Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is vier maanden jong. Nu de verhuisdozen zijn uitgepakt en de werkruimte is ingericht, heeft de Nederlandse Vissersbond aan het ministerie een brief gestuurd over de doodlopende wegen die de aanlandplicht veroorzaakt. “Er zijn nog maar negen maanden om grote knelpunten op te lossen. Dat moet veelal op Brussels niveau, dus de tijd dringt écht!” licht vissersbondvoorzitter Johan Nooitgedagt het opstellen van de brief toe.
Nooitgedagt: ”Allereerst zijn we nog steeds van mening dat de aanlandplicht voor de Nederlandse kottersector onwerkbaar is. Bovendien zijn er knelpunten die Nederlandse vissers sterk benadelen ten opzichte van vissers in andere lidstaten. In de brief hebben we de punten benoemd.”
Norm respecteren voor overleving van tong en schol
“In de brief wijzen we op de afspraak die in 2014 is gemaakt met toen nog Economische Zaken over het percentage van overleving van tong en schol om uitgezonderd te worden voor de aanlandplicht. Tijdens het laatste maandelijks overleg op 1 maart 2018 bleek echter dat het ministerie van LNV nu aanvullende maatregelen nodig acht. De norm verschuift daardoor. Wij hebben nu verzocht de eerder overeengekomen norm van 30 procent voor overleving van bijgevangen schol te respecteren en LNV gevraagd zich te blijven inzetten voor het verkrijgen van een uitzondering van de aanlandplicht voor tong en schol.”
Wijting als choke specie
“Wijting wordt in bepaalde periode van het jaar veel gevangen, met name in de garnalenvisserij, flyshootvisserij en puls-/boomkorvisserij. Voor de puls-/boomkorvisserij 80 -119 mm geldt echter geen de-minimis uitzondering voor wijting, ondanks ons eerdere verzoek. De meeste Nederlandse vissers hebben geen vangstrechten voor wijting en daardoor is dit een choke-specie voor de vloot. De Deense visserijsector pleit nu voor een afschaffing van het wijtingquotum in het Skagerrak en Kattegat zodat de aanlandplicht daar niet geldt voor wijting. Wij hebben LNV gevraagd om in ieder geval te zetten op een de-minimis voor wijting.”
De-minimis voor selectiever vissen is uitstel van executie
“Ook over het verhogen van de selectiviteit van vistuigen zijn afspraken gemaakt tussen de sectoren de overheid. In 2015 is dit vervat in een stappenplan met als doel de selectiviteit met 35% te verhogen in vergelijking met de situatie in 2010. Twee vistuigen – SepNep en het Vlaams paneel – komen mogelijk in aanmerking voor de-minimis uitzondering. We hebben erop gewezen dat dit slechts uitstel is, uiteindelijk moeten de vissers al hun bijvangst aan niet-marktwaardige vis en schaaldieren gaan aanlanden.”
Toewijzing van top-ups leidt tot overbevissing kabeljauw
“Dan zijn er de zogenaamde top-ups, om afboekingen van ondermaatse vis van het betreffende quotum te compenseren. Nederland heeft ervoor gekozen om deze top-ups niet te verdelen onder de contingent houders maar deze nationaal te beheren door de RVO. De reden hiervoor is dat de Nederlandse overheid handel in top-up quota wil voorkomen. Buitenlandse vissers zien hun vangstmogelijkheden juist wel toenemen als gevolg van de top-ups.”
“Uit eigen waarneming in de Schotse afslag hebben wij vastgesteld dat er, van de vele duizenden kisten vis die daar dagelijks wordt aangeland, nog geen kist ondermaatse wordt aangeboden. De top-up voor kabeljauw wordt daar volledig gebruikt voor het aanlanden van maatse vis. In andere lidstaten is het beeld hetzelfde. Betekent dit dan dat de vissers in die lidstaten veel selectiever zijn gaan vissen sinds de implementatie van de Aanlandplicht waardoor ze nauwelijks of geen bijvangsten van ondermaatse vis meer hebben? De vraag stellen is het antwoord geven: NEE. Deze vissers zijn blij met de extra vangstmogelijkheden door de top-ups, mogelijkheden die de Nederlandse vissers niet hebben. Nederlandse vissers met kabeljauw contingent voelen zich hierdoor fors benadeeld ten opzichte van hun buitenlandse collega-vissers.”
“Bovendien leidt het extra top-up quotum ertoe dat de kabeljauw in de Noordzee na jaren van herstel weer overbevist dreigt te worden. In de geest van de Aanlandplicht is het verhogen van het individueel contingent de beste stimulans om selectiever te vissen en teruggooi van ondermaatse vis terug te dringen, maar wel op voorwaarde dat de controle en handhaving op orde is. Daarom hebben we in de brief gevraagd om te zorgen voor gelijk speelveld in de Europese Unie voor de kabeljauwvissers. Overbevissing van Noordzee-kabeljauw moeten we voorkomen. Zolang controle en handhaving van de aanlandplicht in alle lidstaten nog niet op orde is, dringen wij erop aan om de top-ups individueel aan de contingenthouders toe te delen, als stimulans om selectiever te vissen.”
Garnalenvisserij onder de aanlandplicht
“De Nederlandse Vissersbond heeft vernomen dat de garnalenvisserij vanaf 1 januari 2019 onder de aanlandplicht valt. Garnalenvissers moeten dan (ongewenste) bijvangst van soorten als tong, schol, haring en wijting aanlanden. Dat wordt een onwerkbare situatie, die ook consequenties gaat hebben voor de Natura 2000 akkoorden VIBEG en VISWAD. Daarom hebben we voorgesteld het probleem van de Noordzeegarnalen op korte termijn met ons als sectorvertegenwoordigers en de ‘garnalenexperts’ van LNV en onderzoekers van de WUR te bespreken.”
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl