Sinds de jaren tachtig is het aantal bruinvissen in het Nederlandse deel van de Noordzee sterk toegenomen. Er zwemmen weer duizenden van deze sierlijke dolfijnachtigen in onze kustwateren. Ook het aantal strandingen van dode – vaak verminkte – bruinvissen groeit sterk, net als het aantal beschuldigingen aan het adres van de vissers. Uitkomsten van nieuw onderzoek bevestigen echter een eerder opmerkelijke ontdekking: de grijze zeehond zit achter de verminkingen.
Het gaat goed met de Noordzee. Niet alleen zwemt er een recordaantal schollen rond, maar het bruist van het leven. En dat zorgt voor de terugkeer van keurrijke kostgangers die de Noordzee lang geleden de rug toekeerden, zoals de blauwvintonijn en bruinvis.
Stabiele populaties walvisachtigen
In mei van dit jaar meldt Wageningen Marine Research in een persbericht dat uit de internationale SCANS-onderzoeken (gehouden in 1994, 2005 en 2016) een stabiel beeld naar voren komt van de populaties van bruinvissen, witsnuitdolfijnen en dwergvinvissen. Wel merkten de wetenschappers op dat de populaties naar het zuiden zijn opgeschoven. “Ons deel van de Noordzee is dus belangrijker geworden voor deze soorten,” meldt WMR-onderzoeker Meike Scheidat in het persbericht.
Forse toename
De website walvisstrandingen.nl van Naturalis bevestigt dat er een verband is tussen de toenemende populatie bruinvissen voor onze kust en het aantal strandingen van deze dieren.
Killer-zeehond
Op de Nederlandse kust stranden de laatste jaren zo’n zevenhonderd bruinvissen per jaar. Eén op de drie bruinvissen die dood aan de Nederlandse kust aanspoelen hebben vaak te maken gehad met aanvallen van grijze zeehonden, zo blijkt uit nader onderzoek van de Universiteit Utrecht en Wageningen Marine Research, dat eerder in augustus is gepubliceerd op de website Naturetoday. Dat de grijze zeehond, de grote broer van de welbekende gewone zeehond, veelal de veroorzaker is van de dood van deze bruinvissen is in 2015 aangetoond met forensisch DNA-onderzoek. Onlangs doken filmbeelden op van een zeehond met een bruinvis als middagmaal.
Maatschappelijke ophef
Dat de grijze zeehond een meedogenloze killer blijkt te zijn, leidt tot veel ophef in de media en op sociale media. De zeehond heeft immers onschuldig imago en een hoog knuffelgehalte. In de jaren ’80 van vorige eeuw was het beschermen van jonge zeehonden tegen pelsjagers plus de opvang van huilers in ons eigen waddengebied maatschappelijk een ‘big issue’, die veel steun opleverde voor natuurbeschermingsorganisaties. Maar nu blijkt: ook de zeehond is een roofdier (waarna men in België weer doorschiet door te waarschuwen voor aanvallen van grijze zeehonden op zwemmers).
Onterechte kritiek
Wie op internet zoekt op ‘verminkte bruinvis’, krijgt een vracht aan zoektreffers waarin de visser als schuldige wordt aangewezen. De verminkingen lijken te zijn toegebracht met een mes. Een decennium terug wezen zelfs wetenschappers eveneens de vissers aan als hoofdschuldige. De Nederlandse Vissersbond moest destijds het antwoord schuldig blijven bij gebrek aan feiten.
Eerste concrete raming van visserij-gerelateerde sterfte
Universiteit Utrecht en Wageningen Marine Research stelt dat 11 procent van de onderzochte bruinvissen het in een visnet geraken als doodsoorzaak had. Andere concrete cijfers zijn niet voorhanden. De vissers claimen een verwaarloosbaar aantal meegevangen exemplaren van hooguit 15 per jaar. Tot hierover meer harde cijfers en feiten zijn verzameld ligt de waarheid ergens in het midden.
Mysterie opgehelderd
“Sinds het begin van dit millennium heeft het mysterie van de verminkte bruinvissen ook onze vissers beziggehouden. Niet alleen doordat ze in het beklaagdenbankje werden gezet. Geloof me: Zonder uitzondering zien ook vissers bruinvissen liever zwemmen dan in een net verdrinken, laat staan zwaar gehavend aanspoelen op het strand. Dat nu aan het licht is gekomen dat de grijze zeehond de bruinvis op het menu heeft staan en dat we nu kunnen zeggen: “De natuur gaat hier haar gang” is wel een opsteker.
Bruinvissen zijn te groot om in staande netten verstrikt te raken en ze vluchten voor sleepnetten. Dat er soms toch kleine exemplaren worden gevangen, komt mogelijk doordat ze op de vlucht zijn voor zeehonden en in hun paniek in een net terechtkomen. Daarmee wil ik nog niet zeggen dat je moet stoppen met de bescherming van zeehonden,” aldus vissersbondvoorzitter Johan Nooitgedagt.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl