Europêche is de koepel van nationale visserijbelangenorganisaties waarbij ook de Nederlandse Vissersbond is aangesloten. De koepel vertegenwoordigt in totaal 45.000 vissersvaartuigen. In de septembereditie van het internationale visserijmaandblad IntraFish geeft voorzitter Javier Garat een interview over de belangrijkste issues. De woorden van onze Europese visserijvoorman willen we u niet onthouden.
“De eerste uitdaging waar we voor staan is de aanlandplicht. Die is niet te implementeren. Nu rijden we in een auto en alles is oké, maar we weten dat aan het einde van de weg er een aardbeving komt die alles verwoest. Zo is het nu met de aanlandplicht. Op 1 januari 2019 is de implementatie voor alle visserijen met quotaregelingen een feit, net als in het Middellandse Zeegebied, maar daar werkt de vangstbeperking iets anders. Dit mondt uit in een complete catastrofe, met name als gevolg van de choke species, de verstikkingssoorten. Dat zijn de soorten in de gemengde visserijen waarvoor een land of een vloot een te klein quotum of geen quotum heeft.”
Gedwongen stop van visserij
“Wanneer een visser een bepaald quotum heeft voor één soort en er toch andere soorten worden meegevangen, dan moeten ze de hele vangst aanlanden. Achteraf moet de visser dan alsnog extra vangstrechten regelen door middel van ‘interspecies flexibility’ – het uitruilen van vangstrechten met die op andere soorten of bestanden. Of via de de minimis-regeling, voor de visserijen waarin selectiever vissen onmogelijk is. Maar dit soort mechanismen zijn volkomen ontoereikend. Vissers komen op enig moment op het punt waar ze moeten stoppen met vissen, ondanks dat ze in principe voldoende quotum hebben voor hun doelsoorten. Juist de flexibele mechanismen leiden ertoe dat veel quotum gaat verloren door uitruil. Deze problemen doen zich straks voor in alle visserijlanden van de EU. Als Europêche waarschuwen we de Europese Commissie en de lidstaten keer op keer dat ze dit serieus moeten nemen. “
Brexit en EUFA
“De andere grote uitdaging is de Brexit. Alle onzekerheid die dit met zich meebrengt voor de Europese vissersvloot leidt ook tot grote juridische onzekerheden. Niemand weet wat er gaat gebeuren. Uiteraard proberen we onze belangen te verdedigen; dat is ook de reden dat we de European Union Fisheries Alliance, de EUFA, hebben opgericht.”
Meerjaren beheerplannen
“Ook de totstandkoming van meerjaren beheerplannen voor zeegebieden is een uitdaging. In het Gemeenschappelijk Visserijbeleid is bepaald dat het visserijbeheer gedecentraliseerd wordt. Dit is bijvoorbeeld voor de Oostzee al van start gegaan, maar we zijn nog aan het onderhandelen over andere zeegebieden waar Europêche-leden actief zijn.”
Europese zorgen
Over de communicatie in Europees verband zegt Garat: “We weten dat veel lidstaten zich zorgen maken over de continuïteit van hun visserijsector. Ook de Europese Commissie luistert naar ons. Maar ze wil ook bewijs zien van wat wij zeggen. Maar we kunnen pas met bewijzen komen van de omvang van de ramp in 2019, als de aanlandplicht van kracht is geworden.
De aanlandplicht wordt geleidelijk ingevoerd, waardoor we op dit moment weinig problemen ondervinden. Hoewel er wel wat knelpunten zijn, is 2019 veruit onze grootste zorg. Dan is de aanlandplicht een feit en verwachten we de grote klap.”
Een oplossing?
De enige oplossing om die grote klap te vermijden, is volgens Garat het aanpassen van de norm. “Geen enkele visser is tegen het verminderen van discards, daar is geen twijfel over. Het probleem is alleen de aanlandplicht, waartoe Europa heeft besloten zonder beter na te denken over het ‘waarom’. Kijk naar Noorwegen en IJsland, daar is een vorm van aanlandplicht van kracht. Maar die landen hebben er wel twintig jaar over gedaan om een werkbare vorm te ontwikkelen voor alle visserijen. Daar gaat veel tijd in zitten.
Bij ons moet de aanlandplicht in drie jaar doorgevoerd worden. Dat is voor alle betrokkenen een groot probleem. Bovendien is er de relatieve stabiliteit, op basis van historische vangsten hebben lidstaten quota toegewezen gekregen. Veel landen ruilen al jarenlang overschotten aan quota onderling met elkaar uit. Maar met de aanlandplicht is dat afgelopen, want dan hebben lidstaten hun overtollige quota nodig om het probleem met de verstikkingssoorten op te lossen.”
De oplossing is om de aanlandplicht te vervangen door een rationelere aanpak, waarbij duurzame visserij ondersteund wordt, de betrokkenheid van de visserijsector gestimuleerd wordt, waarbij veel intensiever wordt samengewerkt met de wetenschappers en waarbij er geen straffen worden uitgedeeld aan vloten zonder quota of met kleine quota, omdat deze in veel gevallen geen quota hebben om politieke redenen.”
Illegale visserij
Over de rol die de EU speelt bij het tegengaan van illegale en ongereguleerde visserij (IUU) is Garat lovend. “We denken dat de EU mogelijk het meest strikte beleid heeft tegen illegale visserij, dat een wezenlijke bijdrage levert aan de wereldwijde afname van illegale visserij. De EU heeft daartoe twee wapens in handen. Enerzijds de visserijcontrole regelgeving, rigoureuze regels die met name gelden voor de vloot in Europese wateren. Aan de andere kant is er de IUU-regelgeving, die van toepassing is op de relaties tussen lidstaten en niet-EU-landen, op de handel in visserijproducten in de EU en die de voorwaarden, certificering en normen bepaalt waaraan alle producten die de EU binnenkomen moeten voldoen. De EU heeft belangrijk werk verzet in het tegengaan van illegale visserij in veel landen, met bijvoorbeeld het kaartsysteem en draagt bij aan het verbeteren van het visserijbeheer en de controle in derdewereldlanden.”
Sociale aspecten
Europêche zet zich daarnaast in voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de sociale omstandigheden in de visserij. “We werken samen met de Europese Transportvakbond ETF voor de ratificatie van het C 188-verdrag over de werkomstandigheden aan boord. De rechten van werknemers aan boord moeten niet alleen gerespecteerd worden op de Europese schepen, maar overal. Naar verwachting wordt deze conventie aan het einde van dit jaar van kracht in landen die akkoord zijn met de ratificering en we verwachten dat veel andere landen dan zullen volgen. We zouden graag zien dat de EU aan niet-EU-landen ook vraagt om het recht op bepaalde werkomstandigheden te respecteren. Uiteraard zien we hier graag een koppeling met de toegang tot de Europese markt: elk land dat producten wil exporteren naar de EU dient zich te committeren aan de normen voor arbeidsomstandigheden. Europêche zet zich niet alleen in voor duurzaamheid op het gebied van natuur en milieu, maar ook als het gaat om sociale aspecten zoals werknemersrechten. Met dat laatste wordt nog geen rekening gehouden in Europees verband,” aldus Garat.
Rechtvaardig visserijbeleid?
Op vraag of de toewijzing van quota binnen Europees verband rechtvaardig verloopt, antwoordt Garat: “In het algemeen verdedigen de EU-lidstaten de keuze om de visserij te beheren aan de hand van visrechten, die individueel of collectief worden beheerd. Volgens ons is dat de beste manier, waarbij er ruimte is om verantwoord te vissen, het voorkomt onderlinge concurrentie tussen vissers, alle landen weten waar ze aan toe zijn en zorgen voor effectief beheer. De landen zijn verantwoordelijk voor hun eigen beheer, dat is de beste oplossing.”
Meer weten over Europêche? Bezoek de website