke toename wordt vooral veroorzaakt door nieuwe wetenschappelijke inzichten in het zeebaarsbestand. De Nederlandse Vissersbond zal zich de komende tijd inzetten om de verhoging van het vangstadvies zo goed als mogelijk te laten vertalen naar de jaarlijkse vangstlimieten per vaartuig.
Zeebaarsbestand onderschat
In de periode van juli 2023 tot begin 2025 is er door ICES gewerkt aan een zogenoemde benchmark voor zeebaars. In een benchmark worden alle beschikbare wetenschappelijke gegevens en methodes om te komen tot een vangstadvies grondig onder de loep genomen. Voor zeebaars komen wetenschappelijke gegevens zowel uit de commerciële als de recreatieve visserij. Het resultaat van deze benchmark was dat de wetenschap een optimistischer beeld heeft gekregen van het zeebaarsbestand. Dit komt voornamelijk door het toevoegen van nieuwe gegevens uit surveys en een nieuwe inschatting van de totale visserijdruk. Het bleek dat er altijd al meer zeebaars werd onttrokken dan voorheen werd gedacht, en het zeebaarsbestand kon dit goed aan gezien de groei die het zeebaarsbestand de laatste jaren doormaakt.
Onderzoek Nederlandse vloot
Om de kennis over het zeebaarsbestand nog verder te vergroten, wil de Nederlandse Vissersbond zich inzetten om onderzoek naar zeebaars in de Nederlandse demersale vloot mogelijk te maken. Nieuwe onderzoeksgegevens kwamen tot op heden vooral uit de Franse visserijsector en Nederlandse gegevens kunnen daarop een goede aanvulling zijn. Ook zou dergelijk onderzoek kunnen helpen aantonen of de huidige sluiting van de maanden februari en maart wel of niet zinvol is voor het beheer van het zeebaarsbestand.
Advies voor verhoging vangstlimieten
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) zal ook dit najaar de vangstonderhandelingen voor 2026 verzorgen. De Nederlandse Vissersbond heeft LVVN geadviseerd om naar aanleiding van de 98% verhoging van het zeebaarsadvies in te zetten op het verhogen van de vangstlimieten voor alle metiers. Uit het ICES-advies blijkt dat een aanzienlijk deel (43%) van de ‘commercial removals’ bestaat uit discards (voornamelijk bij de gaande visserij), waarbij ook wordt uitgegaan van 100% sterfte van die discards. Hierdoor zal, naar onze verwachting, de visserijsterfte gelijk blijven bij het verhogen van de vangstlimieten, omdat er meer zeebaars kan worden aangeland, en dus minder wordt gediscard. In dezelfde lijn kan de huidige 10%-grens voor de gaande visserij volgens de Nederlandse Vissersbond verruimd worden naar bijvoorbeeld 20%. Zo kunnen incidentele grotere vangsten zeebaars beter opgevangen worden en worden discards beperkt, zonder dat dit leidt tot gerichte visserij.
Tevens ziet de Nederlandse Vissersbond dat bij zowel de gaande visserij (borden, flyshoot) als de lijnvisserij er slechts een klein aantal schepen het volledige vangstlimiet benutten op jaarbasis. Bij een verhoging van de vangstlimiet zal naar verwachting dus alleen dit kleine aantal schepen meer zeebaars aanlanden; het overgrote deel heeft aan de huidige vangsthoeveelheid al voldoende. De Nederlandse Vissersbond heeft daarom voldoende vertrouwen om te adviseren voor een verdrievoudiging van de vangstlimiet voor bodemtrawl en zegen (van 3.800kg naar 11.400kg), een gelijkstelling hieraan voor de lijnvisserij (van 6.800kg naar 11.400kg) en een verdrievoudiging voor staandwant (van 1.800kg naar 5.400kg). Deze verhogingen zullen voor een aantal schepen zeer positief zijn voor hun visserijmogelijkheden. De Nederlandse Vissersbond schat daarbij in dat met deze verhogingen binnen het met 98% verhoogde quotum gebleven kan worden.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Amerik Schuitemaker of Jacob Snoek.

