In de rubriek ‘Op de brug bij…’ maken we nader kennis met een lid van de Nederlandse Vissersbond, om meer te weten te komen van de persoon achter de visser.
Na een visserij op Noorse kreeft bij de Klaverbank, in het Botney Gat, loopt de vlagkotter BRA-2 Butendiek deze woensdagmiddag aan op de haven van Den Helder. Het is de Siberische kou in combinatie met harde oostenwind die schipper Frans Wiegman heeft doen besluiten de haven op te zoeken.
Frans Wiegman wordt over een paar dagen – 5 maart om precies te zijn – 58. De vader van vier kinderen en grootvader van zeven kleinkinderen geniet van elke reis. Toch draagt hij het roer in de loop van dit jaar over aan zijn zoon, om zelf na ruim veertig jaar op zee de taak van walschipper op zich te nemen.
Langoustines en welkome bijvangst
De BRA-2 (met formeel het Duitse Brake aan de Weser als thuishaven) is een 24 meter, 300 kp sterke eurokotter. Sinds een jaar of tien vist men met de quadrig jaarrond op langoustines, oftewel Noorse kreeftjes. “We vissen op slappere grond. Dan is het bordentuig met vier sleepnetten geschikter doordat het lichter is dan bijvoorbeeld twinrig. Onze doelsoort is langoustines en daarbij vangen ook tarbot, wijting, kabeljauw en eigenlijk alle gewilde demersale soorten. Dat is welkome bijvangst, een flink deel van onze besomming. Veel bezochte visbestekken zijn de Silverpit, Klaverbank en richt Duitsland en Denemarken de Witte Bank,” vertelt Frans.
Nachtwacht
Frans is geboren in IJmuiden, aan de Wijk aan Zeeerweg, die ooit het dorp Velsen verbond met vissersdorp Wijk aan Zee. Zijn vader was dieselmonteur bij het toenmalige Stork. Hij kwam in zijn jonge jaren veel op de haven en raakte gefascineerd door de kotters en trawlers. Stork werd Wärtisä en verhuisde naar Den Helder, waar Frans de kneepjes van het vissersvak leerde aan de Visserijschool.
“In 1976 ben ik gaan varen. Het viel me niet tegen. Het is een prachtig beroep. De vrijheid die je ervaart zo midden op de Noordzee. Ikzelf ben vaak ondersteboven van wat de natuur om ons heen te bieden heeft. Mijn favoriete moment is als je uit de nachtwacht komt en je een mooie zonsopkomst krijgt voorgeschoteld. Of die keer dat er een groep bruinvissen met ons meezwom, dat soort momenten blijven je bij.”
“Mijn favoriete moment is als je uit de nachtwacht komt en je een mooie zonsopkomst krijgt voorgeschoteld.”
“Het enige minpunt is dat ik niet zo vaak op zondag naar de kerkdienst kan als ik zou willen. Dat heeft te maken met onze keuze om om de week te wisselen. De ene week ben ik schipper, dan andere week mijn zwager Pieter. Ook de rest van de bemanning – we varen met z’n vijven aan boord – rouleert. Dat heeft voor- en nadelen, maar we hebben goed internet aan boord en zo kan ik de zondagse dienst toch volgen.”
Dit jaar walschipper
“Sinds 1981 vaar ik als schipper. Samen met twee zwagers zit ik nu in ons visserijbedrijf. Ik neem in de loop van dit jaar als walschipper de taken van mijn schoonvader en een oom aan de wal over. Die zijn beiden in de tachtig en mogen rustiger aan gaan doen. Momenteel ben ik mijn zoon aan het inwerken om over een maand of twee à drie het roer van me over te nemen.”
“Wat iemand een goed visserman maakt? Eigenlijk drie dingen. Je moet liefde en feeling voor het vak hebben, plus een gezonde dosis motivatie, lef en doorzettingsvermogen en als derde: je moet het niet alleen om het geld willen doen. Mensen die in de visserij denken snel geld te kunnen verdienen zijn niet de mensen die je aan boord wilt hebben.”
Gewoon doorgaan
Over de toekomstperspectieven in de visserij is Frans nuchter. “Er zijn volop kansen. We moeten gewoon doorgaan met waar we mee bezig zijn, ook met nieuwbouwplannen. We moeten quota en regels respecteren, uiteraard zolang de regels niet absurd zijn. De visserij is gewoon goed, er zit toekomst in. Daar moeten we niet zo negatief over doen.”
“Ik moet dan denken aan Don Quichot die ook vocht tegen molens.”
“Neem de groepsapp van de EMK, wat je daar soms voorbij ziet komen. Zoals het gevecht tegen windmolens. Het is de realiteit, die dingen komen er nu eenmaal, dat houdt je niet tegen. Ik moet dan denken aan Don Quichot die ook vocht tegen molens. Ik zie het zo: vissen trekken en zwemmen de windparken in en uit. Laten we proberen om oplossingen te vinden die de visserij zoveel mogelijk ruimte bieden. Wat veel belangrijker is, is dat we al onze pijlen richten op de absurde aanlandplicht. Die moeten we met man en macht bestrijden!”
Eén sterke organisatie
Over het werk van de Nederlandse Vissersbond is Frans te spreken. “Het regelen van zaken zoals het ruilen van quota gaat prima. Verder worden we goed geïnformeerd via de nieuwsbrief. Ik bezoek af en toe een vergadering en als ik straks aan de wal werk zal het contact wel intensiever worden. Waar ik wel een voorstander van ben is het bundelen van krachten. Terug naar één sterke organisatie voor alle vissers in Nederland. Maar daarvoor zullen wij vissers ook wat moeten willen opgeven…”