In de rubriek ‘Op de brug bij…’ maken we nader kennis met een lid van de Nederlandse Vissersbond, om meer te weten te komen van de persoon achter de visser.
De kotter WL-20 ‘Pieter Kees’ ligt aan de kade in Lauwersoog. Schipper en eigenaar Peter Visser is thuis in Paesens-Moddergat. De harde wind en hoge zeegang maakt het vissen op garnalen onmogelijk. Maar ook thuis is er genoeg werk te verzetten voor het visserijbedrijf. “Het bedrijf houdt je elke dag wel bezig.”
Hij verheugt zich erop dat zijn oudste zoon Tiete over een paar weken klaar is met zijn opleiding aan de visserijschool op Urk en dan permanent als bemanningslid aan boord komt om de kneepjes van het schippersvak te leren om op den duur het roer van de kotter en het bedrijf te kunnen overnemen. Peter: “We hebben zéker allebei een eigen mening, maar nooit ruzie. Ik verheug me erop, de mooiste momenten aan boord zijn toch de reizen die we al samen hebben gemaakt. We vergeten het soms om dankbaar te zijn… Geniet van het leven, we zijn hier maar even.”
Druk met de kotter
Thuis is het een gezellige drukte. Peter Visser (48) is getrouwd en trotse vader van drie zoons in de leeftijd van 18, 16 en 12 en één dochter van 9. Zijn vrouw werkt bij een internet- en telecommunicatiebedrijf in Dokkum. Naast het gezin is Peter een liefhebber van motoren, van MotoGP tot de eigen Suzuki GSX-R, hoewel hij daar minder op rijdt dan hij zou willen. “Ik ben eigenlijk altijd druk met de kotter.”
Eerste zeeziekte te boven
Het beroep van vissers is bij Peter van vaderskant doorgegeven van generatie op generatie. Als vierjarige ging hij al met zijn vader mee naar zee. “Zo ben ik er langzaam ingegroeid, nadat ik na verloop van tijd de eerste zeeziekte te boven was. Ik weet nog wel dat ik van jongs af aan iets had met vogels, maar na de eerste paar reizen waren het vooral kotters en techniek waar mijn interesse en fascinatie kwamen te liggen. Het is de combinatie van natuur en techniek die het varen en vissen zo mooi maakt. Vooral nu het voorjaar er weer aankomt en de geuren die daarbij horen. De vrijheid op het water is het mooiste aan het beroep, hoewel dat steeds minder wordt voor de garnalenvissers.”
“Vroeger deden we als visserij wel eens een donatie aan clubs als Greenpeace”
Met dat laatste doelt Peter op de gesloten gebieden op het Wad en de kustzone boven de eilanden, wat voor hem de minder aantrekkelijke kanten zijn van het bestaan als garnalenvisser. “Het is een verschrikking, al die beperkingen. De natuurlobby is hierin volledig doorgeschoten. Vroeger deden we als visserij nog wel eens een donatie aan clubs als Greenpeace, we stonde achter hun aanvankelijke doelstellingen. Dat is tegenwoordig onvoorstelbaar. Ook de grondleggers, de activisten van het eerste uur, zien in de natuur- en milieubeweging van nu niets meer terug van de idealen waarop ze zijn opgericht.”
Goede weg blijven vinden
Van de oude vrijheid op zee blijft steeds minder over. “Kijk naar wat ze allemaal willen bouwen aan windmolenparken op zee. Maar ook de controle en bureaucratie is doorgeslagen. De stapels paperassen die nodig zijn voor je bedrijf, dan weer een blackbox waarmee ze je in de gaten kunnen houden en hun die stengere controles van het logboek. Als je wilt uitvaren moet je dat via internet doorgeven. Lukt het niet om die melding te versturen, dan moet je blijven liggen. Denk je bij jezelf ´ik doe die melding straks nog een keer´ en ga je wel, dan ben je gelijk schuldig aan een economisch delict! De regelgeving is veel te omvangrijk geworden. Daardoor wordt het voor vissers steeds moeilijker om in het weekeinde de ontspanning te vinden die nodig is om de zware werkweek door te komen. Het is zoeken om daarin voor jezelf een goede weg te blijven vinden.”
Jagersinstinct
Het blijven werken aan de balans tussen het werk en je persoonlijke levenssfeer is ook een vorm van doorzettingsvermogen. “Dat heeft een visser echt nodig om een toekomst te hebben aan boord. Het is meer dan doorzettingsvermogen, het is wilskracht, volharding. In combinatie met nuchterheid. Je moet wel relaxed in je vel zitten. Als thuis alles lekker loopt, loopt het aan boord ook goed. Dat zit ‘m in je scherpte, het aanvoelen van dingen. Wij vissers hebben immers een jagersinstinct, we moeten scherp zijn.”
“Van alle narigheid toch iets positiefs maken, dan ben je een groot man!“
Peter heeft groot respect voor doorzetters, van wie hij inspiratie opdoet voor zijn eigen bestaan. “Denk aan Nelson Mandela. Die man is zo’n groot onrecht aangedaan, hij heeft zo lang in die gevangenis gezeten. Maar na zijn vrijlating was hij niet verbitterd, integendeel. Van alle narigheid toch iets positiefs maken. Dan ben je een groot man!
Groene leugen bestrijden
Hoe schat Peter de kansen in voor de Nederlandse visserijsector? “Voorop gesteld: visserij blijft bestaan, dat weet ik zeker. Voor nu moeten we een aantal zaken naar ons hand zetten. ‘De groene leugen’ bestrijden, zoals het EMK dat bijvoorbeeld doet. De aanval is daarin de beste verdediging. En de nog te bouwen windparken moeten naar de voor ons waardeloze gebieden in de Noordzee. Als ons dat lukt, komen we al een heel eind. Wat dat betreft ben ik blij met de terugkomst van een ministerie van LNV en met Carola Schouten als minister, dat geeft vertrouwen. En misschien het belangrijkste is de vraag hoe we als sector korte metten maken met uitwassen als drugssmokkel en binnenzakken. Die uitwassen zijn werkelijk funest voor de visserij.”
Gunstiger belastingtarief
Voor zichzelf ziet Peter een goede toekomst. “Ik heb een zoon die mij wil opvolgen. Dus gaan we verstandig investeren, hard werken en blijven vooruit kijken. Drie jaar terug hebben we 92 pk bijgekocht, zodat we nu een 300 pk GK garnalenwadvergunning hebben. Ook zitten we in het visrechtensegment MLF-1, zodat we onlangs via de Nederlandse Vissersbond extra visrechten konden bijkopen. Alles gericht op de toekomst. Want nu vis ik op garnalen, maar wat brengt de toekomst? Kunnen we met het huidige aantal garnalenkotters blijven vissen in een steeds kleiner stukje zee? Hoe pakt de aanlandplicht uit voor de garnalenvisserij? Misschien gaan we investeren in een ander schip, dan hebben we ik elk geval de visrechten daarvoor. Ook met het oog op de toekomst hebben we niet zo lang geleden het bedrijf omgezet naar een BV. Daarmee is ons privé beter afgeschermd en geldt een gunstiger belastingtarief.”
Haat-liefde
“Ik geef eerlijk toe dat ik een haat-liefde-gevoel heb bij de Vissersbond. In de aanloop naar de gesloten gebieden is de garnalenvisserij in de steek gelaten, ook door de bond, en dat oud zeer gaat niet weg. Maar je moet verder, dat snap ik wel.”
Eén spreekbuis
“Dat met het quotum en de bedrijfsvorm heeft het team van de Nederlandse Vissersbond goed geregeld. Als visserman merk je dan dat het organisatorisch goed geregeld is bij de bond. Kundige, jonge mensen die je geregeld op de haven tegenkomt. De bouw van een eigen kantoor op Urk vind ik ook een goede zet. Een net kantoor. Daar kun je de televisieploegen goed ontvangen, daarmee kom je met een goed beeld naar buiten toe. Nu zou het nóg krachtiger zijn als er één spreekbuis is namens de vissers in plaats van twee elkaar beconcurrerende organisaties. Maar ja, dan moet iedereen concessies willen doen, óók de vissers zelf.”