Bizar genoeg lijkt het een gewoonte te worden om halve waarheden of zelfs onwaarheden te vertellen waarbij de visserijsector in diskrediet wordt gebracht. Na het recente debacle in het Europees Parlement waarbij het innovatieve pulstuig, door Nederlandse vissers ontwikkeld en getest, op het menu stond, ligt nu de term ‘bijvangst’ onder de loep.
Er zijn veel misvattingen over bijvangst in de visserij. Eerder publiceerde de Nederlandse Vissersbond, naar aanleiding van de term ‘afdankvis’ die media gebruikten na een actie van de Good Fish Foundation gericht op de vermarkting van bijvangst, hier een artikel over. Op donderdag 8 februari 2018 was ‘bijvangst’ ook het onderwerp van het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde. Zij lieten op treffende wijze zien waar de schoen wringt.
Aanlandplicht
In 2013 werd in het Europees Parlement en de Europese Raad besloten om de aanlandplicht in te voeren voor de Europese visserijen. Voor de Nederlandse (demersale) kottervisserij betekende dit dat alle vangsten van gequoteerde of anderszins gelimiteerde vissoorten uiteindelijk per 2019 aan wal moeten worden gebracht. Op het oog voor niet visserijkenners wellicht een sympathieke maatregel om voedselverspilling tegen te gaan, maar er is ook sprake van bijvangst (door de visserman ‘discards’ genoemd) die niet voor menselijke consumptie kan of mag worden gebruikt. Denk hierbij aan de onvermijdelijke bijvangst van te kleine (ondermaatse) vis.
De Nederlandse kottervissers werken samen met hun belangenorganisaties en wetenschappers om bepaalde uitzonderingen te bewerkstelligen op deze aanlandplicht die alle visserijen over één kam scheert. Ondanks de goede bedoeling van sommigen zal de aanlandplicht nooit passen bij de bodemvisserij vanwege de gemengde vangst. In plaats van her en der een uitzondering zijn er resolutere aanpassingen nodig. Professor Adriaan Rijnsdorp stelde in de uitzending van Keuringsdienst van Waarde dat hij met zijn (wetenschappelijke) kennis over de visserij, en specifiek de Noordzeevisserij, die aanlandplicht nooit had geadviseerd aan beleidsmakers. Helaas wil men in Brussel van niets weten en lijkt het jaar 2019 een rampjaar te worden voor onze vissers door de aanlandplicht. Visserman Job Schot verwoordde treffend dat Brussel ook niet van mopperende vissers houdt. Tot op heden is de aanlandplicht voor de kottervisserij de zoveelste (Europese) molensteen om haar nek…
Bijvangst en discards
Er is veel onduidelijkheid over de term ‘bijvangst’. Voor de vissers is er geen onduidelijkheid, het is glashelder. De Nederlandse kottervisserij vist nooit op één specifieke vissoort, met uitzondering van de kustvisserij op garnalen. Als kotters de haven verlaten om platvis of Noorse kreeft (langoustines) te vangen, spreken wij altijd van een gemengde bodemvisserij. Dat wil zeggen dat we naast de doelsoort (vaak tong, schol of Noorse kreeft) andere vissoorten vangen die benodigd zijn om enerzijds een economisch rendabele visreis te maken en anderzijds het menu qua vissoorten van variatie te voorzien. Dit contrast werd in de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde ook duidelijk geschetst. Daar waar visserman Job Schot verheugd vertelde over de welkome bijvangst werd er vanuit de Good Fish Foundation benoemd dat de Nederlandse vissers grote hoeveelheden marktwaardige vis teruggooien in zee.
Als visserij mijden we daarom liever de term ‘bijvangst’ maar noemen we het ‘meevangst’, een welkome aanvulling op de vangst van de doelsoort(en).
Welke vis is het meest de dupe van de Nederlandse bijvangst? 20.432 ton ongewenste vis wordt massaal geëxporteerd en in elk land hebben ze zo hun eigen voorkeuren… https://t.co/otKsEFgN8P
— Keuringsdienst (@KvW) 9 februari 2018
De term ‘discard’ heeft betrekking op de vangst van vissoorten die direct weer overboord gaat omdat de visserman deze vis niet aan boord mag of kan hebben. De aanlandplicht is ontwikkeld om voedselverspilling tegen te gaan en daar is het in de interpretatie tussen ‘bijvangst’ en ‘discards’ misgegaan. Veelal betreffen discards vissoorten die te klein zijn om te benutten voor menselijke consumptie. Dat er zo selectief mogelijk gevist moet worden is ons als visserij wel duidelijk, maar het aanlanden van niet-consumptiewaardige vis heeft totaal geen meerwaarde.
Selectief vissen
Begrijp ons als visserijsector niet verkeerd, wij proberen ons best te doen om zo selectief mogelijk te vissen. Onze voorkeur is ook om geen niet-marktwaardige vis te vangen. De kottervisserij heeft daar de afgelopen tien jaar grote stappen gezet. Niet alleen in materiële verbeteringen, maar ook door mee te denken in deze processen. Echter, als kottervisserij zal het nooit mogelijk zijn om in onze gemengde bodemvisserij discardvrij te vissen. En hopelijk zal er ook nooit ‘bijvangstvrij’ worden gevist, want dan missen we een onmisbaar gedeelte van de wekelijkse visvangst waardoor een rendabele visreis gemaakt kan worden.
Bijvangst-‘wijzer’
De Good Fish Foundation werkt samen met NGO’s en ondernemers om de visketen te verduurzamen. De bijvangstwijzer, in 2016 gelanceerd door de Good Fish Foundation, noemt de organisatie dan ook een handige tool om een keuze te maken voor de meest onderbenutte vissoorten uit de Noordzee. Op het eerste oog een ambitie waar de Nederlandse visserij niks op tegen zou kunnen hebben, maar helaas worden de Nederlandse kottervissers direct gelinkt aan de bijvangstwijzer door de Good Fish Foundation.
In de bijvangstwijzer staan vele onwaarheden, al dan niet in relatie met de Nederlandse kottervisserij. Hier een greep uit de zaken die we als Nederlandse kottervisserij als onwaar durven te kwalificeren:
- Tongschar; volgens de bijvangstwijzer zouden de Nederlandse Noordzeevissers meer dan 90% van de gevangen tongschar weer terug in zee gooien. Onzin! De prijs die vissers voor een kilogram tongschar ontvangen is veelal ruim boven de 4 euro. Geen visserman die het in zijn hoofd haalt om gevangen tongschar overboord te gooien aangezien het Nederlandse quotum voor tongschar voor Noordzee in 2017 niet eens voor de helft is benut.
- Harder en geep; volgens de bijvangstwijzer worden deze soorten veel bijgevangen door onze kottervissers die op platvis vissen. Wederom onzin! Verder wordt door de Good Fish Foundation opgemerkt dat bijgevangen harder en geep door vissers redelijk vaak meegenomen worden naar de haven omdat ze verkoopbaar zijn. Ook onzin! We vangen ze simpelweg niet.
- Tarbot en griet; deze exclusieve en culinair zeer gewaarde platvissoorten zouden volgens de Good Fish Foundation beter niet kunnen worden gekocht. Waarom dan niet? Gemiddelde prijzen van 10 euro per kilogram worden op de visafslag voor deze vissoorten betaald. Daarnaast is uit wetenschappelijk advies gebleken dat het quotum voor tarbot en griet jarenlang te laag is vastgesteld, onder de noemer van het ‘voorzorgsprincipe’.
- Schelvis; maar een klein deel van de Nederlandse vissersvloot vangt in bepaalde maanden schelvis. Deze visserij vindt plaats in de Noordelijke Noordzee, waar naast schelvis andere rondvis (witvis) wordt gevangen zoals kabeljauw, koolvis en heek. De meevangst van schelvis in andere visserijen is zeer beperkt te noemen. Veel schelvis die in Nederland wordt gegeten is afkomstig van vissersvloten die meer in de noordelijke Noordzee actief zijn en in de Atlantische Oceaan. Denk aan de Schotse en de Noorse vloot.
Er worden tal van andere zaken genoemd in de Bijvangstwijzer die in het juiste perspectief moeten worden gesteld, maar met bovenstaande punten en de televisie uitzending van de Keuringsdienst van Waarde hopen wij dat de werkelijke situatie duidelijker is geworden.
Voor degene die de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde gemist hebben, hierbij de oproep om alsnog te kijken via deze link: https://www.npo.nl/keuringsdienst-van-waarde/08-02-2018/KN_1696748. Daarnaast nog een link naar een eerder artikel over misvattingen rondom de term ‘bijvangst’: https://vissersbond.nl/misvattingen-over-bijvangst/.
Durk van Tuinen
Nederlandse Vissersbond