Het aanleggen van een dijk op 20 km afstand van de kustlijn lost een aantal problemen op. De nieuwe ‘zee-uiterwaarden’ bergen tijdens springtij overtollig water, waardoor Zeeland, de Waddenzee en de rivieren worden ontlast. In het nieuwe gebied is het mogelijk goedkoper een vliegveld, havens, industrieën, nieuwe steden, jachthavens en windturbines te bouwen. Een revolutionair plan.
Landschaarste, bevolkingstoename en zeeniveauverhoging nopen Nederland tot ingrijpende maatregelen. Hiervoor denkt een fictieve werkgroep 300.000 ha nodig te hebben. Indien we op 20 km afstand van de huidige kustlijn van Walcheren tot Den Helder een dijk zouden aanleggen, winnen we een gebied van 3000 ha dat water en land ontsluit. Tevens voorkomt uitvoering van dit plan een nieuwe watersnoodramp. Het hoogste peil dat de Noordzee ooit heeft bereikt, vond plaats tijdens de watersnoodramp van februari 1953. Bij de in 2100 verwachte niveauverhoging van de zee van ongeveer 85 cm kunnen de rivieren, die ook nog eens 20% meer aan piektoevoeren te verwerken krijgen, hun water hier op lozen. Dit is mogelijk omdat het peil in deze zee-uiterwaarden op ebniveau wordt gehouden.
Tuinbungalow’s
Voor bewoning zijn in de uiterwaarden zes eilanden van elk ongeveer 4.000 ha gepland. Afhankelijk van het type woning kunnen er in totaal één tot drie miljoen mensen wonen. Bijvoorbeeld in de piramidevormige gestapelde tuinbungalows van de futuristische gebroeders Das. Bij de Zeedijk is voor totaal 24.000 ha aan extra duinen toegevoegd, terwijl de industrie met 22.000 ha is bedacht. In de loop van de eeuw kunnen de zes wooneilanden, extra duinen, het industriegebied, inclusief het vliegveld, voor zo’n € 60 miljard worden opgespoten en bouwrijp gemaakt.
De verkoop van grond brengt ongeveer € 120 miljard op. We kunnen als rechtgeaarde Nederlanders dus op een positief saldo rekenen. Op de dijk is ook nog eens, bijna onzichtbaar vanaf het huidige strand, plaatsing van windturbines mogelijk. Door op de caissons een extra opzetstuk te plaatsen kan het niveau van de zee 4 m hoger komen te liggen. Maar dan zitten we reeds in het jaartal 2400. Met de huidige kennis moet het mogelijk zijn de immense moeilijkheden bij de aanleg van deze Zeedijk op te lossen. Rijkswaterstaat heeft, anders dan bij de Oosterschelde werken, nu ruimschoots de tijd om diepgaande studies te verrichten. De kuststeden blijven aan zee liggen en zullen met lagere golven genoegen moeten nemen. Een groot deel van de toeristen zal zich naar de Waddenzee-achtige waterbekkens begeven en Nederland ontlasten.
Hendric Stevin: “Dicht die gaten”
Hij voorzag en beschreef zo’n 350 jaar geleden dat de afgesloten Zuiderzee grotendeels zou worden ingepolderd. Bovendien begreep hij dat in zijn afsluitdijk tussen de Waddeneilanden uitwateringssluizen nodig waren om het water van de IJssel te lozen. Stevin was voorbereid op de spot van zijn tijdgenoten en dat gebeurde ook.
Het wonderlijke is dat Stevins plan (dat met de 17e-eeuwse stand van de techniek onuitvoerbaar was) in de vergetelheid raakte. Pas in 1920, toen de afsluiting van de Zuiderzee inmiddels bij wet was vastgelegd werden de plannen herontdekt. Als dit verhalend overzicht iets duidelijk maakt, is het wel dat verstandige plannen niet kunnen bestaan zonder idiote ideeën, al was het alleen maar om erachter te komen wat we niet willen.
Schiphol in de Markerwaard
In 1968 bracht minister Joop Bakker het plan naar voren om in de Markerwaard een tweede Schiphol aan te leggen. Dat leidde tot de oprichting van actiegroepen als Markerwaard van de kaart (later opgegaan in de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer) en tegen actiegroepen als de Vrienden van de Markerwaard, die elk ook weer eigen ideeën ontwikkelden over de toekomst van het gebied.
In de (achteraf beschouwd) wanhopige queeste naar een zinvolle invulling van de Markerwaard verdient het revolutionaire plan Lievense een eervolle vermelding. Ingenieur Lievense had van het Markermeer een spaarbekken willen maken voor de opslag van energie, opgewekt door 400 windmolens rond het meer. Wanneer de wind teveel elektriciteit opwekte, zou die worden gebruikt om het waterpeil in het bekken te verhogen. Op windstille dagen was over te schakelen op een waterkrachtcentrale.
Op 2 november 1990 besloot de ministerraad, op voorstel van minister Hanja Maij-Weggen (CDA), af te zien van de aanleg van de Markerwaard. In de nota ruimte uit 2004 is dat nog eens bezegeld met de woorden: ‘De ruimtelijke reservering voor de Markerwaard vervalt’. Maar in het licht der eeuwigheid is voorzichtigheid geboden: de Nota Ruimte reikt slechts tot het jaar 2030.
En nu?
De vrije zee is niet meer. Ik verwacht zeker opnieuw discussies over het inpolderen van (zee)water. Iedereen wil vliegen of groene stroom gebruiken, maar niemand wil het geluid van stijgen en landen horen of er ‘last’ van hebben. We willen geen windmolens zien. Dus doe maar op zee…..niet doen dus. Daar zijn onze vissers, vis vangen.
Deze column van Johan Nooitgedagt is eerder gepubliceerd in Fish Trend